| |
| |
| |
Boekbespreking
Frans Herwig, Sebastiaan. Bewerkt voor het toonnel naar De Heilige Proletariër, door J. Benoit. - Tilburg, N.V. Het Nederlandsche Boekhuis.
Een voorbeeld te meer om het feit te illustreeren dat een goede roman zich daarom nog niet leent tot een dramatische omwerking. De twee genres liggen te ver uiteen dat de kwaliteiten van den eenen aan den anderen zouden ten goede komen.
Het voorspel en het eerste tafereel loopen flink van stapel, maar naderhand kunnen we, ondanks aangrijpende passage's, niet loskomen van den indruk van kunstmatigheid, onechtheid. En dit wijl de atmosfeer die zoo overvloedig in den roman aanwezig was, hier in den schralen dialoog totaal wegvalt. Nu, een verstandige regie kan hieraan veel verhelpen: en bovenal moet de rol van Sebastiaan gespeeld worden door een eersterangsacteur.
Dr. T.D.
| |
P. Paul Humpert o.m.i., De Hel der Goddeloozen. Drama in vijf bedrijven. - In 't Nederlandsch bewerkt door P. Dr. Jacob De Greef O.M.I. - Waregem, Apostolisch Seminarie der Paters Oblaten.
Zonder ook maar een poging om een zekere artistieke waarde te bereiken, en o.m. met de ongeveer totale verwaarloozing van de psychologie der karakters, maar met een onmiskenbaar krachtig-populair talent om toestanden scherp en duidelijk te belichten en vooral door krasse tegenstellingen de tendenz luide te doen spreken, verplaatst de schrijver ons in een Wolga-dorp, bewoond door ingeweken Duitsche boeren. De strijd tusschen de katholieke bevolking en de ontchristenaars uit Moskou geeft aanleiding tot een reeks tafereelen die volkspubliek diep zullen aangrijpen en ontroeren.
Dr. T.D.
| |
Henriette Roland Holst: Herman Gorter. - N.V.L.M. Querido's uitgevers.-Mij. Amsterdam.
Boeiend is dit boekje, omdat wij er niet alleen Herman Gorter's geestelijke evolutie, maar die van schrijfster zelve kunnen in nagaan, en omdat het uit het hart gevloeid is. Want gedurende lange jaren onderhielden Henriette Roland Holst en haar man de meest vriendelijke betrekkingen met Herman Gorter en zijn vrouw. Zoodat schrijfster slechts in hare herinneringen hoefde te putten om den dichter vóór ons te doen rijzen zooals hij werkelijk was, met zijn warm hart en gulle eenvoudigheid, zijn poëtische ziel en geniale inspiratie. Hij was een hoog begaafde dichter, dorstig naar schoonheid, naar altijd meer volmaaktheid zoowel van gedachte als van techniek, zoekend naar waarheid. Een oogenblik meende hij deze in Spinoza's filosofie te vinden, en wat later in een tot het uiterst gedreven marxisme. In het tweede deel van haar boekje ‘De schoonheid van Herman Gorters poëzie’ beschrijft Henriette Roland Holst ons de geleidelijke evolutie van zijn dichterlijk werk. Met liefde ontleedt zij het al-schoone gedicht ‘Mei’, Gorters meesterwerk, opgeborreld uit de diepe bron zijner dichterlijke fantazie, evenals zijn eerste bundel ‘Verzen’, waarin het rythmisch gevoel zich met volle kracht doet gelden. Wanneer zijn poëtische inspiratie scheen te willen verdorren, zocht hij naar ‘een al-omvattende wereld- en levensbeschouwing’ om ze te vernieuwen, en trachtte Spinoza's princiepen over waarheid, en schoonheid ‘met den gloed der poëzie te drenken.’ Het gelukte hem echter niet, en dan kwam de groote kentering in Gorters geestelijk leven, zijn bekeering tot het socialisme. Hij wendde zich tot Marx ‘om verlost te worden van zijn onwetendheid over het maatschappelijk zijn’. Hij was toen 33 jaar, en tot aan zijn dood, 30 jaren later, trachtte hij ‘zoowel het proletarische socialisme, als de leer, die daaraan ten grond lag, te herscheppen tot
poëtische schoonheid’. Heeft hij zijn doel bereikt? Is zijn ‘Klein Heldendicht’, is zijn ‘Pan’ het epos van de bevrijding der arbeiders? Schrijfster bekent dat deze werken, trots zeer schoone deelen en
| |
| |
prachtige verzen, trots de edele ingeving, toch minder hoog staan dan zijn vroegere gedichten waarin hij zijn hart simpel weg uitzingt. Ze missen vooreerst harmonieuze eenheid, en erger nog, den diepen aderslag, van het leven, van het spontaan gevoel, van de alles overweldigende waarheid. De eenige levende figuur in ‘Pan’ is deze van de dichter zelf. Schrijfster betreurt ook dat Gorter de gedachte van ‘messianisme’, die volgens haar nevens die van ‘historisch en dialectisch materialisme’ in het marxisme ligt, niet heeft begrepen, en zij geeft toe dat hij meer een dichter dan een denker was.
