Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939(1939)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 871] [p. 871] [Bert Peleman] Mjoendado - slangenbezweerder Gij slangen sluw en slank geslingerd om de varens van dit woud, gij die onder uw schubben schuw verscholen houdt en vloed van uw venijn en 't luwen uwer listen: van u weet ik de krachten die uw bloed aan 't gisten jagen en uw tinteltonge splijten doet. Vrees mij - Mjoendàdo - want mijn voet is onomkringbaar als mijn gansche wezen. Ook zonder ryten kan ik u belezen met zeven klanken uit mijn bamboefluit. Gij die de rozelaars en dit fluweelig kruid onveilig maakt voor hen die hier het bloed begeeren: strek vlug uw lenden of de duizend speeren mijner kracht rijten uw lillend lijf aan stuk. Want weet Mjoendàdo's wichelroede met de kruk uit elpenbeen stort u in 't niet: u schurft-geschubde slangen die 'k als venijnen vruchten om de varens van dit woud zie hangen. bert peleman. [pagina 872] [p. 872] Karabijnschot in den perelaar Hoe dof het karabijnschot in den perelaar. Hoe dof de raaf die als een oude rammelaar met kleinen kreet op de aarde nederstuikt - - - Te kort heb ik den vlerkslag uwer vlucht gefnuikt o raaf wier bek rood rekt van stervenspijn. O wreede vinger mijner hand. O Karabijn. - bert peleman. Vorige Volgende