Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1934(1934)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 684] [p. 684] Vers Mij lokt uw naderen met donkre stem: uw verte weefde een diepe droom omheen mijn dag, die ondergaat, doorgeurd van weer-gestalde schapen en gestorven zon. Zie, alle blaadren weten waar zij gaan, en ook de witte hemel met de zilvren maan, en achter onze bomen wacht het rustig water de groote blauwe winterzwaan. Ik ga, en weet de droom beëind, één oogenblik nog vóór hij herbegint. Maar in dit oogenblik, dat traag verdwijnt, heb ik afgrondelik u gans bemind. Gij weet uw naderen en wijken niet. En zie, de blaadren en de hemel en de maan, de zwaan is reeds het water ingezwommen: waarheen zal ik in deze nacht weer gaan? Jan Vercammen. Vorige Volgende