Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1936

[p. 869]

[Felix Rutten]

Moeder Gods die vol genade...

Moeder Gods die vol genade
Naast den Christus, Uwen Zoon,
Onze ellende komt te stade
Uit de glorie van Zijn troon,
Die naar 't bangen onzer zielen
Uw meewarige oogen richt,
Al wie U te voeten vielen
Overweldigt met Uw licht, -

Moeder, niet voor mij bizonder
Bid ik met betraand gelaat
Om de weldaad, om het wonder
Van Uw ster en dageraad,
Die de Moeder, hoogverheven,
Van de schoone Liefde zijt,
Maar voor 't kind dat ik mijn leven
En mijn liefde heb gewijd.

Een der in Uw oog verstilde
Tranen zij z'n hart gegund:
Wees voor hem een Moeder milde
Zooals Gij slechts wezen kunt,
Met de sterkte van Uw armen,
Met de zachtheid van Uw hand,
Tot - geleid door Uw erbarmen -
Hij in Uw geluk belandt.

felix rutten.

[p. 870]

Lieveling, sluimer veilig...

Lieveling, sluimer veilig in de
Schutse mijner werkzaamhêen, -
Veilig als het bergmeer binnen
Wieg van rotsen daaromheen.

Op de rotsen van mijn hoogmoed
Heb ik jouw geluk gebouwd;
Weerbaar is de ronde ringmuur,
Die mijn schat geborgen houdt.

In mijn armen zal 'k je dragen
Boven zorgen en verdriet,
Door het stormen van de vlagen
Naar een zonneblij verschiet.

Sluimer, lieveling. Met je lokken
Speelt de zoele voorjaarswind.
Gentianen, blauwe klokken,
Bloeien open...... Sluimer kind.

In jouw oogen ligt der heemlen
Zomerblauwe heerlijkheid......
Sluimer, bergmeer in het landschap
Mijner liefde neergevleid.

felix rotten.