Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1939(1939)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 538] [p. 538] Haarpijn Dit is van 't feest mij bijgebleven: een bitteren nasmaak in den mond en uit gewoonte meest gegeven wat bloemen die een kennis zond. Dit rest ons van 't luidruchtig vieren: wat asch op 't plakkend tafelkleed, veel afval om op straat te zwieren, ja, blik en veger staan gereed! Kristallen roomers, gulden wijnen, een bloem in 't knoopsgat scheef gespeld, het morgenlicht door de gordijnen, de gastheer die de kurken telt. Kom, 'k ga mijn heimwee maar verslapen, slechts goden feesten zonder spijt, wij liggen naast de flesch te gapen, grauw van de aardsche treurigheid! liesbeth van thillo. Vorige Volgende