| |
| |
| |
Boekbespreking
Le roman de Louis Veuillot, présenté par le Vicomte Henri Davignon de l'académie royale de Belgique. - Coll. Durendal. Bruxelles. - 5 vol. par an. 20 fr.).
Het is een echt genot deze briefwisseling tusschen Louis Veuillot en gravin Juliette de Robersart, een Belgisch meisje, geboren te Bergen, te lezen. Hij was weduwnaar, en de 50 nabij; zij was er 32, stond alleen in de wereld, en bijna altijd op reis. Hij ontmoette haar te Rome, en beminde haar onmiddellijk. Ze was een buitengewoon fijn ontwikkelde, geestige, fijnbesnaarde vrouw. Maar, jaloersch van haar vrijheid, wilde ze van geen huwelijk hooren. Trouwens ze voelde voor hem niets anders dan een oprechte, degelijke vriendschap. En in hun brieven ontvouwt zich een echt roman. De hoogstaande, diepvoelende man, die zijn liefde niet kan doen zwijgen, al tracht hij ze onder scherts en humor te verbergen, de jonge vrouw, die hem tot gevoelens van oprechte vriendschap wil terugbrengen, en eindelijk zegeviert. Niet zonder melancholie geeft hij zich gewonnen; zijn liefde voor haar is diep genoeg, om zich bij hetgeen zij verlangt neer te leggen, trots pijn en ontgoocheling.
Dit boekje is een revelatie: is het wel de ruwe polemist, dikwijls zoo brutaal tegenover zijn tegenstrevers, die deze allerfijnste, zoo innig gevoelde brieven schrijft?
L.D.
| |
Colette Yver: La vie secrète de Catherine Labouré. - Editions Spes. Paris.
Nog een van die levens, die Colette Yver zoo fijn en delicaat, en tevens zoo levendig en echt weet voor te stellen. Catherine Labouré, is die nederige Fille de la Charité, die begenadigd werd door verschijningen van O.L. Vrouw, en opdracht kreeg een medalie te laten maken. Alleen haar biechtvader wist hiervan, en langen tijd weigerde hij er aan te gelooven. Deze kleine medalie - thans onder de benoeming ‘médaille miraculeuse’ gekend, bewerkte ontelbare mirakels, en bij voorkeur, bekeeringen; de meest ruchtbare was wel die van Alphonse Ratisbonn, de jonge joodsche bankier, die fel gekant was tegen het catholicisme. Door een vreemd concours de circonstances, gelukte een vriend hem de medalie te doen dragen. Nog een andere opdracht kreeg ze, omtrent een standbeeld van O.L.V. zooals zij haar verschenen was met den wereldbol in haar handen; opdracht die slechts uitgevoerd werd toen ze niet meer van deze wereld was.
Een sympathieke figuur, zoo eenvoudig en nederig, die Catherine Labouré, dochter van een landbouwer uit Burgondië, die van haar 12 jaren het huishouden bestierde, na den dood van haar moeder, op meesterlijke wijze. Maar God riep haar. In 't klooster van de rue du Bac, te Parijs, was zij de nederigste, om hare ongeletterdheid door de anderen een weinig veracht. En nooit vertelde zij zelf, de groote gunst die haar ten deele gevallen was, die verschijningen van O.L.V.
| |
Charles Henri Dhacé: Contes du Camps et du Logis. Editions Spes. Paris. - 10 frs. (3 boeken te gelijk gekozen uit dezelfde collectie, geven recht op een vermindering van 2 fr. per boek).
Het leven van een troep scouts, thuis of in 't kamp, met al het lief en leed,
| |
| |
de stoffelijke en geestelijke moeilijkheden, den moreelen en soms heldhaftigen strijd, die zooal in 't leven van een scout voorkomen; en de les van zelfbeheersching, van geloof en sacrificie komt er als van zelf bij.
Een heel mooi boek voor kinderen van 9 tot 13 jaar.
| |
Jacqueline Lagrange: Bout d'Chou. - Editions Spes. Paris. - Cart. 10 frs. (3 boeken te gelijk uit dezelfde collectie, geven recht op een vermindering van 2 fr. per boek).
Een lief twaalfjarig meisje vol levenslust en kwâjongensstreken, maar met een gouden hart. Omdat ze zoo echt diep van Jezus houdt, leert ze groote offers te brengen, en wordt weldra de onschatbare steun van haar fel beproefde ouders, haar zeven groote en kleine broers, haar gebrekkige vriendin Dilette. Ze is als een blijde zonnestraal die overal licht en vreugde brengt.
Zeer geschikt voor meisjes van 8 tot 13 jaar.
| |
S.L. Prevost: Le Petit Savetier de Pomme sur Seule. Dessins de R. de la Nézière. - Editions Spes. Paris. - Cart. 10 frs. (met 3 boeken te gelijk in dezelfde collectie gekozen, 2 fr. minder per boek).
