Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1938
(1938)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 236]
| |
Fransche letteren
| |
Autour du xixème siecle litteratureOnder dezen titel publiceert Mme Marthe Kolb thans een groot opgezet werk: Ary Scheffer et son tempsGa naar eind(1). De groote kunstenaar Ary Scheffer heeft een grooten invloed uitgeoefend op de Estetica van zijn tijdvak. Zijn diep menschelijk werk roept geheel het romantisme op van een eeuw geleden. | |
[pagina 237]
| |
Het werk van Mme Marthe Kolb vormt een geleerde schriftverklaring van Scheffers werk, maar het is ook in zekeren zin de geschiedenis van een Hollandsche familie in Frankrijk, in de 19e eeuw. Na een inleiding waarin de schrijfster op bewonderenswaardige manier ons de stad Dordrecht schildert, onderzoekt zij achtereenvolgens de vorming van den kunstenaar, zijn politieke houding en ten slotte zijn veelzijdig en veelvuldig werk. Dank dit intelligent commentaar, begrijpen wij hoe Ary Scheffer de tolk heeft kunnen zijn der geestesgesteldheid van zijn tijd. Gesproten uit een meditatieven stam, was hij voorbestemd om de humanitaire zijde van het romantisme te begrijpen en er de melancolische bekoring van uit te drukken. In een bij uitstek gevoelig tijdvak wist hij van zijn kunst een soort epos des harten te maken door den weerglans van de verrukkingen en het lijden der menschheid te verstarren.
***
Tijdgenoote van Ary Scheffer heeft ook George Sand een zonderling lot gekend. Betrokken in de groote gebeurtenissen van haar tijd en bijzonder in de romantische beweging, heeft zij een grooten rol gespeeld in de geschiedenis van het gevoel in de 19e eeuw. Men kan op aangename wijze in voeling komen met het werk van George Sand bij het doorlezen van den bundel die M.S. Rocheblave onlangs gewijd heeft aan de groote romanschrijfsterGa naar eind(2). De auteur heeft een willekeurige keuze gedaan van beduidenswaardige teksten en heeft zijn boek doorzaaid met zeer gedurfde commentaren. Laat ons opmerken dat M.S. Rocheblave voorhoudt dat het essentieele van George Sand niet in haar romans ligt, maar dat haar actie op haar eeuw werd uitgewerkt door al wat zij op de rand van haar romanesk werk heeft geschreven. Het omverwerpende gedeelte der gedachten van George Sand daargelaten, geven we graag toe dat deze voorloopster van het féminisme ten huidigen dage nog de nieuwsgierigheid verdient van hen die het | |
[pagina 238]
| |
tegenwoordige begrijpen willen door studie van het verleden.
***
Al zijn de figuren van Ary Scheffer en George Sand zeer beduidend, toch moeten we bekennen dat zij blijkbaar verbleeken naast den sonoren reus Victor Hugo, wiens tragisch bestaan onlangs werd geteekend door M. Léon DaudetGa naar eind(3). Dit boek behoort tot de geromanceerde geschiedenis. Léon Daudet heeft werkelijk, steunend op authentieke documenten het leven van zijn held opnieuw doordacht en herschapen. Krachtig en kleurig weet de schrijver van Le Stupide XIXème Siècle om de verschillende episoden van Hugo's verborgen leven te herscheppen. Misschien hecht hij desaangaande te veel belang aan de buitensporigheden van den dichter, maar hij munt uit in de wijze waarop hij toont hoe de schrijver van Hernani verblind was door den hoogmoed, verslonden door de ambitie, onstuimig en goedluims tegelijk. Léon Daudet vat Hugo op het oogenblik van het verraad van Sainte-Beuve, en hij beschrijft in een bewogen tafereel, zijn waar echtelijk en buitenechtelijk leven, zijn afkeer, zijn rouw, zijn zegepralen en ontgoochelingen, zijn grootheid en zijn bekrompenheid. Dank zij de frissche tinten van Daudet's taal en voorstelling is dit een grootsch boek. Nogmaals hebben we hier een gansch tijdvak dat straalt doorheen deze gezwinde en levenstrillende bladzijden.
