Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1934(1934)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] Diana (Oudheidkundig museum). 't Gelaat omfloersd, als een ril-schuwe hinde, met kruidengeur en droom van hagewinde, staaroogt zij naar de witgeverfde blinden, die haar de zon ontstelen en de grachtelinden. De eeuwen maaiden 't elysium kaal, dat nu verstijfd staat tot een starre zaal, waar men slechts fluisterend haar naam durft spellen. Versteend is hare speer aan versteende gazelle. Maar zie de zoetheid van haar slanke dij, waar nachtzwaluwen in het donker scheren. Geen cerberus kan deze vogels weren, ze zijn van haar, zij leeft van hun gevlei. 's Nachts, als de sterren door de blinden boren en 't maanlicht op haar marmren borsten gloeit, strekt zich haar schaduw, tot den dood vermoeid. Zij echter rijst, slanker dan ooit tevoren: een zuil, hoog uit de kille tors gegroeid, die 't eeuwig jachtveld van haar god wil schoren. Alex Campaert. Vorige Volgende