Jacquelin is een brave jongen, vol goeden wil, verstandig en eerlijk. Truffard, een vlegel die zelfs voor diefstal niet terugschrikt, is zijn gezworen vijand. Maar Jacquelin weet al zijn kwade streken te verijdelen, zijn oneerlijke ondernemingen te dwarsboomen, zijn boosheid aan den dag te brengen, en geeft hem daarbij nog de rammelingen die hij zoo goed verdient. Hij zelf wordt eindelijk beloond voor al het goede dat hij, heelemaal onbaatzuchtig, aan allen gedaan heeft.
Een uitstekend boek voor aankomende knapen.
| |
André Guéry; Pierre le ‘Moi’ et ses éléphants. Dans la forêt d'Annam. - Editions Spes. Paris. - 5 frs..
Een zeer verzettelijk boek voor jongeren. De kleine Pierre, 13 jaar oud, wordt door een troep vluchtende wilde olifanten verrast en meegerukt in de oerwouden van Annam. Daar beleeft hij de wonderlijkste avonturen en ziet meermaals den dood van dichtbij. Maar zijn geloof, zijn wilskracht, zijn durf houden hem recht, en helpen hem hinderpalen en gevaren te boven komen. Totdat hij, na lange maanden rond dolen eindelijk een nog heelemaal wilde bevolking ontmoet; wat later kan hij een missie bereiken, en van daar uit, zijn ouders eindelijk terugvinden.
Zeer goede lectuur voor knapen van 10 tot 15 jaar.
L.D.
| |
Albert Bessières: Les Fiancés de Leningrad. - Editions Spes. Paris. - 10 frs.
Deze roman werd geschreven om, volgens een wensch der geestelijke overheid, de phychologie van het bolsjevisme en de verwoestingen die het aanricht in familie en maatschappij, te bestudeeren. Alex en Nastenka zijn verloofd; hun ouders, diep geloovig en trouw aan den tsar, werden in de eerste tijden der Revolutie vermoord; zijzelve, aangenomen door een eerlijk en goed man, doch de nieuwe gedachten heelemaal toegedaan, worden in de bolsjevistische leering opgevoed, in den haat van God en godsdienst, verachting voor familie en moreele beginselen; ze wonen de afschuwelijkste tooneelen bij, zonder hun geloof in Lenin en in het door hem gepreekt ideaal te verliezen. Stilaan echter komt hun trots alles gaaf gebleven eergevoel tegen al dat verderf in opstand. Hun oogen gaan open ze scheuren zich los van de leering waaraan hun ziel dreigt verloren te gaan.
Dit boek is ernstig gedocumenteerd; het is de vrucht van tien jaren enkwesten,
| |
| |
en studie van de meest geloofwaardige bronnen. Onnoodig te zeggen dat de lezing ervan op een nachtmerrie gelijkt.
| |
Laurent Lambard: Ceux de Liège. Face à l'Invasion. Dessins originaux de M.M. Olivier Duchateau Fils et Jean Courtejoie. - Editions Leens. Verviers. - 15 frs.
In dit boek worden de gebeurtenissen der drie eerste dagen na het binnenvallen der Duitschers in ons land, nauwkeurig beschreven. Nevens de officiële verslagen der overheden die met hun eenheden aan den strijd deelnamen, raadpleegde schrijver haald; de lezer leeft de gebeurtenissen willens nillens mee.
L.D.
| |
R. Roest Crollius. ‘Land van Verlangen.’ Uitg. C.A.J. Van Dishoeck. Bussum.
Deze korte roman, bezit niettegenstaande zijn slechten bouw, enkele kwaliteiten, die de aandacht op zijn schrijver zullen blijven vestigen. B. Roest Crollius blijkt een sterk dramatisch talent te bezitten, dat hem weleens naar het onwaarschijnlijke drijft, doch op andere plaatsen aan zijn werk diepte en beteekenis verleent. Het land van verlangen is het rijk van de liefde, van het geluk. Doch het bekomt de menschen die hij daar hun heil laat zoeken al bitter slecht. In plaats van liefde en geluk vinden zij drift en misdaad, ondergang en ontrouw. Een somber boek. Onze jongeren moeten zich bevrijden uit die noodlotsziekte die een mode wordt, om met meer vertrouwen op te gaan in een echter, schooner en menschelijker leven.
A.D.
| |
Dr. Herman J. de Vleeschauwèr: Jacobus Acontius' Tractaat De Methodo, met een inleiding. Uitg. De Sikkel, Antwerpen; Champion, Paris, 1932, 206 blz. groot, 8o, 65 fr.
