Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1940(1940)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 629] [p. 629] Erfgenamen Voor Bert. Het was het zeldzaam uur, waarop wij, mannen, spreken met vreemde teederheid over ons oudst verdriet: het jonge heimwee onzer vaders naar de streken, waarvan alleen de naam soms weerkeert in ons lied. In onzen overmoed, die de aarde nieuw wil maken, hebt gij en ik gemeend, dat ieder de eerste was, tot eens een ure komt, dat wij voor goed ontwaken uit onzen trotschen droom, dit schoon maar ledig glas. Wij spraken mannelijk, doch diep in onze oogen wist elk een grijzend hoofd, gebogen of reeds dood; en in ons milder hart hebben wij blij gewogen hoe klein wij zelven zijn, doch in den vader groot. De vrouwen, zacht bijeen, verdroomden, want zij zwegen en wisten 't wijs geluk, dat sprak uit onzen mond; gij deedt uw oogen toe en gingt uw kindren tegen, maar ik, ik had alleen een streeling voor mijn hond. karel jonckheere, Vorige Volgende