| |
| |
| |
Gestalten in 't verleden
door M.E. Belpaire
XVII (Vervolg)
De drijverijen van de XXe Siècle hielden niet op. Helleputte's tuschenkomst baatte niet. Fernand Neuray ging voort met zijn lastercampagne en ruide de Fransche opinie op tegen de Vlamingen die dagelijks sneuvelden of hun bloed vergoten. Wij kwamen zekeren dag bijeen op het bureel van De Belgische Standaard en besloten een protestbrief te schrijven aan den Koning en aan al de ministers. Terwijl wij vergaderd waren, bracht de post een ‘Vlaamsch manifest’, geteekend door Frans Van Cauwelaert en de andere redacteurs van de ‘Vlaamsche Stem’, protesteerend tegen de valsche aantijgingen van de XXe Siècle en betuigend het loyalisme der Vlamingen, hun onwrikbare getrouwheid aan den Koning, bij al hun hooghouden der Vlaamsche rechten.
Dit spaarde ons een eigen protest. Reeds 's anderendaags gaf L'Echo de Paris de voornaamste punten van Frans Van Cauwelaerts betoog. Niet altijd even aangenaam was voor ons de lezing der Hollandsche bladen. Hun bezadigd neutrale toon werkte prikkelend op de zenuwen van hen die in 't branden van den strijd leefden. De Tijd ontvingen we geregeld, door de zorg van Maria Goossens, nicht van Dr. Ariëns; maar menigmaal kookte ons bloed, toen wij het in handen namen. De passielooze toon had iets tergends voor ons en wij waren niet ver er een pro-Duitsche neiging in te ontdekken. Dat was trouwens ook het geval met de woorden van den nieuwen Paus, in zijn pogingen om vrede te stichten tusschen de strijders. Wij konden niet begrijpen hoe hij, die de opperste Waarheid op aarde vertegenwoordigde, niet openlijk den meineed der Duitschers schandvlekte. Het was toch te duidelijk dat zij België tegen alle recht in, hadden aangevallen. - En op welke wijze!
| |
| |
Toen wij na den oorlog, Cuppens terug zagen, hoorden wij hem met kracht hetzelfde uitspreken. Eens te meer waren wij volkomen te akkoord. Den 12 Juli ontvingen we eindelijk van hem aan het front een eersten prachtigen brief, vol spontaan gevoel, vol gloeiende vaderlandsliefde, geheel wat men van hem verwachten mocht. Wat deed dat deugd aan 't hart! Ik liet den brief voor 't grootste gedeelte overdrukken in De Belgische Standaard, en zond het oorspronkelijke aan den Koning, wiens heldenmoed Cuppens verheerlijkte zooals hij dat kon. De warme liefde der Belgen voor hun Vorst sprak uit deze woorden. Volgens Cuppens moest Hij, bij de terugkomst in 't bevrijde vaderland, aan iedereen de hand kunnen drukken. Dat was een andere taal dan die we te lezen kregen in zekere in Holland en Vlaanderen verschijnende activistische bladen.
De bezoeken van onzen majoor Collon zouden wij weldra moeten missen. Hij had een korps van auto-canons opgericht om te gaan meestrijden op het Russisch front. Verscheidene onzer kennissen zouden met hem vertrekken, onder andere de zoon van onzen ouden vriend Charles Lagasse en zekere de Roisin, uit Brussel. Deze was van adellijke afkomst, maar leefde liever in omgang met artisten. Hij schilderde en hield van eenvoud. Mijn neef, Michel Hanssens, die later insgelijks naar Rusland vertrok, wilde in 't begin niet hooren van officier te worden of de tranchées te verlaten. Hoe gehavend vonden wij hem den eersten keer dat hij in De Panne kwam! Wat hadden die jongens te verduren van 't ongediert in de loopgraven! Van de ratten in de abris. Pittoresk was wat zij vertelden. Stilaan toch verlieten de meeste de rangen om, als officier, meer dienst te bewijzen. Aug. Van Cauwelaert was adjudant geworden den 10 Juli. Edouard Gérard fungeerde als secretaris van den Militairen Raad te Alveringhem. Geen sinécure. Zeven honderd gevallen wachtten op een beslissing. Men vond er echter een even radikaal als expeditief middel op: daar zij zoo talrijk waren, schrapte men je eenvoudig uit.
