Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 92(1947)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Jac. Schreurs, M.S.C. Stervende boer Een harde en behaarde boerenhand Kwam tastend uit den hemel van het ledikant En scheidde de gordijnen; En naar zijn handen ziend', hun ivoren lijnen In 't licht der nachtkaars, riep op eens zijn stem: - Het hoog, ijl schreien van het kind in hem -: Ik zie de zon al schijnen! En nog éen tel zag ik de gouden weerschijnsvonk Der kaars die op den nagel van zijn grooten vinger brandde. Toen viel de hand, de vonk en vouwde ik zijn handen. Vorige Volgende