Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1936(1936)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 680] [p. 680] Boheme 'k Lag nooit bij nacht of ontij langs de wegen, En heb maar eens te velde in 't hooi vernacht. 'k Heb als Rimbaud mijn schoen niet toegeregen, Een voet aan 't hart en de andere in de gracht. Maar dwaalde dikwijls door de nachtkwartieren, Te Brussel, Düsseldorf of in Milaan; Misschien dat in die sfeer de bloemen tieren, Die overdag zo zelden opengaan. Ik kon wellicht in raadsels binnendringen, Waar elke dag het koel verstand op stuit, En verder voor mezelf de waan bezingen, De wijsheid proevend als een bitter kruid. Veel vroeger trok ik rapen uit de velden. - Men heeft zooveel reserve als boerenbloed. - Terwijl ik aan de karren friet bestelde Heb ik in stad vergeefs ‘More brains’ gevoed. Wie schrijft en ooit de puberteit ontgroeide, Verbeurt de staat van gratie voor 't geheim, Tenzij de dood er zich - te laat - mee moeide, Want deze ervaring stelt hij niet op rijm. Maar hij die altijd verder wordt gedreven, Aan deze drift naar eigen sfeer geboeid, Weet niet hoe over zijn Bohême geschreven, Voor hem een weigre wijl de bloem ontbloeit. n.a. drojine. Vorige Volgende