Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 92(1947)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina *3] [p. *3] [1947/2] litho door henri van straten [pagina 65] [p. 65] Henr. Roland Holst Onder het luiden der klokken van de Antwerpsche kathedraal Aan Mamieke ‘Komt, Christenvolk van deze groote stad; Komt, rept u, gij die ik roep met mijn bronzen Sonore stem, tot daar waar z'een ver gonzen Gelijkt, te storten u in 't heilig bad Der mis. De week bracht menige verleiding, Het zwakke vleesch weerstond haar niet altijd - Des priesters woord van zonden u bevrijdt En 't orgel voert op zijn klanken vol wijding Uw geest omhoog. Hoort, hoe van uit de slanke Torenspits dezer schoone kathedraal Mijn stem u roept: ‘o komt zonder gedraal God t'aanbidden en voor zijn gunst te danken.’ De kerk is volgestroomd; de klokken zwijgen; De zware stem van het orgel zet in Om straks extatisch jubelend te stijgen. Dan leest de priester zacht het misbegin: De schare knielt en alle hoofden nijgen. Vorige Volgende