De dagen kwamen, de dagen gingen. En weinig verandering in 't frontleven. Van tijd tot tijd ontvingen we een bezoek uit Le Havre. De nieuwe minister, Van der Velde, verscheen op het front. Of hij er veel moed of vreugde bij bracht is een
| |
| |
open vraag. Sommigen werden vrij toegelaten, terwijl anderen, die het zoo goed bedoelden, verhindert werden. Mrs. Innes-Taylor, onder andere. Veurne was reeds 55 maal gebombardeerd geworden. Wij ontmoetten bij P. Ildefons den sympathieken Dr. Van den Bulcke, van Veurne, die met zijn vrouw en zijn drie dochters, weldra onder onze vrienden plaats nam. Wat al goede kennissen deden wij in die dagen op!
Juli neeg ten einde. En het eerste oorlogsjaar. Nog drie zouden wij er op de zelfde plaats beleven.
| |
XVIII
Zondag 1 Augustus 1915. Eerste verjaardag van de groote tragedie, die, niet alleen ons leven, maar tegelijk de geheele wereld had omgewoeld. Toen wij tegen den avond van op den dijk de zee overschouwden, zagen wij als het treffend tooneel van al het bloed dat vergoten was geweest in dat fatum-jaar. De zon ging onder in een rooden gloed. Grootsch was die zonnezet. Vol tragische majesteit; tragisch als de gevoelens die aldoor onze harten bevingen. In den dag hadden wij verschillende van onze trouwe vrienden gezien: Samuel De Vriendt, Godfried Persijn, Dom Franco de Wijels.
's Anderendaags was er officieel bezoek in De Panne. De twee Fransche leiders, Poincaré en Millerand, kwamen Koning Albert groeten, het front bezichtigen en decoraties uitdeelen. - P. Ildefons, onder andere, ontving de ‘Palmes Académiques’. - Het officicele liet ons over 't algemeen onverschillig, maar wij zagen de jongens in groot getal naar den dijk rennen om den Koning te zien en we spoedden hen achterna. Wij bleven staan voor den Mont Blanc, de villa op een der hoogste duinen langs den dijk, bewoond door den Gouverneur van West-Vlaanderen, Janssens de Bisthoven. Van verre zagen wij de hooge gestalte van den Koning, tusschen de twee kleine Fransdimannen aankomen. - Hun bolhoed reikte nauwelijks tot aan de schouders van den Vorst. Deze had zijn gewone schuchtere en als verveelde houding
| |
| |
in representatieve omstandigheden. Wat was hij meer thuis waar het gold eenvoudig zijn plicht te volbrengen! En waren die hoofden van andere grootere landen wat meer bij zijn wijsheid en rechtsgevoel te rade gegaan!
De Gouverneur, op zijn hoogen duin staande, riep: ‘Vive la France! Vive le Roi!’ - De jongens juichten den Koning toe. Haastig toog de Vorst tusschen zijn twee gasten voorbij naar de richting der koninklijke villas.
Den 3n Aug. kwam Aug. Van Cauwelaert, na een achtdaagsch verlof, uit Engeland terug, als onderluitenant. En zoo was het bijna dagelijks eenzelfde défilé, Vlamingen, Walen; ik zou ze bezwaarlijk allen kunnen melden, en nochtans, welke ‘gestalten uit het verleden’ kunnen dierbaarder, kostbaarder zijn? De reeds verdwenen, de nog levenden? Het aandenken aan hen blijft eeuwig in 't hart bewaard. En niet enkel beelden van menschen rijzen op in 't geheugen. Ook nederige beesten, honden. Die trouwe, forsige honden, die een tijd lang de mitrailleusen voorttrokken. Het was een vroolijk geblaf toen de jongens ze spelend de zee in joegen.
