| |
| |
| |
Boekbesprekingen
R.J. Seghers ‘Sonate voor Louise’ - Uitg. De Kinkhoren, Brugge-Brussel. 1946. 236 blz. Ing. 70 fr. Geb. 100 fr.
Deze roman bevat de geschiedenis van een beroemd muzikant, die in zijn leven geen houvast vindt, tot hij trouwt met het eenvoudige meisje, dat hij eens toevallig heeft leeren kennen. Dan spreekt hij als zijn overtuiging uit, dat voor een man het bezit van een gezin en de verkleefdheid aan het werk de eenige bronnen van echten zielevrede zijn. Het begin en vooral nog het slot van het verhaal staan op een hooger peil dan de tusschen liggende hoofdstukken, die, bij ontstentenis van een klare en vaste lijn, eenigszins verward aandoen. Seghers schrijft verzorgd en schuwt alle banaliteit. Hij houdt van atmosfeer en geeft zelfs iets te gemakkelijk aan een drang naar het mysterieuze toe, die voor de epische gaafheid van zijn werk nadeelig is. Verheugd stellen wij vast dat deze derde roman boven zijn vorige staat en zijn persoonlijkheid steeds zuiverder en beslister tot uiting komt.
André DEMEDTS.
| |
S. du Boileau ‘Het Land der zeven Burchten’ - Uitg. De Kinkhoren, Brugge-Brussel. 1946. 228 blz. Ing. 65 fr. Geb. 90 fr.
Eindelijk iets nieuws, dat niet door de saaiheid van onze middelmatige romanliteratuur is besmet. Dit verhaal behandelt een episode uit den jongsten wereldoorlog, den strijd van de ondergrondsche Hongaarsche beweging, kampend om de hereeniging van Zevenburgen met het oude vaderland. Du Boileau beeldt deze onbekende wereld met liefde en kennis van zaken, concreet en zonder vooroordeelen uit. Zijn boek, dat ongeveer tusschen den zeden- en den avonturenroman het midden houdt, is knap gebouwd en vlot geschreven; een eerlijk en boeiend werk, waaraan slechts de diepgang ontbreekt om het werkelijk ontroerend en belangrijk te maken.
André DEMEDTS.
| |
Lode Teunen ‘Het Jongste Kind’ - Uitg. 't Eekhoorntje, Schoten-Antwerpen. 1946. 208 blz.
Vital Van der Manden, student aan een kloosterschool, bereidt zich zonder roeping voor op den geestelijken staat. Natuurlijk wordt hij door het gedrag van zijn oversten geërgerd en gaat zijn geloof verloren. Hij maakt kennis met een vrouw en wordt door de oorlogsomstandigheden van haar gescheiden. Dit veroorzaakt een zedelijke inzinking, die hij niet meer te boven komt. Hij trouwt zonder liefde, speelt een rol in het verzet, verliest zijn echtgenoote in het kraambed en verneemt bij de bevrijding, dat zijn eerste en eenige beminde, in Engeland is omgekomen. Voortaan gedraagt hij zich als een wanhopige, die het leven en het noodlot vervloekt. Teunen, die een debutant is, heeft te veel van Walschap geleerd om persoonlijk te schrijven en te dicht bij zijn held geleefd om onpartijdig te kunnen zijn. Er ligt geen innerlijke eenheid in zijn boek, dat veeleer de kroniek van een onopgeloste crisis is dan een roman. Wij gelooven in de eerlijkheid van den schrijver en meenen daarom dat hij als kunstenaar toekomst kan hebben; maar dan zal hij zich van zijn voorbeelden moeten losrukken en afstand scheppen op het eigen lotgeval, dat iederen romancier met blindheid bedreigt.
André DEMEDTS.
| |
Berthe Verhoeyen ‘Inge's Doortocht’
| |
| |
- Uitg. Boekuil en Karveel, Antwerpen. 1946. - 192 blz. Ing. 45 fr. Geb. 65 fr.
