Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1945(1945)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] Pieter G. Buckinx Het afscheid Gij draagt alreeds het masker van den dood, de diepe rimpels en de donkre groeven aan neus en mond waarrond het vlammenrood van avondloof en eeuwigheid blijft toeven: des Levens herfsttij dat zijn schaduw sneed in 't edel aangezicht waarlangs de haren golven wit en sereen en voor den dood gereed. En in uw blik, als een verstarde vlam, dit staren naar een heelal dat niemand kan ontwaren dan gij, die reeds ontdaan van blindheid en gewicht voor 't allerlaatst uw roze handen vouwt. Hoort gij de paarden draven door de bosschen der eeuwigheid, waar reeds de zilveren karossen hun bliksemenden tocht beginnen naar het licht? Of schalt - een weerlicht langs - voor 't opperste gericht Gods jachthoorn door het woud? Vorige Volgende