| |
| |
| |
Boekbespreking
Irène Nemerovsky: Le Vin de Solitude. - Albin Michel. Paris. - 15 frs.
Geboren te Kiev, verbleef schrijfster van 1918 tot 1919 in Zweden, en sindsdien te Parijs, waar ze haar licenciaat in de Letteren voltooide. Van eerst af, heeft ze zich een rasschrijfster getoond. Er zit kruim in haar boeken, haar talent heeft iets mannelijk en krachtig, en ze kijkt op het leven met een nuchterheid, die wel eens pijnlijk aandoet. Niet veel troost of steun is er te vinden in haar boeken, waaruit alle bovennatuurlijk leven weggecijfert wordt. Toch leest men in éen adem door. In dezen roman insgelijks, wordt men geboeid door de geschiedenis van de kleine Hélène Karol, die opgroeit tusschen een vader die slechts aan geld-winnen denkt, en een moeder die leeft voor weelde, pleizier en overspelige minnarijen, en zich al te vroeg rekenschap geeft van al die leelijkheid rond haar. Slechts één wezen bemint ze, Mlle Rose, haar Fransche gouvernante, die haar genegenheid, toewijding, goeden raad heeft gegeven. Maar deze sterft, en Hélène groeit op, moreel verlaten en bedreigd, met haat in het hart voor de moeder, en Max, haar moreel verlaten en bedreigd, met haat in het hart voor haar moeder en Max, haar minnaar, die haar leven vergald hebben. Slechts in haar verlangen naar wraak vindt zij een steun.
Het boek is weinig verkwikkelijk, maar weinigen schilderen met zooveel waarheid als Irène Nemerovsky, de wereld van egoïsme, zinnelijke genotzucht, amoralisme, waarin Hélène Karol's harttochtelijk hart gekwetst en gebroken wordt.
L.D.
| |
J.H. Rosny, aîné, de l'Académie Goncourt: La Sauvage Aventure. - Albin Michel. Paris. - 15 frs.
Een roman vol vreeselijke avonturen, die in onzen tijd speelt, maar in een bijna vóórhistorische atmosfeer, ginder in oerwouden en valleien, waar de sporen der primitieve tijden nog niet heelemaal verdwenen zijn. Een jong meisje, de ‘gravin’, geholpen door haar trouwe volgelingen, bedienden en enkele inboorlingen, vertrouwd met het leven in de wildernis, gaat een strijd op leven en dood aan tegen de ‘Kerabaumannen’ - een soort wild oerras, van wie men niet weet of ze dichter staat bij den mensch dan wel bij het dier - die twee jonge Europeanen, een broer en zijn zuster, hebben geschaakt. Door allerlei hinderlagen en gevaren heen, gelukt de ‘gravin’ erin haar gasten te verlossen. Terzelfdertijd viert de liefde hoogtij en wordt een dubbel huwelijk gesloten.
Wie houdt van vervaarlijke avonturen, van de meest onverwachte verwikkelingen, van durf en heldenmoed, zal zijn gading in dezen boeienden roman vinden.
T.
| |
| |
| |
Kenneth Grahame: Au Royaume des Enfants. - L'Age d'Or. - Traduit de l'anglais par Leo Lack. 5e Edit. - Mercure de France. Paris. - 12 frs.
Schrijver, in 1859, te Edimburg geboren, bekleedde gedurende ettelijke jaren het ambt van secretaris der Bank van Engeland. Alhoewel geen letterkundige van beroep, gaf hij van 1888 af enkele boeken uit, die onmiddellijk succes behaalden. Bovenvermeld boek is kostelijk; schrijver geeft hier waarschijnlijk eenige herinneringen uit zijne kinderjaren. Engelschen hebben er een handje van de kinderziel bloot te leggen; ze teekenen geen theorieke, zoeterige Hendrikken, modellen van alle deugden, maar levenslustige bengels, vol durf en verbeelding, zonder overdreven eerbied voor de groote menschen, die zoo dikwijls schijnen te vergeten dat ze ooit klein geweest zijn.
Een vermakelijk boek, dat misschien met meer genot door groote menschen dan door kinderen zal gelezen worden.
L.D.
| |
Comte de Saint-Aulaire, ambassadeur de France: Talleyrand. (Coll.: ‘Les Constructeurs’). - Dunod. Paris. - 15 frs.
