Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1935(1935)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 648] [p. 648] Een lente O vroeg begonnen lente over zoveel ontberen hoe zal ik uw betoovring van mijn voorhoofd weren waarover goedheid was van rilde en koele handen, en waaraan uw geweld een hete koorts zal branden? en van mijn mond, die vaak ook onbewust in zwijgen aan het wijde schouwen heeft berust, die nat wordt aan uw dauw en warm aan uw wind en aan uw zon gevoelig als de konen van een kind? en van mijn handen, bleek van wake en werken - ze voelen reeds de koelte van uw naderende vlerken - opdat uw avondzon hun strekken niet verwarre, als ze aan een sterk gebed een ogenblik verstarren? en van mijn voeten, in de sneeuw gehard en ongewend uw bloemen, in uw zand verward, opdat ze niet begeven aan de loden last van een te wild verlangen, mijn te stage gast? Hoor deze wijze van ontwinterd bloed, dat in zijn zware slag zijn oude zonde boet. Uit ‘Het Tweede Land’. jan vercammen. Vorige Volgende