zijn om te erkennen dat, indien men in Willem's gedicht a priori een allusie op menschelijke verhoudingen en toestanden ziet, de vos een booswicht is die den vrede verstoort. Maar het komt mij voor dat dit juist de heele vergissing is.
Het is evident dat men een verhaal eerst en vooral moet lezen zooals het er staat. Waar staat ‘de vos’ mag men niet lezen ‘meneer Peeters’ tenzij in of tusschen de regelen duidelijk aangegeven wordt dat ‘vos’ niet ‘vos’ kan beteekenen. Evident is voor den aandachtigen lezer eveneens dat, indien Willem een rechtstreeksche satire zou hebben bedoeld, deze voor hem toch zeer bijkomstig is geweest. Dat bevestigt een specialist als Pater Van Mierlo. Zulke bedoeling blijkt uit geen letter, geen komma. Willem heeft vóór alles een dierenverhaal willen schrijven, punt. Dat was ook genoeg. Men zou zelfs kunnen zeggen, wat daar bij kwam was te veel.
Men zal opwerpen, indien het een dierenverhaal is zonder meer, heeft het niet veel te beteekenen, want dan is alles onwaarschijnlijk, de dieren stellen geen wetten, houden geen landdag, enz. Dat is zeer waar. De moderne auteur die een echt, niet symbolisch, dierenverhaal wil schrijven, zal de dieren in kwestie observeeren, hun psychologie bestudeeren, conflicten stellen die in het leven van de dieren in kwestie werkelijk voorkomen. In de middeleeuwen bekommerde de auteur zich nog niet om zoo iets als psychologie. Hij interesseerde zich aan de gevoelswereld van een keizer, een prinses of een reus, niet aan die van een gewoon mensch, nog minder aan die van een kind en het kwam niet in hem op dat een dier een eigen inwendig leven kon hebben. Willem adapteert dus de menschenwereld aan die van de dieren, omdat deze voor hem niets eigens hebben. Dat wil echter volstrekt niet zeggen dat hij met zijn menschachtige dieren menschen bedoelt.
Indien nu Willem bewust en ten minste zonder opzettelijke, vooropstaande bijbedoeling over dieren spreekt, en dat is het geval, dan ligt voor de hand dat voor die dieren een algemeene onderlinge vrede alles behalve een ideaal is. Het is integendeel een levensgevaarlijke dwaasheid, een flagrant en