Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1934(1934)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 506] [p. 506] [Paul Vlemminx] 'k Ben onvindbaar... Ik ben op enen berg gezeten temidden van de hei, want steeds heb ik mijn weet geweten en steeds was ik goed bij. In een rond ven ben ik aan 't zwemmen ten westen van den berg. Hier zijn geen voetangels en klemmen; het is lang niet zoo erg. 'k Hang mij aan enen boom te drogen nabij de Franse Baan. Ik kom er licht van af gevlogen en kraai gelijk 'nen haan. Heeft niemand mij dan kunnen vinden? Wie heeft de wijsheid dan in pacht? Gij staat onnozel als de blinden àl te vergeefs op wacht. Paul Vlemminx. [pagina 507] [p. 507] Phoibos' Velodroom 'k Loop over een smal dijksken heen begroeid met eikestruiken. - ‘Wat loopt ge daar zo heel alleen, als om u te verduiken?’ Beneden is het nat; hier droog; en ik wil naar de Beerze. - ‘Ik vat niet, wat u toch bewoog. Gij houdt toch veel van verzen?’ Loop met uw boeken naar de maan; ik heb de zon verkozen. Ik vind hier, verreweg, vlak aan de Beerze wilde rozen. Gij ziet met open ogen niets langs de gebaande wegen. Ik ben met mijn subtiele fiets tot den Olymp gestegen! Paul Vlemminx. Vorige Volgende