als het Nederlandse woord dat de purist er voor in de plaats zou willen zetten. Er is een moeilijk definieerbare, doch aanvoelbare nuance!’
Dit argument snijdt geen hout, al zit er een grond van waarheid in. Deze grond van waarheid berust op een eenvoudige taalwet, die ons leert dat een woord na langdurig gebruik van zijn oorspronkelijke precies-aanduidende kracht, eventueel vooral van zijn plasticiteit verliest, met één woord ‘afslijt’, zodanig dat een vreemd woord dat eigenlijk precies hetzelfde betekent, door het feit dat het nieuwer is, nog klaarder tot de geest spreekt en aldus juister, of liever levendiger, het bedoelde laat aanvoelen. Alleen op die wijze kan het gebruik van adjectieven als immens, immobiel, impardonnabel, impenetrabel en dergelijke verdedigd worden, doch m.i. is het argument bepaald onvoldoende om hun opname in onze Nederlandse woordenschat te wettigen.
Het overdadig gebruik, ik zei bijna misbruik, van vreemde, vooral geleerde woorden, blijft niet beperkt tot Noord-Nederland. Als het in Parijs regent, vallen er te Brussel druppels, is langs de andere zijde in taalopzicht ook een gewoon verschijnsel. Het zijn natuurlijk uitsluitend onze intellectuelen, zij die de grootste taalvaardigheid bezitten, die zich aan overdadig gebruik van vreemde termen te buiten gaan. Ik zou hier treffende staaltjes kunnen aanhalen uit zeer recent proza, gevloeid uit de pen van Zuidnederlanders die dit schrijfinstrument met buitengewone knapheid hanteren, doch daar ik vrees de susceptibiliteit van deze auteurs eventueel te irriteren, zal ik de geïncrimineerde passages niet direct citeren, doch zelf een minieme kwantiteit fabriceren van hybridische constructies. Een cerebrale frase: De hypertrophische interesse voor het aestetische exterieure aspect impliceert een constante bedreiging tegen het culturele en humane karakter van onze literatuur. - Een populaire fantasie: Ik feliciteer de spurters voor het enorm succes dat ze komen te (!) remporteren in de gepasseerde koers in de velodrome.
Er zijn in deze voorbeelden wel enkele vreemde woorden die moeilijk of zelfs in 't geheel niet kunnen gemist worden, doch een aantal andere kunnen zonder enige moeite noch hinder door uitstekende, gelijkbetekenende Nederlandse woorden vervangen worden.
Nog een paar troublante taaljuweeltjes, - ik zei bijna bijoukes, - die ik onlangs optekende uit de mond van Noordnederlanders: Het voorstel was niet acceptabel. - De mérites zijn voor hen. - Ten slotte succombeerde het paard. (Van Dale geeft succumbeeren op met als voltooid teg. tijd heeft gesuccumbeerd!!) - Ik wil u niet bousculeren (of boesculeren?) maar de zaak is urgent.
Uit deze voorbeelden blijkt wel dat we maat moeten betrachten bij het aanwenden van vreemde woorden en dat vooral de Franse gevaarlijk zijn. Inderdaad, onze soms vrij grondige kennis van het Frans speelt ons wel eens parten als wij niet bewust ingaan tegen de neiging om het mooie Franse woord neer te schrijven dat zo vaak door onze hersens flitst, wanneer