Daar ook was er gezang en declamatie, en eene lezing van Dr. Van den Bosch over Joergensen. Van Joergensen hadden wij zoo juist ontvangen het eerste - en schoonste - deel van zijn autobiographie: ‘Mit Livs Legende’.
P. Ildefons kwam den 23n September op Swiss Cottage, in gezelschap van Dr. Vermeylen, en van brancardier Voets. Zij adden grootsche plannen: de stichting van een kunstenaarskring ‘Kunst aan den IJzer’.
Het uitvoerend Comité zou bestaan uit Juffrouw Duykers en mij, P. Ildefons, brancardier Voets, Cyriel Verschaeve, Aug. Nobels, Jos. Rombouts; Dr. Vermeylen, als secretaris en Jules Belpaire, als onder-secretaris. Een tijdschrift werd gepland, waarin artisten zouden schrijven; waarin verslag zou gegeven worden van wat de Belgische kunstenaars in den vreemde exposeerden. Paul Buschmann zou men in Engeland zien te winnen voor dit initiatief.
Een kranigen jongen Vlaming dien wij veel zagen in die dagen, mag ik niet vergeten. Het was de jonge Beert, ons door Cyriel Verschaeve gezonden. Nog geen 16 jaar oud, had hij dienst genomen, den datum zijner geboorte vervroegend om niet geweigerd te worden. De eene hand was hem afgerukt geworden en hij leed ontzaggelijk, maar dat deed niets af van zijn moed en levenslust. Hij werd verpleegd in den Océan en vond aldus gelegenheid om af en toe naar Swiss Cottage te komen. Een andere zeer jonge strijder was de kleine Van Hulle, die sneuvelen zou in het laatste offensief. Onder geleide van zijn Aalmoezenier Van Linden, kwam hij vragen om mijn portret te teekenen, wat hem natuurlijk werd vergund.
Maar de artisten deden ons niet ons sociaal werk bij de vrouwen verwaarloozen. Er werden vergaderingen gehouden van den Vrouwenbond, van de meisjesbonden, voor ‘Omhoog’, dat in Mej. Duykers' handen grooter verspreiding vond. IJvervolle meisjes gingen gretig aan 't werk: de jufvrouwen Thersen, Van den Bulcke, Claerhout, Marie Thérèse Cailleau, Angèle Van den Bulcke, Irma en Martha Peeters. Mannen, vrouwen wedijverden in werkkracht en toewijding. De tijd vorderde ieders hulp.