Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939(1939)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 633] [p. 633] Wake Maar na de kaars en de gebeden ben ik den ganschen nacht bij u; mijn kindje, ik ben àfgestreden, ik vlei me neer naast u. Ik beid niet meer uw ademhalen onder het koele linnenblank, een droefheid als van nachtegalen houdt mij van spijs en drank. Ik lig naast u en weenend neder, de nacht dekt alle hindernis, ik tast uw kleine oogen weder, de levenlooze, in hun nis; ik strijk uw korte kinderharen dit onherstelbare gelaat waaraan mijn dronken lippen waren en dat nu hulpeloos vergaat. Maar 'k weet uw ziel aan allen hinder, aan wereld en verlies ontgaan, gelijk een witte zomervlinder voor God in vaste trilling staan. anton van wilderode. Vorige Volgende