Een ander meer aristocratisch beest werd onze speelgenoot in dien zomer. Toen wij voor de zee zaten op een der laatste duinen van den dijk kwam plots een bruin-gekrulde poedel naar ons toegeloopen, vol vriendschap en jolijt. Het was Tango, de caniche van Prins Teck die in een der naburige villas Engeland in De Panne vertegenwoordigde. Telkens Tango ons zag, kwam hij af en eischte spel en vriendschap. Wij waren soms verplicht hem tot aan zijn huis terug te vergezellen. Lief, vroolijk beest! Hij verschafte ons menig uur van ontspanning, en wij waren echt bedroefd te vernemen dat de gendarmes hem doodgeschoten hadden.
De gendarmes! - de P.P.'s (Piottenpakkers) - de vijanden van de jongens. Nog gestalten die niet mogen ontbreken in deze afspiegeling der vier jaren in De Panne.
Maar het voornaamste bleef toch de Belgische Standaard, de Vlaamsche strijd, het gehaspel met de XXe Siècle.
Zekere Abbé Quadbach werd door den hoofdredacteur van dit blad afgevaardigd om alles goed te maken, en P. Ildefons te overtuigen van Neuray's goeden wil. Men leende hem een
| |
| |
sceptisch oor - en men had gelijk, zooals het later bleek.
Intusschen groeide het activisme in het bezette gebied en wij begonnen te hooren van de drijverijen van Dr. Borms. Prof. Van der Essen zond mij een manifest van de universiteitsprofessoren, vragend aan de dagbladschrijvers de Vlaamsche kwestie onverlet te laten. Voor ons blad was dit verzoek overbodig, want verschijnend onder militaire censuur zou het toch niets mogen drukken hebben wat de gemoederen aanhitsen kon. Het was trouwens het oogenblik niet, en al de mederedacteurs deelden die meening. Die zelfde eensgezindheid heerschte overal en Frans Van Cauwelaert werd verplicht, in Holland, een nieuw weekblad op te richten - Vrij België - met behulp van J. Hoste. Aan de Vlaamsche Stem bleven Dr. Jacob en René De Clercq. Op O.L.V. Hemelvaartdag was het zeewijding. De processie toog uit de parochiekerk, bij den zang der psalmen, tot aan het strand, waar een klein altaar was opgericht, niet ver van de koninklijke villa's. Ik had veel jaren geleden, in mijn jeugd, te Oostende, van op den dijk dezelfde plechtigheid bijgewoond. Hier geschiedde zij in volle eenvoudigheid, midden in de zandige duinen, maar dat had nog iets roerender. De psalm: Mirabiles elationes maris, het evangelie waar Christus den storm bedaart, alles sprak tot het hart. Ongelukkig was de tij op het laagste, zoodat de zee in de verte, nauw verneembaar was.
Den 29 Augustus - een Zondag - werd de nieuwe kapel van den Océan ingewijd. Dit houten getimmerte! wat al herinneringen zijn er aan verbonden! Daar was het centrum van 't prachtig apostelleven van Aalmoezenier Quaedgebeur; daar putte hij dien verterenden iever om de zielen van al de arme gekwetsten voor God te winnen. Daar in die barak van onbehouwen hout zouden op 't einde van den oorlog, al de geradbraakte beelden verzameld worden uit de beschoten kerken van ‘bachten de cuppe’. Hospitaal van gebroken heiligen- en Christusbeelden, wel op zijn plaats nevens 't hospitaal waar levende menschen verminkt lagen.
‘Open brieven’, verschijnend in De Belgische Standaard, beschreven én processie én de bijzonderste feiten van 't frontleven.
| |
| |
De Koningin was aanwezig bij de wijding der kapel, die den naam harer patrones, S. Elizabeth droeg, en P. Hénusse sprak een redevoering die menigen traan deed vloeien.
Den 23 Augustus ging een eskader van dertig Engelsche schepen de Duitsche vloot te Zeebrugge bombardeeren. Ontzaggelijk moet het geweest zijn en de dapperheid der Engelschen ongeëvenaard. Wij hoorden slechts den 27en al de bijzonderheden van deze stoute onderneming die den durf der Engelschen in 't licht stelde. Vreemd volk! Vreemd mengsel van gevoeligheid en soms verregaande hardheid. Later gingen zij vliegraids doen in 't bezette land over Oostende, over Antwerpen, met de bedoeling den vijand te treffen, maar veel onzer landgenooten schoten er het leven bij in. De Koningin vertelde mij, vol leed, hoe de concierge der Koninklijke villa te Oostende aldus gedood was geworden.
