Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939

[p. 747]

Gebed tot Maria

Opgedragen aan Dr. Aug. Van Cauwelaert.

Zo waren wij sinds lang niet saam
Noch lag ik diep voor U gebogen,
Zo zacht in feest, zo glans-gebaad
Als in een tuin vol regenbogen.

Maria!

'T is nu 't seizoen van blozend ooft
Van takken die de peren beuren
Kort vóór de val van 't blad: de tijd
Dat zware vruchten zullen scheuren

Vóór nog de fruitzaal openknarst.
Hoe mild zijt Gij tot mij gekomen
Met eeuwig ooft en koren dat
Niet valt. Gij hebt mijn hand genomen

En alles voorgezeid: ‘o Moeder verkrijg
Mij de goede gedachte, de vreugd
Die de arbeid beloont. Verkrijg
Mij de vrede des harten, de deugd,
En het zoete geloof in de Heer.
Schenk mij de moed en de blijdschap
Die 't leven simpel aanvaardt
En een dood met Gods licht
In de verte, oneindig en schoon
Als gezien uit 't portaal
Van een needrige kerk aan de zee.

paul verbruggen.

Broechem, 22 Juli 1939.