Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1940(1940)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 179] [p. 179] Processie door St. Pietak Vlaggen en wimpels en een rood baldakijn, als een drijvend gewelf in der zonne schijn, die vlamt in al 't goud, en de ruggen naakt, der heigen met duizend schichten raakt. Het is zwoel. Het volk houdt stil en op de treên uit een wolk treedt een priester voor, een duif vlucht heen; Men knielt. De kleinste kleuters heel netjes in 't rond, wijl hun vlindrige handjes bestrooien den grond. De lucht is van amber doorgeurd; en heel hoog staat het wonder vertoon van een regenboog. Kleine meisjes met stillen zedigen tred, zijn devoot aan het zingen een zuiver gebed. Dan plots in de stilt, springt een vlammende haan op den kerkhofmuur. Getrappel van hoeven in de laan der pastorij; witte dravers met golvende maan, die een wolk van stof uit de aarde slaan. 't Volk staart hen na, bewondrend en stom; zelfs de kapelaan kijkt verstrooid even om. Blanw en paarlemoer strijkt een vlucht van duiven op beelden en standaards neer uit de lucht. En ziehier het portaal. Een wierookwolk gaat voor, dan belgerinkel en een stofferig engelenkoor; dan het volk, en, kleurig en groot, in den wand, de gestalte der beelden in den zonnebrand. Laat ons bidden. Daar rijst de ciborie. In de stilt' is het laatste geluid der stemmen weggetrild. De heilgen op de vlaggen buigen; het volk kijkt star op de hostie in een wierookwolk. Vorige Volgende