| |
| |
| |
Wat is katholieke kunst?
door X.
In ‘Streven’, het nieuwe tijdschrift der paters Jezuieten van Antwerpen, waagt pater Janssen S.J., zich aan een bepaling van katholieke kunst (nr. 2 blz. 35 en vlg.). Hij schrijft:
‘Ook bij een katholiek kunstenaar kan de zonde schering en inslag zijn van zijn werken.
Het mysterie van het kwaad blijft, ook voor hem, het groote mysterie; en hij kan geen waarachtig kunstwerk opbouwen, waaruit het zou geweerd zijn. Elke levensgang is een strijd: begeerlijkheid en oprechtheid, vernietiging en opbouwen, demonische en goddelijke krachten, Satan die de zonde bracht en Christus die het menschdom verloste; - en met één slag wordt die strijd beslecht. Elk leven is een schommelen: goed en kwaad, waarheid en bedwelming; totdat de eene kracht geleidelijk - nooit volkomen in dit leven - de andere overmant en knevelt... En dan valt de boom meestal langs waar hij overhelde. Uit zulk leven haalt de katholieke kunstenaar, evenals elke andere, stof en inspiratie.
Met dit verschil: hij beeldt de overwonnen zonde uit; en aan zijn gezichteinder rijst altijd het stralend beeld van den Verlosser. Hij weet, ook op Goeden Vrijdag, dat Paschen niet ver is; ook door den donkersten nacht dringt een verre straal van hoop en vertrouwen.
Katholieke kunst is er dus eene van worstelen en overwinnen, van hoop en liefde sterker dan zonde en dood...; een vergezicht op den verrezen en triomfeerenden Christus.
Dat vergezicht is iets anders dan het natuurlijk herwonnen evenwicht. Ook natuurlijk - of liever: vooreerst natuurlijk - is het leven een schommelen: op woeling volgt rustig evenwicht; en daarin werkt toch weer verborgen verderf. En indien de kunstenaar, ook bij geweldig kwaad, de gezond makende krachten laat overheerschen en overwinnen; dan is zijn werk voor iedereen misschien niet geschikt; het bevat wellicht gewaagde bladzijden...; alles samen blijft het toch gezond en gezondmakend. Daarom nog niet specifiek katholiek, tenzij in zoover elk gezond leven godsdienst noodig heeft om herwonnen te worden of om te blijven voortbestaan.
| |
| |
Maar specifiek katholieke kunst is iets anders. Die neemt een veel hoogere vlucht. Daar werken vele andere, vele wonderbare roerselen van het onbegrijpelijke genadeleven: Gods uitverkiezing, de dwaasheid van het kruis, de dronkenschap der liefde, de geheimzinnige kracht van het gebed, het honderdvoudige van het offer...; soms op grillige wijze met de zonde vervlochten - zooals God de grootste zondaars maken kan tot de hoogste minnende zielen -, maar altijd rijst de gouden zon. Op dat katholiek hooger peil staan “L'Annonce faite à Marie” b.v. van Claudel; sommige werken van Benson, voornamelijk “De hooge weg” (2); ook “Stephana Schwertner” van Enrica von Händel Mazzetti.’
Indien wij schrijver goed begrijpen, maakt hij onderscheid tusschen a) katholieke kunst en b) specifiek katholieke kunst en kan men zijne bepalingen herleiden tot het volgende:
a) | katholieke kunst beeldt de overwonnen zonde uit. |
b) | specifiek katholieke kunst beeldt bovendien de roerselen van het genadeleven uit. |
***
Bij een eerste onderzoek naar de theoretische houdbaarheid van deze bepalingen, valt reeds dadelijk op, dat zij niet algemeen toepasselijk zijn. Immers:
1. | Niet alle katholieke kunst beeldt de zonde uit. Men kan zich bij voorbeeld zeer goed een literair-hoogstaand en spannend verhaal indenken, dat den innerlijken tweestrijd zou beschrijven van een missionaris, wien door de overheid de keuze gelaten wordt tusschen afreizen, of op post blijven, met moreele zekerheid dat hem de marteldood te wachten staat. Hier is geen spraak van overwinnen der zonde, maar van een strijd om twee geoorloofde richtingen. |
2. | Niet alle katholieke kunst beeldt de overwonnen zonde uit. Het is bij voorbeeld alleszins mogelijk een waardevol katholiek werk te schrijven over Judas, van wie het volgens de katholieke leer vast staat, dat hij de eeuwige straf ondergaat en zijne zonde dus niet overwonnen heeft. |
Onze waardereductie van de eerste bepaling tast uiteraard ook de algemeenheidsgeldigheid van schrijvers tweede bepaling, die der specifiek katholieke kunst, aan. Doch zelfs in zichzelve afzonderlijk genomen, blijkt ook deze definitie niet altijd toepasselijk. Dat nl.
