Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1934(1934)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 285] [p. 285] [Willem van den Aker] De Belichting Het is de nieuwe onvoltooide straat gans aan de uithoek van de stad en onbekend tast gij er in het duister naar uw pad. Dan schuift de auto om de hoek zijn witte licht nieuw licht uit nieuwe lamp op nieuwe straat en in de stralen trillen vreemd de huizenreien! Doch de auto ronkt hoog op de voerder schakelt over en om een verre bocht verdwijnt het vizioen. Indien gij hebt gelet niet op het blinde licht maar op de dingen in dit licht gevangen dan zal de schatkluis van het weten opengaan schril en bevrijdend. W. van den Aker. [pagina 286] [p. 286] De Processie Altijd gij, mijn kind! Steeds kerft dit mes uw lief gelaat en spannen vingers onder uwe huid die droge linnen strook en ach, ik houd uw handen neer want gij zijt niet verdoofd, gij smeekt en gilt! ik wring een grimlach om mijn mond en zeg: om te genezen en op mijn lippen brandt uw koorts weer breekt uw brekend hart mijn hart ik leg weer op uw vale voorhoofd voor 't sluiten van de kist die laatste zoen.... Ik sta verwezen in de straat als de processie gaat in meimaand gaat voorbij met vele kleine witte kindjes dan zwelt mij in de keel een dikke krop en branden tranen aan mijn oog. W. van den Aker. Vorige Volgende