Graaf de Saint-Aulaire was aangeduid om over Talleyrand te schrijven. Als deze stamt hij uit dezelfde Fransche Provincie; Périgord, is gezant te Londen, en bezit den fijnen, scherpen geest der 18e eeuw. Door en door kent hij zijn beroemden landgenoot, en onmeedoogend legt hij zijn ziel bloot. Niet veel illusies heeft hij over dien man, die wel een der verachtelijkste figuren is die men zich denken kan: een algeheele scepticus, zonder eenig edel gewetenbezwaar, zonder ander princiep dan zijn eigen belang, ontrouw jegens God, en zijn opvolgentlijke vorsten. Maar nevens zijn afzichtelijke fouten en ondeugden, zijn leemten, weet hij de verzachtende omstandigheden - voortvloeiend uit zijn opvoeding, uit de verdorvenheid van de tijden, uit zijn gedwongen priesterschap, waartoe hij niet de minste roeping had - te doen gelden. En vooral drukt hij op zijn zeker instinct als staatsman, die hem de gebeurtenissen lang op voorhand liet voorzien, zoowel als de echte belangen van zijn land en van Europa. De Restauratie, die vrede en voortspoed aan Frankrijk schonk, was grootendeels zijn werk, zoowel als het ‘Congrès de Vienne’. Hij ook was het, die het bondgenootschap tusschen Frankrijk en Engeland aanprees, als het beste middel om den vrede in Europa te handhaven; met hetzelfde inzicht, steunde hij België's onafhankelijkheid met al zijn invloed.
Pracht wordt deze complexe personaliteit in deze bladzijden geteekend. Het boek is een stevig ineengezet, sterk geconcentreerde brok geschiedenis; het is tevens keurig geschreven, en leest als een roman.
L.D.
| |
Jérôme Troud: L'Odyssée de l'Impératrice Zita. - Collection Durendal. Paris. Bruxelles. - 20 frs. la série de 5 vol. à paraître en 1936.
Een zeer goed boek over de zoo sympathieke keizerin Zita. Na een kort overzicht der gebeurtenissen die den dood van den jongen keizer voorafgingen, verhaalt schrijver al de verdere treurige wedervarens van de keizerlijke familie, hun verblijf in Spanje, later in België, en eindigt met eenige overwegingen over de mogelijke toekomst der Habsburgers.
Geboeid en ontroerd leest men de lotgevallen van die zwaar beproefde vrouw, die haar hard lot zoo moedig en gelaten wist te aanvaarden en te dragen.
Dit boek, dat menig minder bekend detail geeft, mag gerust aanbevolen worden.
L.D.
| |
| |
| |
Marc Bonhommet: J'ai tant d'enfants à marier. - Librairie Plon. Paris. - 12 frs.
Comt Le Gall en zijn vrouw hebben zes lieve, mooie meisjes, van 17 tot 28 jaar. Ze hebben geen fortuin, leven ergens op den buiten, en zien maar weinig menschen. Hoe zullen al die meisjes een man vinden? Een mirakel zou bijna noodig zijn! En het mirakel gebeurt. Dank aan een onschuldig leugentje van Pipoche, de jongste. Als bij tooverslag verandert alles, en na den heerlijksten zomer, rijk aan de meest verbluffende gebeurtenissen, trouwen ze allemaal, net als in een sprookje.
Een echt jonge meisjes roman, vol vroolijke gemoedelijkheid, fantazie en gezond optimisme.
L.D.
| |
R.H. Benson: Initiation. 2 vol. Traduit de l'anglais par X. Chauthann. (Coll. Perceval). - Desclée de Brouwer. Paris. - Les 2 vol. 30 frs. belges.