***
Bij den dood van Victor Hugo in 1885, was de dichter Louis Le Cardonnel 23 jaar oud, en bezocht de littéraire kringen van Parijs. Men kent het lot van dezen priester-dichter die van nabij in aanraking kwam met de symbolistische beweging. De herinnering aan Louis Le Cardonnel wordt thans weer opgeroepen door twee boeken waarin naast huldebetoon, onderhouden, redevoeringen, documenten en nota's werden bijeenge- | |
[pagina 239]
| |
bracht die zeer nuttig zijn tot nadere kennis van den dichterGa naar eind(4). Georges Barrelle en Emile Ripert hebben het geluk gekend intieme vrienden te zijn geweest van den schrijver der Carmina sacra, wiens geestelijke leerlingen zij beiden in zekeren zin geweest zijn. De verdiensten van de vurige getuigenis van Georges Barrelle, zijn de gesprekken die hij uit den mond des meesters heeft gehoord en die een levend licht werpen op deze groote ziel. Emile Ripers heeft vooral getracht de laatste oogenblikken van den dichter en zijn bewonderenswaardige dood te schilderen. De schrijver van zoovele werken geïnspireerd door Ombrië en Provence, was wel de uitgelezene om ons te spreken over den pelgrim van Assise en den Zanger van de Rhône.
Alvorens de letterkundige geschiedenis der 19e eeuw vaarwel te zeggen, mogen we niet nalaten de op ‘geschiedenisjes’ beluste lezers te wijzen op het werkje waarin Lord Alfred Douglas ons vertelt welke zijn relaties geweest zijn met Oscar Wilde. Men zal allicht geen borg stellen op dit pleidooi dat tot verrechtvaardiging zou willen strekken, maar we kunnen dit document insluiten bij het dossier van deze duistere zaak waarvan altijd zekere aspecten onbekend zullen blijvenGa naar eind(5). | |
[pagina 240]
| |
Doorheen de godsdienstgeschiedenisGaan we nu van de litteraire geschiedenis over tot de godsdienstige dan vinden we in onze boekentrommel twee handboeken die zeer kostbaar zijn voor allen die belang stellen in de geschiedenis van het christendom doorheen de tijden, namelijk de Histoire de l'Eglise van den E.H. MarçayGa naar eind(6) en de Histoire des Missions catholiques door Paul LesourdGa naar eind(7). Deze werken hebben groote, leerrijke hoedanigheden: zij zijn klaar, juist en overvloedig geïllustreerd. In het werk van den E.H. Morçay vindt men eigenaardige bijzonderheden aangaande de eerste eeuwen van het kristendom, aangaande de kruistochten, en vooral aangaande liberalisme en laïcisme. Paul Lesourd heeft zijn boek onderverdeeld in twee gedeelten: het eerste geeft een geschiedkundige schets van de evangelisatie over de wereld; het tweede bestudeert de geschiedenis van den godsdienst in elk land. Het werk is verrijkt met statistieken, nota's en aanhangsels, het is werkelijk voor 't oogenblik de beste bijdrage tot de missie-geschiedenis die in de Fransche taal bestaat. Een figuur als deze van Bossuet komt op het kruispunt van letterkunde en godsdienstgeschiedenis te staan. Alleszins mag de welbespraakte redenaar, die de ‘Aadelaar van Meaux’ geweest is, ons den priester niet doen vergeten, den geestelijken vader, den man Gods. Hieraan herinnert ons het onlangs verschenen werk van E.P. DevroyeGa naar eind(8) dat ons in Bossuet wijst op den zielestichter zeer menschelijk en zeer bovennatuurlijk tegelijkertijd. Het volmaakte akkoord van deze twee noten vormt een onveranderde en steeds moderne methode die blijft evenals alles wat klassiek is. Zij die van Bossuet totnogtoe niets kenden dan zijn ‘Oraisons funèbres’ en zijn ‘Elévations’ zullen hier met verbazing ontwaren hoe de zielezalver de gestrengheid van den godgeleerde tempert, want dit is een miskende zijde van den grooten man, die ons E.P. Devroye in zijn substantieel en fijn zielkundig werk voor den geest roept. | |
[pagina 241]
| |
