beheerschen en aan te passen aan zijn persoonlijkheid. Want een persoonlijkheid is De Belder ongetwijfeld.
Zooals bij Rilke en bij Hölderlin heeft deze poëzie geen duidelijk omschreven inhoud, zij werd geschreven van uit een zuiveren ‘gevoelsinhoud’ waarin al de raadsels en al de teederheden van het menschelijk hart als het ware aanwezig zijn. Vooral op de teederheden legt De Belder nadruk, en op de eenzaamheid van het menschenhart dat weemoedig is en vertrouwd met den dood. Ja, hij kan haast niet anders dan zingen van jonge dooden, van stille aangezichten die hun leven verder droomen onder groene wilgen. En hij weet dat de dood zoeter dan het leven is. Daarom speurt hij, zooals Rilke, steeds naar het verlangen dat bij blinden, zieken of in jonge meisjesharten naar vervulling zoekt. Bij de levende dooden zoekt hij naar den zin van het leven. En hij vindt niets dan de hunkering naar wat toch nooit zal in vervulling gaan. Of hij luistert naar een meisje dat angstig in den avond roept, één oogenblik gelooft hij aan het schoone leven harer leden en aan de vreugde die hem komt omspoelen, maar neen, zij is de schoone illusie die hij verliezen moet en hij blijft alleen in zachten waanzin achter.
En ik zwerf verder in mijn woorden en ik zie het einde niet
van deze zachte pracht van dezen laten Herfst.
De onuitspreekbare weemoed om dit alles vormt den dramatischen ondertoon van de meeste der gedichten die in dezen eersten bundel werden opgenomen. Af en toe zelfs wordt het een teeder klagen dat al te week en al te vrouwelijk aandoet. De enkele figuren die door deze gedichten dwalen zijn jong en vrouwelijk teeder als een al te vroege Lente en zij zijn vervuld van een onbestemde, romantische gevoeligheid; het zijn jonge levens die onbewust eenzaam zijn of worden afgebroken in hun eersten bloei.
Elders echter, in de gedichten die in den cyclus ‘Vrees’ voorkomen en die ongetwijfeld tot het beste behooren van wat De Belder ons hier biedt, treedt eerder het visioenaire, het bijna expressionistisch visioenaire op het voorplan; de snelle opeenvolging der beeldenreeksen geeft hier aan zijn