Voorzeker een der schoonste romans van R.H. Benson. Hij schreef hem na een zware operatie, en de gevoelens van zijn held, die insgelijks een operatie ondergaat, schijnen wel zijn eigene indrukking tijdens die pijnlijke oogenblikken, alsook zijn houding tegenover den dood - welken hij zelf een jaar later met gelatenheid en liefde moest aanvaarden - weer te geven. Een prachtig boek. Een jongeling is verloofd met een meisje dat hij verafgoodt. Hij is als duizelig van geluk. Dan komt de beproeving; eerst het moreele lijden; zijn verloofde breekt met hem af, na een afschuwelijke scene, die hem heelemaal ontredderd laat. En daarna, het lichamelijk lijden. Een na een begeven al de waarden waarop hij zijn leven gebouwd had. Hoe onbeduidend schijnt hem nu de gemakkelijke philosophie waaraan hij, toen hij gelukkig was, genoeg had, hoe weinig behulpzaam de troost dien de wereld aanbiedt. Thans zal hij alleen in God hoop en steun vinden. Niemand kan, zooals R.H. Benson, karakters met de meest delicate schakeeringen, in al hun ingewikkeldheid, teekenen. Nevill, de fijne tante Anna, de lieve kleine Jim, de egoïstische Enid en haar praatzieke en toch zoo beklagenswaardige moeder, ze leven allemaal.
Het boek is goed vertaald en keurig uitgegven.
T.
| |
Victor Giraud: Anatole France. (Coll. ‘Temps et Visages’). 1 vol. in-8o de 260 pages et 10 illustrations. - Desclée de Brouwer. Paris. - 22,50 frs. belges.
Victor Giraud is misschien de beste letterkundige criticus, thans, in Frankrijk; hij is de waardige opvolger van Brunetière en Jules Lemaître. In dit laatste boek geeft hij ons weer een van die fijn genuanceerde, afgewisselde, volslagen portretten waarin hij uitmunt. Door en door kent hij Anatole France, zijn werk, zijn mentaliteit, de invloeden die zijn ziel en geest hebben gekneed; en het beeld dat hij ons geeft is buitengewoon levendig en waar: een fijn artiest, maar zonder hooge vlucht noch sterke verbeeldingskracht, en in wiens schriften den invloed van menig voorganger te bespeuren is; een romanschrijver beheerscht door ‘le goût de la chair’, zinnelijk, maar zonder echte warmte van gemoed, zonder liefde; een keurige stylist, die van droogheid niet heelemaal vrij te spreken is; eindelijk een sectaire, en misschien de bekoorlijkste, maar voorzeker de gevaarlijkste leeraar van anarchie sedert Renan; in één woord, een echte zoon der 18e eeuw.
Een zeer schoon boek, rijk aan belanrijke gedachten en beoordeelingen, uitstekend geschreven, en aangenaam om lezen.
L.D.
| |
| |
| |
C. en M. Scharten-Antink: Littoria, de verlossende Arbeid. Wereld Bibliotheek. Amsterdam.
Zooals alle boeken van de Schartens is ook deze geschiedenis aantrekkelijk, al kan men het misschien moeilijk een roman noemen. Het is veeleer een lofzang aan Mussolini, en aan zijn groot werk, de drooglegging der Pontijnsche moerassen, waar hij drie nieuwe steden stichtte, waarvan Littoria de tweede is, en honderden hoeven bouwde, voor oud-strijders families bestemd. En uiterst interessant is het het opkomen van die op de moerassen herkregen, heelemaal nieuwe provincie te volgen, de begeestering van het ginder gevestigde volk, uit alle hoeken van Italië bijeengekomen, voor den Duce, vast te stellen en niet het minst, de wijze waarop deze zijn werk uitvoert, en zijn volk electriseert.
V.T.
| |
Catherine Carswell: D.H. Lawrence. Le Pèlerin solitaire. Traduit de l'anglais par Denyse Clairouin. - A. Colin. Paris. - 18 frs.
Een zeer goede biografie van den beruchten romanschrijver, die door zijn boeken zooveel schandaal verwekte. Meer dan wie ook was Mvr. Catherine Carswell aangeduid om haar persoonlijke herinneringen te geven over den schrijver, met wien ze vele jaren de beste vriendschapbetrekkingen had, en van wien ze meer dan 200 brieven ontving, waarin hij zijn gedachten over leven, liefde, dood, familie, oorlog, kunst, vrij te kennen gaf. Levendig schildert zij ons heel zijn leven, met de moeilijkheden, de armoede, de bijna onoverkomelijke hinderpalen der eerste jaren, het te laat gekomen succes, de langdurige, pijnlijke ziekte, het hardnekkig strijden tegen den dood. Een vreemde personaliteit, een interessant leven, zooals trouwens het leven van elken echten artiest, en dat was D.H. Lawrence ongetwijfeld: een prestigieuze schrijver. Maar wat povere filosofie, wat enge levensaanschouwing, welk algeheel amoralisme! Een personaliteit uitsluitend op zichzelf geconcentreerd, een man die het geluk over de gansche wereld najoeg, zonder ergens langer dan enkele maanden te kunnen blijven, immer verder voortgestuwd door de innerlijke onrust van zijn ziel die de goddelijke zoowel als de menschelijke wetten had verworpen.