De levensgeschiedenis van een vrijgevochten vrouw, die eerst genot en bezit met geluk verwart; en wanneer ze tot inzicht is gekomen, niets dan leed meer kent. Toen zij kon gelukkig zijn wilde zij het niet en toen zij het wilde kon zij niet meer. Met stoïsche gelatenheid gaat zij den dood in, verklarende dat zij toch iets dichter tot God is genaderd. Berthe Verhoeyen heeft haar gegeven, volgens de psycho-analytische manier, met tal van innerlijke alleenspraken en naar den stijl van de nieuwe zakelijkheid, met sobere woorden verteld. Toeval en literaire pose spelen nog een te groote rol in haar werk, dat nochtans meesterlijke trekjes en sterke passages bevat. De schrijfster kan rekenen op haar menschenkennis en temperament, maar mist de vaste beheersching over de stof, die alles met harmonische doelmatigheid schikt.
André DEMEDTS.
| |
Kamiel van Baelen ‘Gebroken Melodie’ - Uitg. De Kinkhoren, Brugge-Brussel. 1946. - 184 blz. Ing. 40 fr. Geb. 55 fr.
Met bewonderenswaardige natuurlijkheid vertelt de schrijver een oorlogsverhaal, dat in zijn onvoltooiden vorm als een beeld van zijn eigen onvolgroeid kunstenaarschap en zijn vroeg gebroken leven aandoet. Intellectueel, diep en verzorgd is het werk; veel min om de geschiedenis geschreven dan om de uiting van een bepaalde levenshouding. Zij is belichaamd in de figuur van Guy Roumillet, een Fransch officier met een mannelijk besloten karakter en het geloof aan een roeping; maar terzelfdertijd overtuigd, dat hij zal sneuvelen vóór zijn taak is volbracht, en edelmoedig genoeg om zijn dood als een vrijwillig offer te gemoet te zien. Zijn persoon lijkt symbolisch voor Van Baelen zelf, die misschien op een profetische manier, de beschikking van de Voorzienigheid over zijn bestaan, had aangevoeld. Een zachte weemoed, soms met een vleugje humor doorschoten, verleent het werk een zeldzamen adel. Deze laatste hoofdstukken van Van Baelen, ook zijn beste, bewijzen, dat onze leterkunde een zeer sterk talent aan hem heeft verloren. In zijn lange en zeer lezenswaardige inleiding tot dit boek komt P.E. Janssen tot datzelfde besluit. Alleen moet er worden bijgevoegd, dat die begaafdheid van Van Baelen, blijkens zijn vroeger, en in zoover ‘Gebroken Melodie’ een oordeel toelaat ook blijkens dit werk, meer op zijn kunst van schrijven dan van komponeeren steunde. De zwakste kant van zijn boeken was steeds hun bouw. In den grond was Van Baelen meer een didactisch dan een episch kunstenaar.
André DEMEDTS.
| |
F.R. Boschvogel ‘Het Hof der drie Koningen’. - Uitg. Lannoo, Tielt. 1946. - 516 blz. Ing. 130 fr. Geb. 165 fr.
Ongetwijfeld is deze kruimige roman het beste werk dat wij van Boschvogel bezitten. Tegen den bewogen achtergrond van de zestiende eeuw, met den strijd van het calvinisme tegen het oude geloof en van het Nederlandsche verzet tegen den Spaanschen overheerscher gesteld, verhaalt hij de geschiedenis van de familie Kesteloot te Torhout, waarvan verschillende leden bij de gebeurtenissen van den tijd betrokken zijn. Tragiek en humor, kracht en teederheid, velerlei driften en hartstochten wisselen met elkander af en scheppen een boek, dat door zijn kracht en waarachtigheid, ongemeen boeiend en zelfs ontroerend is. Vooral de eerste honderd vijftig bladzijden maken een sterken indruk, die jammer, naar het einde toe, eenigszins verzwakt. Boschvogel neemt tusschen Van Hemeldonck en Van de Velde een begeerenswaardige plaats in. Hij is erin geslaagd een volkskunst te scheppen, die tot echte literatuur behoort. ‘Het Hof der drie Koningen’, een roman die een vertaling verdient, is daarvan het waardevol bewijs; hij wekt de hoop, dat Boschvogel als kunstenaar een man van formaat zal worden indien hij zich nog dieper op het karakter zijner helden bezint.
