Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1938(1938)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 206] [p. 206] Paradijs Er staat een boom, met vruchten zwaar beladen, met goud beglansd van late najaarszon. De tijd is rijp. Ik laaf mij aan een bron, terwijl het eerste blad valt op de paden. Terwijl de laatste gloed breekt van de zon, laaf ik mij aan een zoetheid zonder schaden. Ik proef den puren smaak van dees genaden, en weet niet meer waar mijn geluk begon. De nacht komt en hij hult den boom in duister. De wind komt en hij rukt de vruchten af. Mijn hof wordt vaal en trage regen ruist er. Pluk haastig nu den oogst. Die vlucht is laf. De vruchten zijn gekneusd. De gouden luister bedroog, verging. O droom, o daad, o straf! frank valkenier. Vorige Volgende