Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1937(1937)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 748] [p. 748] Ik ga met God! Ik ga met God! Hij is hier in de schemerbeemd zoo mild nabij en toch zoo ver en vreemd, Zijn stem mischt aan: de diepklank van een grot. Dat Hij mijn arme schreden leidt, het is mij zoet behagen, moog ik in dezen valen tijd een afschijn van Zijn lichtspoor dragen. Hem toewaarts neigt het bloemenschoon zich op den hoogen stengel en er is daar een fulpen toon: de verre wiekslag van een engel. Laat nederlagen zijn, laat zijn: gewoel, ik ga nu dieper kimmen tegen. Toen Hij mij stelde voor het heilig doel, de vogels en de boomen zwegen. Vind mij in ieder ding, gebood zijn wijs vermaan, en in dit uur van Godenschemering, leg af uw waan. Ik ga met Hem doorheen dit weidsch gebied, een bloemenbont getij. Wordt het een dool op onbelichte paden? Daar is het heerlijk sein van Zijn genade en golft het blauw bericht van Zijn mysteriestem. Hij gaat met mij! Ik ga met God! Hij gaat met mij! Nu wentelt aan ons de dorre landouw voorbij en plots herrijst zij in een hooger licht: Zij beurt de glanzing van Zijn aangezicht. v.j. brunclair. 1937. Vorige Volgende