Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1940(1940)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 283] [p. 283] Zegen dit hoofd Aan August Van Cauwelaert. Zegen dit hoofd, mijn God, en geef het ruste, verstil een poos het zoemen van de lusten, die als gewekte wespen dreigend zingen en van hun zoet venijn mijn vleesch doordringen. Zegen dit hoofd, mijn God, met peis en vrede, geen is zoo zwaar van al mijn moede leden als deze kleine last, dien 'k tors ter schouder en verder draag, nauw wijzer en steeds ouder. Van minne en pijn is 't vaak de boordevolle romer, die bruisend elk besef verspat tot loomer mijn leden wegen - wijl een nieuwe teug mij tart - en reê het zilt bezinksel aanzet in mijn hart. Hoe luttel duurt het blij verbond van beide, die om een heeten zin zich kroppig scheiden tot zij, om een gemeenzaam-wroegend heldre pijn, weer één in rouwe en in beschaming zijn. Zegen dit hoofd, mijn God, uw zwaarste gave en van mijn eng heelal de as en nave waarvan Gij 't kriepend kreunen hoort en weet hoe 't wankel hart onder den last verheet. Zegen dit hoofd, mijn God, en leen het ruste, een wijle soms bij 't loomen van de lusten, dat ik besef den rijkdom van dit broze leen: soms bergt het schelpen oesterschrijn een edelsteen. albe. Vorige Volgende