De schilder Baron de Roisin kwam ons den 30 Aug. vaarwel zeggen. Hij vertrok naar Rusland, met het korps van Majoor Collon. Wij hadden dezen schuchteren, menschenschuwen artist leeren apprecieeren en de fijnheid van gevoelen ontdekt die schuilde onder een onbeholpen uiterlijk. Hoe dikwijls is de kern heel anders dan de schors! Hoeveel dapperheid, edel zelfvergeten hebben wij bij de eenvoudigsten gezien! En wat verschillende typen!
Den 31n Aug. ontmoetten wij voor 't eerst, bij P. Ildefons, Dr. Verduyn, die ons zoo goed zou helpen voor ons Vlaamsch werk en later de V.O.S.-en organiseerde.
Twee dagen vroeger, een andere interessante ontmoeting: die van P. Kennes, de Scheutist. Die vertelde ons de intrede der Duitschers in Leuven, welke hij bijgewoond had, hun baldadigheden en hoe hij zijn hand achter den rug gestoken had, toen Dr. Sonnenschein hem de zijne toestak, na de houding van België gelaakt te hebben.
Voor dezen die leefden in de frontatmosfeer, waren zekere gebaren als eene teug fierheid en levenswijn.
September bracht niet veel verandering aan den toestand, noch aan de tegenoverelkaarstaande legers, noch aan den onzen.
Voor ons was het altijd dezelfde bezoeken van jonge strij- | |
| |
ders: Godfried Persyn, Georges Van Severen, Edouard Gérard, Aug. Van Cauwelaert, Henri en Jean Van Aubel, Louis de Mahieu. Voor den eersten keer Aalmoezenier Elebaers. Jan Bernaerts zagen wij bij den Pastor op een dier aangename soupers met minister Helleputte.
Een groote gebeurtenis was ons eerste bezoek naar Veurne - den 9 Sept. - te voet natuurlijk. 't Was de eerste keer dat wij uit De Panne kwamen en wij schaften ons eerst een stevige paraplu aan. Groote, zware katoenen paraplus, zooals de boeren er dragen. Tot dan toe hadden we gerust regen en wind verdragen.
Het stille, innemende stadje vonden wij deerlijk gehavend. De ‘Nobele Roze’ had van de beschieting geleden; veel puntige nokken waren gebrokkeld en eene bom had een gat geboord in 't gewelf der St. Niklaaskerk; maar bekoorlijke hoekjes bleven ons tegenlachen en het binnentuintje van Ste Walburgis was één oase van frischheid en vrede. - Later kreeg de stad nog meer te verduren, en ze werd er nog meer aandoenlijk door, - als een lijdende schoone. Getuigen de poëtische paneelen van Joe English, die in mijn studio hangen.
Wij wisten toen niet dat Mrs. Innes-Taylor er in gelukt was zich in Veurne te vestigen, en er haar liefdadige werkzaamheid was begonnen. Andere liefdadige vrouwen waren ook aan 't werk. Wij kregen het bezoek van Juf. Cuylits die, met de Gravin d'Ursel, zich bezig hield met de vluchtelingen en de kantwerksters van Poperinghe en Caster groepeerden. Ons verlangen was iets dergelijks in De Panne te beginnen en, met behulp van Pastor Van Beveren en Kapelaan Denys kwam dat wat later tot stand bij de ‘Blauw Nunnen’! Ons werk: Steunfonds voor België, beleefde een groot succes in Italië. Een pro-belgio-dag bracht 18.000 fr. op. Ook Frans Van Cauwelaert beijverde er zich voor in Holland en Minister Schollaert was altijd gereed om ons te helpen. Wel mochten de katholieken wat van zich laten spreken, want, zooals het gewoonlijk gaat, viel de ‘union sacrée’ uit ten bate van het ongeloof. Ook in het leger werkten de duistere krachten der vrij-metselarij. - Werd er niet een loge geopend in De Panne? - De liberale school van Maurice Calmeyn genoot
| |
| |
een subsidie van 3000 fr., terwijl het katholiek college voor de Belgen te Londen geopend, zich moest tevreden stellen met 500 fr.