| |
| |
specifiek-katholieke kunst, behalve het overwinnen der zonde, ook de roerselen van het genadeleven zou beschrijven, (die o.a. zijn ‘Gods uitverkiezing, de dwaasheid van het kruis, de dronkenschap der liefde, de kracht van het gebed’), blijkt een onhoudbare bewering te zijn, wanneer men bedenkt, dat het toch volkomen in het bereik van een katholiek kunstenaar ligt, een boek te schrijven, waarin hij, met de prijzenswaardige bedoeling de noodlottigheid der zonde te bewijzen, op kuische wijze en in het licht van specifiek katholieke opvattingen, zou aantoonen hoe de zonde voert tot aardsch en eeuwig verderf. Een katholiciseerend kunstwerk, over een werkelijk satanischen geloofsvervolger b.v., is zeer goed denkbaar.
Ten overvloede wordt de onhoudbaarheid van schrijvers bepalingen aangetoond door volgende opmerkingen:
1. Indien alle katholieke kunst de overwonnen zonde en alle specifiek katholieke kunst bovendien het genadeleven uitbeeldde, zou het b.v. niet mogelijk zijn een specifiek katholieken historischen roman te schrijven, b.v. over Luther, Voltaire, abbé Loisy en tientallen andere historische figuren, hetgeen evident onzin is.
2. Indien men de bepalingen van schrijver transponeert in marxistische of liberale terminologie, waarin zij, indien houdbaar, even goed moeten opgaan, zou men dus moeten zeggen dat alle marxistische kunst den triomf der proletariërsbeweging uitbeeldt, - alle liberale kunst den triomf der vrijheidsbeweging en zouden dus de tallooze socialistische, met onderdrukking van proletarische opstanden eindigende romans, zou b.v. een roman over de muiterij der Zeven Provinciën, geen marxistisch kunstwerk kunnen zijn!
Deze opmerkingen voeren ons vanzelf tot volgende tweeledige conclusie:
1. | Niet alle, maar sommige katholieke en specifiek-katholieke kunst beeldt de overwonnen zonde en het genadeleven uit. |
2. | De bepalingen van schrijver omvatten slechts een bepaald genre van katholieke kunst, dat wij het idealistische, of juister: idealiseerende, zouden kunnen noemen en dat staat tegenover een realistische katholieke en specifiek-katholieke kunst. |
***
Het lijkt ons niet zonder belang hier met enkele woorden den
| |
| |
aard van eene realistische katholieke kunst te omschrijven, nadat pater Janssen dit gedaan heeft voor de idealiseerende.
Hiervoor baseert men zich op het algemeen erkend beginsel, dat de wereld voor den katholieken kunstenaar niet kleiner is dan voor den kunstenaar tout court, dat de realiteiten des levens voor den eerste niet geringer in aantal of omvang zijn dan voor den tweede, kortom dat de kijk van den eerste op het leven en de stof welke het hem te verwerken biedt, niet beperkter is dan die van den tweede. De vrijheid der eersten is evenwel beperkter, maar die beperking komt van binnen uit, nl. uit zijn gebondenheid aan de voorschriften van zeden en geloof. Zij betreft niet de onderwerpen, maar de wijze van verwerking. Als schilder b.v. mag de eerste een naakt schilderen evenals de tweede, maar niet op de zinnelijke wijze, waartoe de tweede zich volgens een breedere moraal gerechtigd acht.
Hier raken wij terloops aan een andere vraag: die van het geoorloofde. Zij is delikaat en moet hier gelukkig niet ex professo behandeld worden. Doch wij willen er hier wel terloops op wijzen, dat, om bij het voorbeeld te blijven, een naakt door een katholiek kunstenaar mag geschilderd worden, maar dat het hem al heel moeilijk zal vallen het katholiek te schilderen, d.w.z. er een katholiek kunstwerk van te maken. Alhoewel ditzelfde geval bezwaarlijk overgebracht kan worden in de literatuur, die uiteraard explicieter, duidelijker is, zoodat men zich moeilijker een literair amoreel kunstwerk (in de schilderkunst een stilleven) kan indenken, blijft toch voor een katholiek schrijver het kunstwerk mogelijk dat, alhoewel niet katholiek, toch van katholiek standpunt niet verwerpelijk zou zijn. Vaak hoort men het uitspreken: een boek van een katholiek schrijver is daarom nog niet een katholiek boek, hetgeen men moet aanvullen in dezen zin, dat een boek van een katholiek schrijver niet noodzakelijk een katholiek boek moet zijn, evenmin als elk schilderij van een katholiek schilder een illustratie van het evangelie moet zijn of elk katholiek kunstzanger alleen religieuze liederen in de kerk zou mogen zingen.