L.D.
| |
Pierre Gaxotte: Le Siècle de Louis XV. (Coll. ‘Les grandes études historiques’). - A. Fayard et Cie. Paris. - 16,50 frs.
In Lodewijk XV, ziet men al te gereedelijk, uitsluitend den wellusteling die aanstoot gaf door zijn losbandig leven; - al werden die uitspattingen door sommigen zeer overdreven. De werkelijkheid was al erg genoeg! Maar Lodewijk XV was ook nog een schrandere vorst, die een klaren kijk had waar het de belangen van Frankrijk gold. Toen hij den troon besteeg, vond hij het land in den benardsten toestand. Hij wist, hoe jong nog, zijn weg te zien; en de mannen te kiezen, niet naar hun titel of geboorte, maar naar hun waarde als staatslieden. Al het merkwaardige gedurende de vijftig jaren van zijn regeering, was hem te danken. De Revolutie, die op gang was, heeft hijzelf begonnen, in zoover dat hij de noodzakelijkheid van zekere hervormingen inzag, en bewerkte zoo ver hij kon. Had hij nog enkele jaren kunnen leven, vijf korte jaren, misschien ware de troon gered geweest, stevig gevestigd op nieuwen grondslag, zonder geweld, zonder bloed vergieten. Maar die jaren werden hem niet gegund, en zijn zwakke opvolger kon den lang ingedamden stortvloed niet tegenhouden.
Een uiterst interessant boek, van echte geschiedkundige waarde.
L.D.
| |
| |
| |
Anne de Vries: Bartji. Roman. - Uitgegeven door G.F. Callenbach. Nijkerk (Nederland).
Een prachtig boek. De geschiedenis van het Drentsche jongentje ‘Bartji’ genaamd is met groote liefde en begrip weergegeven. Ook de andere figuren zooals de vader, en vooral de moeder, zijn zuiver geteekend. Men leeft mee met dit gezin waar de zorg zoo nijpend is, doch waar moeder haar geloof behoudt en als een voorzienigheid voor al haar kinderen is.
Een boek dat ongetwijfeld veel gelezen zal worden.
V.K.
| |
Fr. Crols pr.: Heeroom en zijn nichtje. Vierde druk. - Leeslust. Antwerpen.
Een nieuwe uitgave van dat zoo mooi werkje: een echt meisjesboek, zoo frisch en fijn, en tevens vol kostbaren raad. Allicht zou Leentje, pas uit de kostschool, zich door het brillante van het leven laten behooren; vermaak en mondaine verstrooiingen lachen haar toe. Maar Heeroom waakt op haar, en nu eens lachend en schertsend, dan weer ernstig of streng, houdt hij haar haar plicht voor oogen, haar plicht van katholiek, vlaamsch meisje, alsook haar plicht tegenover haar moeder, zuster en broer. Liefderijk helpt hij haar over de moeilijkheden van haar weg. Met zulken gids wordt Leentje het liefste meisje, en zal het liefste vrouwtje worden dat men zich droomen kan. Zoo ook denken allen die haar omringen, en niet het minste Karel, aan wie zij haar hart schenkt.
Een pareltje van een boek, daarbij keurig uitgegeven, gelijk ‘Leeslust’ dat gewoon is. Het moet zijn plaats vinden in de boekenkast van ieder meisje.
L.D.
| |
P. Dr. N. Wildiers: Christus Verlosser. Een reeks Vastenvoor drachten. Antwerpen, Franciskaansche Standaard, 1935. In-8o, 144 bl. - Pr. 12 fr.
