Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1937(1937)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 452] [p. 452] Vers Lang hebben we elkaar geschreven, Senor Moreno, uit Pampelune, In een voor beide vreemde taal: het Fransch. Uw mooi aangezicht, Uw blanke handen, De zwier van alles in U, Hadden mij doen vergeten uw Spanjolenbloed, De woeste rit van uw vaadren door mijn land, En het ellendig geniepige In uw wil tot meesterschap. Waar thans, nu uw land In puin en asch vergaat, En ik niet weet waarop gij U verlaat, Thans bloeit weer open De zachtheid van d'errinnering, En ik bid, ik bid voor U, Moreno. Een regen van kogels, een vlam van mitraille, Een vuurberg van bommen, Kunnen uw Kerken vernielen, Uw volk verpulveren, Doch reeds waren om de zwangere vrouwen Gods engelen, En staan met hun onzichtbre, Doch zeekre zwaarden Ter bescherming gereed. marnix van gavere Vorige Volgende