Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1940

[p. 117]

In de tuinen....
door J. Iwaszkiewicz

In tuinen zal ik 's nachts geen witte bloemen zaaien,
Ik wil niet dat haar kronen bloeien mild in 't rond,
De visschen schrikken wijl zij stille waters aaien,
De vlinders tergen door haar witheid eener vont,

Dat karpers tusschen 't kunstrijk riet er komen zwemmen,
En sfinksen daarheen zoemen in een groote wolk,
Verschijningen die 't gladde meer bestreelen, stremmen
En d'avondbeelden dekken met haar rilden kolk.

En, na de avondwind ze heeft uiteengedreven,
In plaats van 't duistere gezicht op 't schuchter meer
Zal, tusschen 't waterloof en door de doornen, zweven
Een witte wolk petalen deinend heen en weer.

(Vert. L. Landsman.)