Den 14 Sept. kwam Rik de Man ons verrassen, wat ons groote vreugde veroorzaakte. Hij zag er zoo goed en flink uit, in zijn pak van interprête en officier de liaison bij 't Engelsch leger.
Tegen 't einde van September kwam er roering aan 't front. Een offensief werd ingezet door de Franschen in Champagne en aan den kant van Arras. De Engelschen vielen aan te La Bassée. De eerste linie werd ingenomen, maar voor de tweede werd het offensief gestuit. Het getal gevangenen bedroeg evenwel 30.000. In De Panne zagen wij enkel wat op zee geschiedde. Een heel Engelsch eskader, minstens 70 schepen, lagen den 16n September 's morgens vroeg voor het strand. 's Namiddags bleven er nog een dozijn zichtbaar; een ervan naderde zoo dicht mogelijk de kust ten einde eenige officieren toe te laten, in een bootje, aan wal te komen om prins Teck te gaan groeten.
Op ons front was men ook bedrijvig geweest en geweldig was 't kanongedonder al die dagen van eind-September. De canonnade op zee hoorden wij steeds duidelijker. Soms werden de villas tot in hun fundamenten geschokt. Den 19en woonden wij een echt zeegevecht bij. De obussen werden aan beide zijden zoo snel afgevuurd en vielen zoo snel in het water, dat men de losbrandingen van de ontploffingen niet kon onderscheiden. Hooge waterkolommen schoten op. Daarna verwijderden de schepen zich en de stilte viel weer in. Maar rond zes uren 's avonds hoorden we plots een geweldige ontploffing; dan weer één en nog één. Wij dachten dat een vliegtuig bommen liet vallen, maar neen, 't was een klein Engelsch schip dat aan 't vuren was, dicht bij 't strand, op eenige meters van de koninklijke villas. De Duitschers antwoordden en wij hoorden de obussen boven ons hoofd sissen. Op den dijk mocht geen mensch blijven staan. Een taube hing in de lucht. Prachtig was de sterrenhemel boven dit gedwarrel en gevecht.
Tot hiertoe had De Panne nog geen bommen gekregen,
| |
| |
maar den 22en liet een vliegtuig er vier vallen; een dicht bij de casino, waar altijd jongens logeerden; twee aan de Square Bonzel en een bij de villa Eddy. Mr. Collon en zijn dochter, die de volgende maand via Engeland naar België zouden terugkeeren, daar aan den oorlog geen einde scheen te komen, waren op den dijk, toen de eerste bom viel. Men sprak van negen dooden en zes en dertig gekwetsten, maar was dat niet in die jaren dagelijksch gebeuren? Een wraakneming, vanwege de Duitschers, zegden de menschen, voor de beschieting van den 19den die hun veel kwaad had gedaan. Neventooneelen van het groote tragische bedrijf.
Den Zondag 26n Sept. hield P. Hénusse een prachtige rede in de Oblatenkapel, over vaderlandsliefde, grootheid van offer en sacrifie.
En daarme was ook de Septembermaand heengegaan, zonder de gewenschte verlossing te brengen. Zou October er ons dichterbij voeren? De Rozenkransmaand, zoo dichterlijk door Gezelle bezongen. De maand die ons in De Panne had gebracht. Nog driemaal zouden wij ze daar beleven, wij die van dag tot dag uitzagen naar de verlossing. En hadden wij geweten hoe wij eens naar dit oord onzer ballingschap zouden terugzien als naar een land van belofte! Die dagen betreuren zoo vol van een intens en verlangend leven! - Maar het land zuchtte onder vreemden dwang, en welke ook de na-weeën van den oorlog mogen geweest zijn, wij zijn toch weer vrije menschen. Het half-mislukte offensief in Champagne duurde voort tot in begin van October. Wij zagen er enkel van wat, voor ons, op zee geschiedde, het vuren der Engelsche schepen en de obussen der Duitschers, fluitend boven ons hoofd. De Engelschen drongen door tot aan de derde Duitsche linie, volgens de aanteekeningen van Juf. Duykers.
