Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1938(1938)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 696] [p. 696] Bezonnen zang Verstilde pijnmuziek voorspelt een feest van stilte ten klaren wintertuin waar ik mijn denken meet aan nieuwverzonnen maat van schroombekoorde kilte, o weifel dezer hand die zoekend zinnen sneed aan rijp ivoor omraadseld en vertogen tot glanzig beeld van eigen droom en lijn - ten voet mijn hunker nauw een bloeibewogen sluiprank gerezen uit muziek en pijn; zoo zijn wij samen van ons bloed bekomen, beeldschoon vereend waar ik u stil herschiep in zuiverzachte gloor van koelivoren dromen waaraan mijn spitse pijn u tot gestalte riep, uit al de fijne kronkels vorremrijp geboren van 't gladgeschuurd serpent dat schuifelt door mijn hoofd gespleten loklied in de schelpen mijner ooren, vrucht van mijn kennis die zichzelf te proeven looft; wen zoo mijn wrange wil u sneed met wrakke handen uit de gedachtenis van een vergane vrouw wrong zich mijn hooge trots door haar verslapte banden en 't smartverspillend spel van onbezonnen rouw hoog-óp aan u, en hing zijn zonnewende zoo hoog en stil en ver over uw hoofd - zóó staat, vergeten vingerspel aan uw ivoren lenden, ten spiegel van uw glans het beeld van mijn gelaat. Gestalte die gegroeid boven het eindig leven der dagelijksche vrouw haar loomt' onttogen zijt lok uit dit vadsig vleesch mijn nooit genezen streven naar d'onberoerde vormen der onvindbaarheid die glimlacht om uw mond die speelt om al uw leden haar rustbelievend spel van schaduw en van licht, uitebbend lustenlied verglommen en vergleden in kleurvergeten glanzen aan uw aangezicht; [pagina 697] [p. 697] want wie uw schoonheid vond wil niet meer weder keeren, de wond van vleesch en bloed hebt gij volmaakt verheeld, zijn geest zal eigen diep met liefde en lied vereeren, waar d'eindelijke dood hem d'ijlste toon ontspeelt, de flitsenfelle dolk die zijne ziel zal kerven uit al de veege vormen van dit leeg lichaam, en over alle menschen - landen - tijden zal zij zwerven en zingen haar geluk ten toover van uw naam: ‘gij zijt in mij en ik in u mijn schoonheid, wij zijn het leven dat geen bloed meer slaat muziek - en zang - en spel - en droom - en dans - en daad en toch alleen de stilte - de gloeilichtende stilte, wij zijn het spiegelbeeld dat kaatst naar Gods gelaat’. (Aan mijn broer, de nachtendiepere). stefaan leonard. Vorige Volgende