fijne, complexe, boeiende en steeds dicht bij 't leven blijvende, dat de Engelsche auteurs kenteekent?
Want wat is philosophie zelf, zoo zij niet door het leven bevrucht is? Wat theologie, of godsdienst, zoo zij niet terugvoeren tot de bron van 't leven - God?
Dat stelt Prof. Sobry in 't licht door zijn boek. En daarom heeft hij niet gekozen een van Newman's werken zooals Apologia of een ander boek van godsdienstigen aard, maar dit Idea of a University waarin Newman al de schatten van zijn subtielen geest heeft gelegd, al zijn zoo breede als diepe gedachten over cultuur, opvoeding, beschaving, onderwijs, letterkunde. Want het letterkundig element is het vormend, opvoedend element, niet het wetenschappelijke, dat alleen 't verstand aanspreekt. Nog eens, tot het leven worden al Newmans beschouwingen herleid en in dat boek toont hij dat letterkunde een vrucht van 't leven is en van beslissenden invloed is op het leven.
Trouwens heeft hij dat met al zijn landgenooten gemeen. Voor logica zijn de Engelschen niet in de wieg gelegd. Dat laten zij over aan de Franschen, met hun klaren geest - zóó klaar, dat soms een zekere koelheid ervan uitgaat en u op de schouders valt. Artisten zijn de Franschen niet. Ook niet de Engelschen in plastischen zin. Maar hoe winnen zij het, waar het letterkunde geldt! proza of poëzie. Is er wel een rijker letterkunde dan de Engelsche. De Engelsche litteratuur is zoo afgewisseld, oorspronkelijk, boeiend als het leven waaraan zij onuitputtelijk ontleent. Geen ander land telt een Shakespeare. Italië heeft Dante, maar dat is de reus der gedachte. Om het spel van 't leven op het tooneel der wereld of in de subtielste geheimen der ziel, te schilderen, wint het een Shakespeare. Zou Dickens, in proza, veel lager staan?
Newman's genie is van gansch anderen aard. Diep dalend in 't mysterie van 't goddelijk leven, dat zijn geest gedurig gespannen houdt - zonder dat hij daardoor ooit contact zou verliezen met het menschelijke rond hem. Overgevoelig was hij. Toen zijn 32-jarige, vriend, Ambrose St. John, vóór hem overleed, wierp hij zich op hem en bleef den ganschen nacht op het lijk liggen. Alles deed die sterke en toch bevende ziel zinderen. Dat kwam door zijn artisticiteit die hem in staat stelde iedere ademtocht van leven of gevoel op te vangen. - Hij speelde viool, en troostte zich met Mozart, als te drukkende gedachten hem plaagden.
Dezen kant van Newman's natuur laat Prof. Sobry misschien