Plots, den 5 October, zagen wij weer Mr. Ramaekers aankomen; ditmaal met Colette Yver, de Fransche schrijfster. Zij werd afgestuurd door René Doumic, die voor zijn ‘Lectures pour tous’ een bezoek aan 't Belgisch front verlangde.
‘Colette Yver’ is slechts de deknaam van de bekoorlijke Bretonne die Antoinette de Bergevin is. Begaafd met alle gaven van hart en geest, even innemend in 't gracievol uiter- | |
| |
lijke als in de fijn-besnaarde ziel. Wij voelden van eerst af dat zij een vriendin zou worden, en zoo werd het door de toekomst bewaarheid. Tot Mej. Duykers voelde zij zich speciaal aangetrokken en de twee delicate zielen verzusterden onmiddellijk.
Colette Yver hadde graag eene audientie gehad bij de Koningin, die ik toen nog niet kende; maar de eerste maal slaagde zij er niet in. Bij een tweede bezoek had zij echter meer succes.
Wij toonden haar wat wij konden: den Océan, met al zijn glorieuze ellende. - Zij deelde sigaretten uit, en won de harten door de stralende goedheid van haar gelaat.
Haar groot verlangen was in de tranchées te geraken. Zij wendde zich te Oostduinkerke tot den Franschen generaal Rouquerolles, maar kon bij hem niets bekomen. Vruchteloos probeerde zij ook bij onzen G.Q.G. toelating te verkrijgen om naar Nieuwpoort te gaan. - En wij die ons zoo gekneld en aan alle kanten geboeid voelden! hoe hadden wij deze vreemdelinge benijd. - Dr. Brugéres, van 't Fransche leger, kwam haar uitnoodigen, van wege een onderpastoor van Reims, Abbé Andrieux, om op den Vrijdag 8, met hen in een kelder te Nieuwpoort, om 4.30 uur te komen dineeren. Den Zondag 10, moesten wij 's middags die twee heeren verwachten. Zij kwamen inderdaad, maar.... de vogel was heen gevlogen. Wat was er gebeurd? Wat Franschen en officieele personen niet vermochten, dit werd bewerkt door Vlamingen: Dr. Daels en sergeant Van der Stichelen. Dr. Daels kwam den Zaterdag 9 Colette Yver halen, bracht ze naar Veurne en van daar naar de tranchées in eerste linie. Zij werd er verrast, opgepikt en naar de grens geleid. - Zij had echter toch een Duitschen aanval beleefd. Een brief van Dr. Daels meldde ons dit alles den Zondagmorgen. Daar zaten wij met onze twee Franschmannen! die er zeer ontgoocheld uitzagen van zich met gewone Belgen te moeten tevreden stellen. Zij konden maar half hun desillusie verbergen. Wij waren meest bekommerd om de gevolgen van de grap voor Dr. Daels en zijn helpers; maar hij werd niet verontrust. Sergeant Van der Stichelen alleen kreeg enkele dagen arrest.
| |
| |
Die abbé Andrieux toonde zich zeer heroiek tijdens de Reimsbombardementen, bij het ter hulp snellen der gewonden, en het leenigen van geestelijken en materieelen nood. Dit moet men den Franschen toch toekennen dat zij met doodsverachting hun vaderlandsche plicht vervullen.
Ons werk, in die Octobermaand, lag vooral in het organizeeren der vrouwen. Zooveel mogelijk zochten wij den Vrouwenbond aan te passen aan de omstandigheden van het front.
Naar wat wij hoorden van den heer Ramaekers en anderen, woekerde de zedeloosheid op verschrikkelijke wijze bij zekere frontbevolking. Zoodanig dat Mr. Ramaekers aanraadde niet zoozeer de kinderen naar Frankrijk te sturen, als de meisjes van 12, 13 jaar af.
