Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939(1939)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 539] [p. 539] De jager Wij weenen luid, wij kermen en wij vloeken, Wij hangen juichend blijde wimpels uit, Wij smalen trotsch, wij aarzelen en zoeken; De Jager lacht: wij worden toch zijn buit. D'ellende grijnst, de kermisorgels janken, De meisjes lonken, de verliefde kust, De rijkaard stapelt veilig in zijn banken De schatten op, en wandelt zelfbewust. De Jager in de bruine Octoberbosschen Bespiedt de herten en hun bont gewei, En zonder ooit een falend schot te lossen Velt hij er neer: een lange, stille rij. Hij lacht en steekt den horen, d'einders wenken, Nieuw wild wacht op een jammerlijken dood, Hij kan aan alle tegelijk geen aandacht schenken, Edoch hij nadert, en hij weegt zijn lood. jan melis. Vorige Volgende