Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1935(1935)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 588] [p. 588] De jong-gewijde spreekt: Hoe vond me en heeft me God verkoren, Mijn leven heeft een nieuw begin; Ik voel me als aan mezelf verloren, Maar voor een eindeloos gewin. Ik werd de deeler van de Spijze, Ik werd de schenker van het Bloed; Hoe hooger nood en honger rijzen, Te milder wast mijn overvloed. Ik werd de broeder van de schare; Gods liefde is aan mezelf vervuld, En al wie schaamte en rouw bezwaren, Gaan heen weer zonder schade of schuld. Ik wil mijn hart den volke dragen, Gelijk een licht, gelijk een wijn, Ik wil in de' eenvoud mijner dagen Niets anders dan Gods priester zijn. aug. van cauwelaert. Vorige Volgende