Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 92(1947)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Hubert van Herreweghen Geluk De wind aan mijne rechterkake, en op mijn linkerkaak de zon. November geurt nog naar de smaken des Zomers, als een ijle ton. Ik vraag niets. Er moet niets gebeuren. Ik wandel. Ik moet nergens zijn. De wind hangt in mijn oor te neuren. Mijn kaak bloost van den zonneschijn. Wat loopen eeuwig wij te zinnen en zoeken wat onvindbaar is? Als wij het leven maar beminnen en geene doode ontstentenis, dan rijst de morgen nooit meer zonder de vreugde die verwachting heet, en is ons hart voor alle wonder, verwondring en geluk gereed. Geluk, eenvoudigheid der dingen: een lage zon en zoele wind. Ik glimlach. Aarde en hemel zingen. Ik word gelukkig als een kind. Vorige Volgende