Conscience-hulde
door M.E. Belpaire.
Hoe pijnlijk was het voor de tachtigjarige die ik ben, niet met mijne collegas der Academie deel te kunnen nemen aan de plechtige Conscience-hulde, te Brussel gehouden. Ik behoor immers tot het geslacht dat onmiddellijk volgde op dat van den grooten volksschrijver. In mijn lang leven heb ik heel de evolutie kunnen meemaken van den groei en bloei van de Vlaamsche Beweging die met Conscience voornamelijk een aanvang nam. Familie- en persoonlijke herinneringen heb ik in geschrift en in mijn genegenheid van Conscience bewaard. Voor mijn geboorte reeds, was hij bij ons een geliefde gast; hij las er zijne boeken voor, droeg mijne moeder zijn ‘Lambrecht Hensmans’ op - het in rood gebonden werk is nog in mijne bibliotheek met de opdracht in fijn, geelgeworden geschrift: ‘Met allen eerbied aan Mevrouw Belpaire, geboren Elisabeth Teichmann, opgedragen, als een bewijs van hoogachting en dankbaarheid.
Antwerpen 1 Mei 1847.
Conscience.’
Zijn intieme vriend, Jan de Laet, ook een vriend mijns vaders leidde mijn eerste stappen op de letterkundige baan. Bij gelegenheid van een zijner lezingen te Antwerpen, werd ik door hem Conscience voorgesteld als jonge Vlaamsche dichteres en mocht de hand drukken van den door-goeden man, den zoo geliefden volksschrijver.
Welk een vlucht sindsdien hebben de Vlaamsche letteren, heeft de Vlaamsche Beweging genomen. Maar is er een roem meer benijdenswaardig dan die van Conscience? Wat al harten heeft hij vertroost, opgebeurd! Hij was de weldoener van zijn volk dat zijn werken nog steeds met voorliefde leest. - Tijdens den oorlog zijn zij de geliefde lectuur geweest onzer jongens in loopgracht, schuur of hospitaal. Hij bracht in die duistere levens een straal van poezie, hij veredelde hun streven, hun afmattenden arbeid, hij wierp een glans om hun familievreugden. Hij was de zanger van dat noeste, eenvoudige volk, het volk onzer stille gewesten. - Verandering in onze letterkunde zegde ik. Maar is zij niet in haar kern dezelfde ge-