toch ook een deugd is, naar onze bescheiden meening.
Gelukkiglijk zijn er nog nederige Vlamingen, zooals Pater Janssens, van de Societeit van Jezus. In een recensie-artikel van ‘Streven’, een tijdschrift ook van de Societeit, schrijft hij dat een zeker boek streng, zeer streng voorbehouden lectuur is, ‘ten minste voor de Vlamingen’.
Wij juichen die woorden toe, ten minste voor Pater Janssens. Het is goed dat onder de ontwikkelde Vlamingen, die beweren niet te zullen rusten vóór zij voor vol aangezien worden, en zich aldus aan de hoovaardij des geestes overgeven, het is goed zeggen wij, dat et onder hen nog één voorkomt, die voor de nederigheid zorgt en in wijder kring de groote waarheid verkondigt, dat ontwikkeld Vlaanderen nog niet ontvoogd is. Zij moeten zich niet inbeelden te mogen lezen wat ontwikkelde katholieke Nederlanders lezen mogen. Geduld, zoo vet zijn we nog niet.
Wij hebben in Nederland een vriend, Vlaming, katholiek, ontwikkeld en sedert drie jaren aldaar woonachtig. Hij beweert het door Pater Janssens streng voorbehouden boek te mogen lezen, omdat hij sinds drie jaren in Nederland woont. Dat is echter niet onze meening. Drie jaren is o.i. niet lang genoeg en hij is en blijft Vlaming. Voor hem, voor zijne ziel, heeft Pater Janssens geschreven, dit lijdt voor ons niet den minsten twijfel. Natuurlijk onderwerpen wij ons oordeel bij voorbaat aan de kerkelijke uitspraak.
Een andere vriend vertelde ons dat hij, op reis naar Rotterdam, te Esschen in den trein in gesprek kwam met een ontwikkeld, vlaamsch katholiek jongeling, die hem vroeg hoe het nu zat met dat boek. Of men het mocht lezen. ‘Zeer streng voorbehouden’, antwoordde mijn vriend. Er werd voort gepraat over het boek tot in Roozendaal, het volgende station, waar een ontwikkeld nederlandsch katholiek jongeling zich in het gesprek mengde en dezelfde vraag stelde. ‘Men mag het lezen’, antwoordde mijn vriend. De Vlaming, verbaasd en boos, wilde protesteeren, ‘maar ik heb hem eens duchtig de les gelezen’, vertelt mijn vriend. ‘En in het bijzijn van een vollen bak Nederlanders: Denkt gij, flierefluiter, te mogen lezen wat deze Nederlander mag? Ge zoudt veel beter doen te bedenken dat ge maar een Vlaming zijt. Met uw pretentie!’
Zoo stopte mijn vriend hem den mond. Wij juichen dat toe.
Er wordt soms opgeworpen dat de toepassing van Pater Janssens' indeeling complicaties kan meebrengen. Eerlijkheidshalve zullen wij dat niet betwisten, doch wij voegen er dadelijk aan toe, dat deze gevallen zich slechts bij hooge uitzondering voordoen. Wij zullen er dadelijk een treffend voorbeeld van geven.
Over het algemeen en dit zullen wij bewijzen, is de toepassing in de praktijk dood-eenvoudig.
Vlaanderen grenst ten Noord-Westen aan de Noordzee. Hier geen moeilijkheid. Het boek is streng voorbehouden tot aan het strand en op de territoriale wateren van België. Het ministerie van zeevaart kan juist aangeven, tot hoever in de Noordzee het boek streng voorbehouden is.
Op de Schelde is het voorbehouden tot aan Doel. (Hollandsch Scheldegebied).
De Noordergrens te land is tusschen Holland en Vlaanderen op een meter na vastgesteld. Aan deze zijde van de grens is het boek streng voorbehouden; er over niet. Daarna krijgen wij de eenigszins vage taalgrens. Zooals men weet is zij tot