Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1938

[p. 824]

Het lied
door Dr J.D. Bierens de Haan

Zingend Lied wiens wezenlijke
wonder ziel en zinnen roert,
gij doet starre winters wijken
dat zich de oude Vreugd ontsnoert:
machtiger dan koninkrijken
is het vaandel dat Gij voert.

Openbaarder van hetgene
in den Geest ligt voorbereid,
die met juichen en met weenen
wat gij uitzingt begeleidt
alle geesten zult gij eenen
in uw roem en heerlijkheid.

Zooals thans de wereldmachten
zijn gewapend met geweld,
zal eens sterk zijn de Gedachte
waarvan uwe schoonheid meldt.
Tot versmachtende geslachten
komt ge als heilbode aangesneld.

Gij die uit verhoogde zalen
van het Goddelijk bestier
in deez' laaggestrekte dalen
stort het onuitbluschlijk vier,
dat als gloed van zonnestralen
schittert ginds en koestert hier.

[p. 825]

 

Zanger zijt gij en de gever

 

van het eeuwenoud gedicht,

 

waar de Geest als eeuwge wever

 

zijn geheimen in verdicht,

 

hij die denker en belever

 

met zijn heilsbeloften sticht.

 

 

 

Al het heden ligt gescheiden

 

door verlegen misverstand.

 

Gij wilt onze ziel geleiden

 

in het onverwelkte Land

 

Daar zijn Mensch en Engel beiden

 

onvermengd en ongescheiden

 

in éen zang elkaar verwant.