Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1941(1941)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 289] [p. 289] Aan zee door Louis de Bourbon Toen kwam, na dezen warmen dag, de schemer en hield haar koelen waaier langs de wegen, en wij, die het verlossend woord niet vonden, zwegen en wisten ons een offer van den nacht, den nemer. Op 't witte laken, als een donkre roze, bloeide uw gelaat en wij, wij gingen onder in 't donkre stroomen van dat wilde wonder en werden golven van het eindelooze. Nadien, u overlatend aan de droomen, en weergekeerd tot deze eenzaamheid waaraan ik nogmaals dacht te zijn ontkomen, stond ik aan 't raam en zag de vage zoomen der verre zee, een aardsche oneindigheid, waarop het dwaallicht van de maan kwam stroomen. Vorige Volgende