Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1940(1940)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 611] [p. 611] Ik ben van adellijken bloede door Albe Ik ben van adellijken bloede en dank U, God, voor dees geboort; 'k ben rijk, ofschoon mij niets behoort van wat ik draag onder uw hoede, tenzij mijn liefde en dagelijkschen nood, die 't kind nooit scheiden van den moederschoot. Veel luister van mijn kroon heb ik verbeurd in dagen zonder zorg en nachten zonder rouw, doch dit verlies bleef nimmer onbetreurd want waar ik dool of ijl of schouw, steeds keer ik weer onder uw hoede als zoon van adellijken bloede. Dat mijn gebed een zalve weze voor den smaad op uwen naam en voor den blaam op 't eigen leven; valt op mijn kroon de schemer van het kwaad, wil haar den weerglans van uw grootheid geven. 'k Vertrouw mijn adel aan uw albehoeden, mijn God, ik ben van uwen bloede. (Uit ‘Van Adellijken Bloede’, in voorbereiding.) Vorige Volgende