Toen we, op het omslagblad zelf van dit keurig boek, lazen dat deze reeks geestelijke voordrachten ‘rekening hield met onze pijnlijke behoefte aan mannen die eindelijk eens den positieven inhoud der katholieke dogmas dichter bij ons volk brengen’ en dat ze ‘het zoo rijke en onuitputtelijke mysterie der Verlossing uitdiepte en voor ieder toegankelijk maakte’, dan hebben we gedacht: eindelijk, eindelijk! en we hebben het gretig aangepakt.... Deze reeks Vastenvoordrachten beantwoordt niet aan den reklametekst en is een teleurstelling voor iemand die de behoefte waarvan hier wordt gewaagd, zelf beleeft. De taalkundige waarde dezer voordrachten is hiermee niet bedoeld. P. Wildiers heeft een goede pen; hij zet uiteen met orde, en klaar; hij weet een citaat behendig te kiezen en te plaatsen. Als verhandelingen zijn deze voordrachten knap werk, maar als geestelijke voordrachten zijn ze veel te letterkundig bedoeld en veel te rhetorisch. We hebben een hekel aan geestelijke redenaars die u immeraan doen denken: ‘wat een fijn inéén gewerkte periode was dat weer!’, in plaats van hun stem te doen vergeten voor de waarheid die ze verkondigt. De inhoud dezer voordrachten is noch een uitdiepen, noch een toegankelijk maken van het katholieke dogma. P. Wildiers heeft aan het onuitputtelijke Verlossingsmysterie slechts moreele-, gevoelskanten gezien en er slechts esthetische emoties mee uitgelokt. Er ligt in het Verlossingswerk een geestelijke werkelijkheid die Sint Paulus heeft willen benaderen met woorden die hij er extra had voor gesmeed: ‘Wij zijn gekruisigd met Christus, begraven met Hem in den dood, levendgemaakt en verezen met Hem’, enz. Dat behoort tot de openbaring, dus tot onzen geloofsschat en is uitermate positief. We hoopten dat dit werk van P. Wildiers het zou hebben over die
| |
| |
essentieele werkelijkheid en dat het ons die toegankelijk zou maken. Dat is niet. Zijn beschouwingen, hoe interessant ook gaan niet boven psychologische bespiegelingen en rhetoriek. Dat heeft niets te maken met ons geloof of bitter weinig. Daarom is dit boek een ontgoocheling. Wij herhalen het: ‘we kritiseeren hiermee den inhoud alleen, maar over den inhoud gaat het toch eerst en vooral in een geestelijk werk. Het talent van den schrijver doet ons integendeel de hoop uiten dat we van zijn begaafde pen, met een ernstiger en dieper werk, toch een bijdrage mogen verwachten die aan onze behoefte aan positieve uiteenzettingen van het katholieke dogma eindelijk helpe voldoen.
R. VAN CAUWELAERT.
| |
J. Meerbergen, pr.: Sint Albertus van Leuven. - Uitg. VI. Boekencentrale. Antwerpen.
Wie zich inwerken wil in de persoonlijkheid van tal van middeleeuwsche heiligen of vooraanstaande personen staat dikwijls voor ernstige verrassingen: meermaals toch is het vrij moeilijk het leven der heiligen - al zijn deze dan nog patroonheilige van een stad of een parochie - te ontdoen van tal van legende waarin deze levens verstrengeld zitten, om het doen en laten van deze personen ten volle uit ‘naar waarheid’ te kunnen uitstippelen.
Het is dan stellig een verdienste voor den schrijver de figuur van Albertus van Leuven opnieuw op het getouw te hebben gezet, de in de bronnen vermeldde gegevens nogmaals te hebben geschift en getoetst aan de vaststellingen van tal van andere auteurs, die vroeger in moderne werken deze bronnen reeds gebruikten en ontleedden. Dank zij deze methode wordt het leven van Albertus ontdaan van tal van legende en vooroordeel en groeit het uit tot een reeël en duidelijk afgeteekend personage. Maar daar blijft het gelukkig niet bij; de schrijver slaagt er meteen in, dank zij het toevoegen van enkele saillante details hier, enkel spychologische bezonderheden daar, de fel bewogen tijd, de in temperament zeer verschillende tijdgenooten, de geografische omgeving in zijn geheel uit te teekenen. Daardoor ook boeit op menig plaats het boek als een roman en zal het ook door niet vakkundigen gegeerd worden.