Een nieuwe uitgave, naar den Baselschen druk van 1558, van de korte, overigens vrij onbeduidende, verhandeling De Methodo van den zestiend-eeuwschen humanist Jacobus Acontius (Giacomo Concio uit Trente). Het werkje is op zich zelf van weinig belang en de schrijver ervan een zeer middelmatig denker; niettemin dient het boek van Prof. De VI. dankbaar begroet, omwille nl. van de uitvoerige historische inleiding, waarin we vooreerst een levendige schets krijgen van de bewogen lotgevallen van Acontius en een goed geslaagde typeering van dien karakteristieken Renaissancegeleerde uit de Hervormingsbeweging, - tegelijk jurist, ingenieur, wijsgeer, theoloog, al even ervaren in de geneeskunde als in de wiskunde. Verder, een algemeen overzicht van zijn werken, met een meer diepgaande analyse van zijn De Methodo, en een slotparagraaf over den schrijver als voorlooper van Descartes in het opbouwen van een philosophische methodeleer. Prof. De VI.'s bronnenstudie zal wel elders door vakkundigen naar waarde geschat en kritisch besproken zijn geworden. Laten we ten slotte slechts nog opmerken, dat zijn boek en het behandelde onderwerp thans heelemaal actueel aan 't worden zijn bij de nakende driehonderste verjaring van het verschijnen van Descartes'berucht Discours de la Méthode, welke in 1937 op het Internationaal wijsgeerig congres te Parijs wordt herdacht.
O.K.P.
| |
Richard Seewald: Robinson der Sohn Robinsons oder Die Vier Jahreszeiten.
Een zeldzaam boekje. Geschreven door een schilder, die ook een muzikant lijkt te zijn, want deze beschrijvingen der eerste zinnelijke indrukken, deze luchtige, phantastische verglijdingen van de eene atmosfeer in de andere, deze flitsende,
| |
| |
irrationeele associaties van details uit het decor van steden en landschappen, maakt op mij een muzikalen indruk.
Robinson, de zoon van den Robinson Crusoe onzer kinderjaren en der phantasie, maakt een poetische zwerftocht door de schoonheid van het avondland en zijn vier jaargetijden, maar vrij van alle perken van ruimte, tijd en logica. Men moet zich laten wiegen door het relaas van deze reis, zonder strijd, zonder bezinning. Zeker, de hoofdthemen hebben hun symbolische waarde. Maar wat mij meer bekoorde dan de landing van Robinson op de oevers van het geloof, is de kijk die ons geboden wordt in de psyche van een schilder, waar de buitenwereld zich oplost in een glinsterend spel van vormen en kleuren. De schrijver beroest er zichzelven en den lezer mede. Al wat er in dit boekje aan gestalten voorkomt, de vluchtige verschijning van menschen, dieren, planten, natuur, laat een onwezenlijken, maar glanzenden indruk na als van een gekleurden droom van den schrijver.
Het werk verscheen bij Kösel en Pustet te München, in een zeer verzorgd en handig formaat. De penteekeningen van den schrijver leveren een schilderkunstig commentaar bij den tekst, en dragen niet weinig bij tot de bekoring van dit boekje.
P.L.
| |
Mathieu Corman: Afgoden op den brandstapel. Vertaling K. Jonckheere. Wereldbibliotheek.
Zoo is de romantische titel van een reportage in Asturië tijdens den arbeidersopstand aldaar, in 1934. Of het feit dat daar heiligenbeelden verbrand werden, dezen titel wettigt, laat ik in het midden. Maar het volgt zoo wat de mode van den dag. (Les Flambeurs d'hommes enz.). Het relaas vervalt in twee deelen. De zakelijke weergave, als kern van het boek, waar de schrijver opkomt tegen overdrijving en sensatiejacht, (Hoofdstuk I) en daarrond de persoonlijke indrukken van den schrijver (I. Het avontuur, III. De storm luwt) achter het front, en na den strijd, eenigzins aan den zelfkant der revolutie.
De luchtige toon van den schrijver, die het als een grap beschouwt tegenover de eerste teekenen van verwoesting en dood, doet prikkelend aan. Het getuigt misschien wel van gelijkmoedigheid van zijn kant ten overstaan van het gevaar. Maar zijn ernstige toon in deel II vermag niet meer dien eersten onaangenamen indruk te verjagen. Ook een dieper zoeken naar de innerlijke oorzaken van dien vreeselijken strijd, zou ons meer aangegrepen hebben dan de beschrijving van zijn uiterlijke verschijning door een onbevooroordeeld en ironisch toerist. Maar al wie belang stelt in het aanschijn van het moderne Spanje, zal dit boeiend boek met aandacht lezen, en hem zal ook de ruk naar links in de laatste verkiezingen duidelijker worden.
P.L.
| |
J. Conrardy: Astrid. Vertaald door Marie Koenen. Uitgave van K. Beyaert, Brugge.
Dit is een van de werkelijk goede en met de noodige reserve geschreven levensbeschrijvingen van Koningin Astrid. Er wordt te veel over haar geschreven; er is te weinig stilte in de artkelen en boekdeelen die over deze beminnelijkevorstin verschijnen; er is niet genoeg de wijding en de schroom die verstilt. Maar Conrardy is een onzer verdienstelijke franschschrijvende letterkundigen, die beseft dat over de edele vrouw die zoo diep in ons en in het volksgemoed betreurd wordt, met bescheiden woorden moet gesproken worden. Het boek werd door Marie Koenen in gaaf en eenvoudig nederlandsch vertaald.
L.v.d.B.
|
|