Zeer zeker is dit geen ideale opvatting. De letterkunde getuigt altijd; en wel voor een levensbeschouwing. De katholiek die dit voor de hand liggend getuigenis zou ontwijken, zou zich nog meer als kunstenaar dan als mensch verminken, maar verplicht tot zulk getuigenis is hij niet.
Waar wij echter spraken over een realistische katholieke kunst,
| |
| |
bedoelden wij geene neutrale, maar eene positieve katholieke kunst, die niet uitsluitend de blijde bladzijden, (nl. die der overwonnen zonde), van het katholieke leven registreert, doch hare stof kiest in de volle realiteit. Niet alle katholieken overwinnen de zonde, niet alle katholieke vertoonen ‘de roerselen van het genadeleven’ en ook hen mag de katholieke schrijver uitbeelden, evenals hij zijn onderwerpen mag kiezen onder de duizenden en duizenden die buiten het katholicisme en buiten elken positieven godsdienst leven. Dat deze realistische kunst even katholiek en specifiek-katholiek kan zijn als de idealiseerende, dat zegt het gezond verstand, doch zal eerst geheel duidelijk worden wanneer wij de vraag beantwoord hebben: wat is katholieke kunst?
***
Katholieke kunst is o.i. kunst die de katholieke wereldbeschouwing of uitdrukt of aanprijst.
In deze bepaling is de katholieke en meteen de katholiciseerende kunst begrepen en gekenschetst.
Het katholicisme is geen optimisme, geen idealisme, doch iets veel grooters en ruimers. Het is een wereldbeschouwing, die leert dat God hemel en aarde, met al wat er in is, heeft geschapen en den mensch in een absoluten geluksstaat. Maar de mensch heeft door eene zonde geheel zijn nageslacht voor eeuwig verdoemd en gedoemd tot ziekte, leed, arbeid. Vóór ruim 19 eeuwen is de zoon van God mensch geworden en heeft geleden om de eeuwige verdoemenis aller menschen weg te nemen. Hij heeft eene kerk gesticht aan wie hij zijn gezag heeft overgedragen en al wat deze kerk leert, leert zij met het gezag van God zelf.
Ziedaar in résumé wat de katholieken gelooven. Het is van al de wereldbeschouwingen wel de meest uitgewerkte, de meest positieve, die geen twijfel laat, alle kapitale vragen beantwoordt met absolute zekerheid.
Dat in deze wereldbeschouwing alleen plaats zou zijn voor een optimistische, idealiseerende kunst, houdt geen steek, als men bedenkt dat zij een Franciscus en een Savonarola, een Thompson en een Bloy geinspireerd heeft. Er is meer katholieks dan de redding uit de zonde. De boeteprediker en de idyllist, de flagellant en de contemplatief, de didacticus en de actiemensch, de reformator en de traditionalist
| |
| |
hebben er ruimte. Vergelijkt men het résumé der katholieke wereldbeschouwing met een samenvatting van de wereldbeschouwing van den Marxist en die van den vrijzinnige, dan stelt men onmiddellijk vast dat het inzicht van den katholiek in alle verschijnselen en vormen van het leven, (d.w.z. de maatschappij en den eenling), grondig en in wezen verschilt van dat van den niet-katholiek.
Welnu, het kunstwerk dat dezen gedifferentieerden kijk weergeeft en het leven ziet in het licht van de leer der katholieken is een katholiek kunstwerk. Katholiseerend wordt het wanneer het, meer dan een weergave beoogend, zich toelegt op het bewijzen van die leer of het propagandeeren ervoor.
Wij zijn nu ver van de eischen van Pater Janssen, die elken katholieken roman met een biecht, elk leven met een hemelvaart wil laten eindigen en elken roman spijzen met beschrijvingen van het genadeleven. Ook de zonde die niet gebiecht wordt, ook de ziel die verloren gaat, ook de verontwaardiging over het kwaad, ook de droefheid over de ontkerstening, hebben bestaansrecht in een katholieke kunst, die het leven in het licht stelt der katholieke wereldbeschouwing. In het belang zoowel van het katholicisme als van de katholieke kunst, hebben wij den katholieken kunstenaar de ruimte gelaten die hij niet ontberen kan en die door het katholicisme ook geenszins beperkt wordt.
|
|