Meer voor de historici bevat het boek een uitgebreide bibliografie, een reeks bijlagen over de relikwieën en den eeredienst van den heiligen, een bronnen overzicht, een critisch overzicht van de literatuur en ten slotte een personen- en plaatsnamen register. Al zullen de historici over 't algemeen wel accoord gaan met de besluiten van den schrijver, over de volgorde der bijlage en over de wenschelijkheid van publicatie van deze stukken zal dit wel niet het geval zijn.
Het boek werd technisch flink uitgegeven; hoe jammer dat niet evenveel zorg besteed werd aan de taal en stijl.
Dr. J.U.
| |
J.F. en J.B. Van der Straelen: De Kronijk van Antwerpen. 1770-1817. Achtste deel 1803-1817. - Uitgave Bureel voor de bijdragen tot de Geschiedenis Antwerpen.
Reeds bij een vroeger gelegenheid wezen wij op de beteekenis van deze kroniek voor de geschiedenis van Antwerpen. Met dit achtste deel wordt deze kroniek besloten; het gaat hier dus vooral over den franschen tijd en al wordt nu het leven heel wat kalmer dan bij den aanvang van deze periode toch loont het nog de moeite deze bladzijde te overlezen en aan de hand van deze schrijvers de gebeurtenissen van den tijd mede te beleven. Voor wie aan Antwerpsche geschiedenis doet uit deze periode zal hier een gemakkelijk te hantteeren bron vinden. De heer Prims
| |
| |
moet dan ook worden dank gezegd om den noesten ijver waarmede hij het uitgeven van deze kronijk tot een goed einde heeft weten te brengen in weerwil van de talrijke moeilijkheden. Vermelden wij ten slotte dat dit deel besloten wordt met een namenlijst op de acht deelen, wat ongetwijfeld de bruikbaarheid nog verhoogen zal.
Dr. J.U.
| |
Wat is dat? - Uitg. Hollandia-drukkerij, Baarn.
Zelden heb ik met zooveel genoegen de aandacht op een publicatie getrokken, als ditmaal op ‘Wat is dat?’, een encyclopedie voor jongeren. Dat is geen grootspraak. Ik heb dan ook gewacht tot na de vijfde aflevering, om met zekerheid te kunnen oordeelen. Ik moet bekennen, dat de lijn der kwaliteit volkomen haar hoogte houdt. Dit kan ons slechts verheugen, en laten verhoopen, dat de volgende afleveringen op dezelfde hoogte zullen blijven.
Het werk werd in N-Nederland zeer goed ontvangen, en het mag niet zijn, dat Vlaanderen ten achter blijve met zijn waardeering. Het is billijk, dat aan de eenige encyclopedie, die voor de jeugd is bestemd, de noodige en werkelijk-verdiende aandacht worde gewijd. Te meer, daar de moedige uitgevers hebben af te rekenen met de beperktheid van ons taalgebied.
We overdrijven niet, als we deze publikatie onmisbaar noemen. We stellen ons met dit adjectief op twee standpunten. Eerstens op het standpunt van het kind zelf, dat hier lektuur vindt, die niet alleen leerrijk, maar buitendien zeer aangenaam is. We vinden hier immers niet een besnoeide uitgave van een volwassenen encyclopedie, maar wel een geslaagde poging om de toon aan te slaan die past voor de jeugd. Tweedens op het standpunt van de volwassene, die hier de rijkste dokumentatie vindt voor de kindervragen, die hem wel eens in verlegenheid brengen. Want niemand beschouwt zich als zoodanig ontwikkeld, dat hij op alle de vragen, die vaak over de meest-uiteenloopende onderwerpen gaan, antwoorden kan.
Bedoeld is een aanvullend werk voor huis en school. Derhalve is wat het kind in zijn school- of woordenboeken vinden kan, weggelaten. Zoodat niet naar een objektieve volledigheid is gestreefd, maar naar de hier passende volledigheid, nl. die, welker doel het is, zooveel mogelijk alle onderwerpen te behandelen, die binnen het bevattingsvermogen en de belangstellingssfeer van het kind liggen. Deze keuze nu is voor deze eerste vijf deelen alleszins merkwaardig.
Jan VERCAMMEN.
|
|