Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 91(1946)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] A.W. Grauls Aan de Kalmthoutsche heide Hoe menigmaal ben ik, o helder heideland, met heimwee in het hart, vertrouwd tot u gekomen, in elk seizoen van 't jaar, bij sneeuw en zonnebrand, was ik bij u te gast en vond ik vrede en droomen. Weer zijn wij thans tesaam. Gezeten aan den rand van 't lichte dennebosch, vol zwoele harsaromen, staar ik uw vlakte aan, de zomer zoent het zand, en 'k laat uw paarse pracht mij weerloos overstroomen. Oneindig oud en nieuw zijn uwe kruiden, bloemen, van uw glad golvend land de gave gouden lijn, van wolk en licht het spel, van vlieg en bij het zoemen, van veen en horizon de diep lazuren schijn. En wie van op een duin uw stilte komt beluistren hij hoort Gods eigen stem over uw ruimte fluistren. Vorige Volgende