Kapelaan Denys was onze groote helper. Een vergadering van dames en juffrouwen werd belegd op Swiss Cottage voor den 28 October. De juffrouwen Bieswal van Veurne, Mej. Marie de Grave, die met Juf. Van Hee Veurne's engelbewaarder was, Mejuffrouwen Nevejans, Quaedgebeur en Peeters, ook Pastor Van Beveren, Kap. Denys en P. Ildefons, die met ons hadden gedineerd, waren er aanwezig. Men besloot ‘Omhoog’, het orgaan van den Vrouwenbond, weer uit te geven, te trachten de vrouwen te groepeeren en hen aan den arbeid te zetten. In de villa ‘Les Airelles’ was dat reeds eenigszins tot stand gekomen, door de zorg der hooger vermelde dames. Door hen waren ook reeds kostelooze consultatie's voor wichtjes en jonge moeders ingericht. De kantnijverheid werd aangemoedigd door de jufvrouwen Cuylits en Biebuyck, onder het hooge patronaat van de Koningin.
Op den morgen van dien Donderdag 28 October, werden wij plots verrast door het bezoek van Frans Van Cauwelaert in gezelschap van Dr. Van de Perre. Frans Van Cauwelaert verlangde een onderhoud te hebben met den Koning. Dit gelukte hem echter niet, en de twee heeren moesten zich vergenoegen met ons gezelschap. Zij kwamen soupeeren met Aug. Van Cauwelaert, P. Ildefons en Juul Filliaert, en wat al interressants vernamen we toen! Dr. Van de Perre raakte niet uitgepraat over de vlijt met dewelke de Belgen in Engeland arbeidden, wat door vele Engelschen met leede oogen werd
| |
| |
aanzien. Frans Van Cauwelaert vertelde van zijn wedervaren met De Vlaamsche Stem. Het blad was eenvoudig door Duitschgezinden opgekocht.
Dat de naam der Duitschers met ontzetting en haat in die dagen werd aanhoord, is niet te verwonderen, wanneer men gedenkt welk afgrijzen hun daden verwekten. Den 20n vernam men in De Panne hoe zij Miss Edith Cavell hadden gefusilleerd. Het nieuws van een ander sterven bereikte ons in die dagen. Henriette Herdman, de vriendin onzer jeugd, was den 21 September, te Luik, ontslapen. Zij was eene Iersche, met al den gloed, de fijngevoeligheid van haar ras, uiterst voornaam en bekoorlijk. Bij de de Laveleye's als vriendin-gouvernante opgenomen, kwam zij veel bij Oom Piercot, burgemeester van Luik. In dat protestantsch, liberaal midden, was zij onder de bekoring van 't Katholicisme gekomen, en werd vurig geloovig. Tante Constance was haar meter geweest, en zij was bij ons van den huize.
Trouwens, al wat Engelsch is, heeft, van kindsbeen af, veel aantrekkingskracht op mij uitgeoefend, en de oorlogsjaren zouden mij de kostbare vriendschap van Miss Dale verschaffen. Deze zoo schrandere, zoo toegewijde dame was toen, in den Océan, aan 't hoofd van 't pavillon ‘Every man’ en zij kwam op onze villa meer en meer. Protestante van de schakeering High Church, voelde zij zich een echte katholieke. De Engelsche Kerk, de orthodoxe kerk, de Roomsche Kerk, waren alle takken van de ééne Kerk, volgens haar meening. Zij ging naar de mis in de kapel. Zou zij er gecommuniceerd hebben? Wij hadden lange conversatie's en discussies over religieuze onderwerpen. Enkele jaren na den oorlog, is zij tot het katholiek geloof overgegaan.
Zoo was onze wereld in De Panne, in de bewogen oorlogsjaren, bont en interessant. De Vlaamsche ondergrond behield de overhand. Gedurig in Mej. Duykers bladzijden duiken de zelfde namen op: Aug. Van Cauwelaert, Aug. Nobels en zijn broers, Georges Van Severen, Jan Bernaerts, Aalmoezenier Van den Heuvel - trouwe vrienden, gestalten die niet vervagen in de mist van 't verleden.
|
|