André DEMEDTS.
| |
| |
| |
Adolf Herckenrath: Maandkalender. Uitg. De Spiegel, Maandschr. voor poëzie, Dec. 1945. - Drie Cantieken. Uitg. Manteau, Brussel, 1946.
Herckenrath is een van onze oudere, niet onverdienstelijke ‘poetae minores’ en is ook bekend door de ‘Laethemsche Brieven’, die zijn jeugdvriend K. v.d. Woestijne hem toezond. Voor het bundeltje natuurgedichten ‘Maandkalender’ schrijft Mathieu Rutten een inleiding in tactvollen stijl van den gentleman. Men voelt in deze verzen een mensch met een stil en bescheiden gemoed, een ziel tot stemmingsvol intimisme en ingekeerde mijmering geneigd. De dichterlijke weergave van deze fijne en sympathieke levenshouding kan ons echter slechts matig boeien. Oprechtheid in zijn eerlijk pogen is evenwel een niet geringe verdienste, die men Herckenrath als dichter gaarne toekent. Zijn eenvoud stamt nog uit den goeien ouden tijd van ‘Zeg het met een vers’, den tijd toen, zooals Rutten het fijntjes uitdrukt, het nog een deugd was ‘te zingen zooals men gebekt is’ en ‘niet verder te willen springen als zijn stok lang is’. Wat ons in deze verzen, buiten elke poëtische essence om, een oogenblik kan boeien is de impressionistische stijltechniek. Herckenrath heeft ze met den Van de Woestijne der Laethemsche periode gemeen en daar zijn werk zooveel minder-vol en minder-vaardig is dan dat van zijn genialen vriend, liggen de draden en knepen van den stijl als 't ware bloot. Zoo is dit werkje toch eenigermate een literair document, dat een tijd-stijl vertegenwoordigt.
Dezelfde verfijnde impressionistische natuurvisie, maar dan gedompeld in een typisch neo-romantische droomsfeer, kan men in ‘Drie Cantieken’ aantreffen. Op het thema van een drietal religieuze legenden - over de Schepping, O.L. Vrouwke met den kelk en Sinte Goedele - laat de dichter zijn verbeelding spelen in de droomwereld van het wonder. Men vindt hier de neo-romantische bezieling, die gedreven wordt tot atmosferische herschepping van een wonderwereld uit het verre verleden, doordrenkt met een droomend (volstrekt ondogmatisch) en zinnelijk-gevoelig mysticisme. Men denkt, vooral bij het lezen van het cantiek over O.L. Vrouw met den kelk, voortdurend aan Boutens' Beatrijs, die trouwens nog andere tijdgenooten van Herckenrath, bvb. August Van Cauwelaert, heeft geïnspireerd. Maar de dichter mist de noodige vormkracht, om de mysterieuze aanvoeling van het miraculeuze gebeuren in de atmosferische taalschepping gaaf tegenwoordig te stellen; inzonderheid blijven bij hem het musicale suggestie-vermogen en de beeldkracht te vaak in gebreke. De eerste cantiek ‘De Schepping’ is bepaald slecht, ontsierd door een menigte stoplappen, cliché's, drakerige taalwendingen en gezochte beelden. De tweede ballade ‘O.L. Vrouw met den kelk’ is beter, maar hier en daar komen ook fouten de volmaakte vastheid van lijn en de zuivere vormgeving storen. Het derde stuk, de ‘Drieluik van Sinte Goedele’, is het beste, al komen ook hier - gelukkig zéér zelden - literaire kunstigheden als ‘Gods vergier’ en cliché's als die ‘in dankgeplengde traan’ den totalen schoonheidsindruk bederven. In zijn genre biedt deze bundel van Herckenrath het bewijs van een eerlijk dichterlijk pogen. In zekere fragmenten leidde dit pogen tot een verdienstelijk resultaat.
A.W.
|
|