Enkele bladzijden hedendaagsche geschiedenisEen werk van Jacques Bainville is steeds een feest voor den geest. Thans hebben we een nieuwe posthume bundel voor ons liggen van artikels die de beroemde historicus destijds gewijd heeft aan Rusland, Polen, Roemenië, Turkije en de Oostersche vraagstukkenGa naar eind(9). Men vindt hier de luciditeit van Bainville weer en zijn meesterschap die bestaat in wijsheid en fijngeestigheid. De schrijver legt op bewonderenswaardige wijze de les der politieke gebeurtenissen uit en zijn oordeel wekt gezag. Hij ziet ver omdat hij alles van op een hoogtepunt beschouwt. Zonder stil te blijven bij ondergeschikte vraagstukken, legt hij er op aan een panoramischen blik te werpen op de internationale gesteltenis om een synthese te kunnen opmaken van alles wat zijn scherp oog ontdekt. Al wie zich inwijden wil in de hedendaagsche geschiedenis moet deze breedzinnige bladzijden doorlezen wier intellectueel gehalte een maximum bereikt. Deed het boek van Jacques Bainville ons beter de Russische revolutie van 1917 verstaan, zoo licht ons het werk van Alfred Mendizabal, Aux Origines d'une tragédieGa naar eind(10), in omtrent de geboorte der spaansche revolutie. De schrijver verhaalt de feiten die de laatste jaren de geschiedenis van zijn land hebben beheerscht. Katholiek professor aan de hoogeschool van Oviedo, lijkt deze auteur een geloofwaardige getuige, beter dan wie ook op de hoogte om een onpartijdig en goed gegrond oordeel te vellen over de gebeurtenissen. De lezing van dit werk stelt ons het Spaansche drama in geheel zijn diepe werkelijkheid voor oogen. De lezer die graag en zorgvuldig inlichtingen put uit zeer verschillende bronnen, zal met evenveel belangstelling het werk lezen van Joaquin Maurin: ‘Révolution et contre-révolution en Espagne’Ga naar eind(11). Stichten en leiden van de Marristische Eenheidspartij der werklieden, is de schrijver juist de man om ons de zwakheden van de Spaansche republiek aan te toonen, tegelijkertijd met den gang der werkliedenbeweging. Hij geeft de geschiedkundige beschrijving van de ver- | |
[pagina 242]
| |
schillende sociale heroprichtingen die de opkomst van het ‘Frente Popular’ hebben gekenmerkt. Welke ook de oorsprong moge geweest zijn van den oorlog die het Iberische Schiereiland met bloed doordrenkt, blijft dit boek in elk geval een waarachtig getuigschrift en een uitmuntende bijdrage tot de geschiedenis van het hedendaagsche Spanje. Een niet minder authentieke getuigenis brengt ons het werk van Dr. Peter Martin: Là-bas, dans les geôles...Ga naar eind(12). De auteur verhaalt ons hier van alpha tot omega de geschiedenis van zijn dertig maanden lange gevangenschap in de Hitleriaansche concentratiekampen. Deze getrouwe verklaring is een aandoenlijk rekwisitorium tegen het naziregiem. Men moet in het boek van Dr. Martin het verhaal van den nacht van 30 Juni 1934 gelezen hebben om definitief ingelicht te zijn. Deze gewichtige bladzijden zijn sprekender dan alle theorieboeken die aansluiten bij een kritiek van totalitaire begrippen. | |
Hedendaagsche vraagstukkenDaniël Rops zet in een nieuwe bundel, getiteld ‘Tournant de la France’Ga naar eind(13), zijn onderzoek voort in de voormaals door hem bestudeerde problemen in zijn werk Les années tournantes. Eerst en vooral gaat het hier over Frankrijks lot zooals dit zich op dit oogenblik voordoet. De schrijver valt niet hals over kop in een onbedacht pessimisme. Al lijkt Frankrijks toestand hem onder vele opzichten in nood verkeerend, toch verkiest hij vertrouwen in te spreken aan zijn land, steunend op de menschelijke en universeele waarden die in Frankrijk nog in omloop zijn. Het tweede deel van het werk is besteed aan de door het communisme gestelde vraagstuk. Hier ook voorkomt de auteur sommige onbenullige vooroordeelen om uit de gebeurtenissen een les te trekken die waarde heeft voor alle menschen. Hij teekent klaar en duidelijk de houding van het | |
[pagina 243]
| |
kristendom tegenover het communisme en brengt gepast in herinnering dat er geen vrijmaking voor den mensch bestaan dan kan in den voorrang van het geestelijke. Daniël Rops is een dezer eerlijke schrijvers die een keuze van bijdragen aanbrengt tot de geschiedenis der huidige ideeën, en voor dewelke schrijven niet meer is een ijdel tijdverdrijf, maar wel een hooge zending: getuigenis afleggen voor de waarheid, die gedachten dienen en de menschelijke waarden verhoogen. |
|