Kan hetzelfde niet gezegd worden van Tolstoï, en andere hoogstaande geesten die in het socialisme de oplossing zoeken van het menschelijk lijden op aarde, en door klassenstrijd tot vrede en sociale gerechtigheid denken te geraken? Alsof klassenstrijd een algemeen geneesmiddel was voor alle wantoestanden, alsof het marxisme zich kon meten aan het leven in zijn duizendvoudige vormen en alle smart hier op aarde verhelpen; alsof louter menschelijke middelen de problema's van het leven - wiens oorsprong niet menschelijk is - konden oplossen.
L.D.
| |
Johannes Joergensen: Italiensk. - Gyldendalshe Boghandel. Kopenhage.
Een bundel artikels, indrukken uit Italië, uit het bekoorlijk land van St. Franciscus, uit het heerlijke Siena, uit menig dichterlijk hoekje, dat schrijver zoo na aan het hart ligt, en dat hij voor ons met enkele woorden optoovert. Niemand kan, zooals Johannes Joergensen een atmosfeer scheppen van poëzie, van innige schoonheid, van stille melancholie en diep gevoel. Eenige trekken zijn hem genoeg om het fijnste tafereel van gevleugelde gratie, maar tevens van treffende waarheid op te tooveren. Geen ander kan gelijk hij den mensch zijn oorsprong en zijn einde, de schoonheid van het sacrificie, den grooten ernst van leven en dood, en de oneindige liefde van God herinneren. Maar bovenal is hij een dichter, een groot dichter door de gratie Gods, en gelijk alle groote dichters voelt hij diep het onvolledige, het wankelbare van het aardsch geluk, 's menschen diepe afhankelijkheid van Gods genade, zijn ballingschap hier op aarde, en zijn onleschbaar trachten naar het eeuwige, naar het onvergankelijk geluk.
L.D.
| |
Jacqueline Vincent: Rosie, grande Soeur. - Desclée de Brouwer et Ce. Paris. - Br. 12 frs. belges; cart. 16 frs. belges.
Rosie, het lieve elfjarig meisje, het oudste van vijf kinderen, levenslustig en blijmoedig, ook in-goed, is altijd bereid om iedereen dienst te bewijzen. Schielijk komt de smart op haar weg. Haar vader, de groote schilder, wordt blind. Hij is nu een verouderde, verbitterde, gebroken man, die zich van de zijnen in wanhoop afzondert, en zich van God afwendt. Maar Rosie is daar met hare groote liefde, haar heet verlangen om haar vader met God te verzoenen, hem zijn ongeluk te leeren aanvaarden, en aan het leven weer te doen gelooven.
Een heel mooi boek voor kinderen van 10 tot 15 jaar.
L.D.
| |
Papstgeschichte von den Anfangen bis zur Gegenwart’. Von Univ. Prof. Dr. F.X. Seppelt und Prof. Dr. Cl. Löffler im Verlag J. Kösel & Fr. Pustet, München (565 Seiten. Mit 919 Abbildungen. Ganzleinenband Mk. 5,90).
Hier gaat de geweldige stoet voorbij der 260 pauzen die van af Petrus tot onzen Heiligen Vader Pius XI de stedehouders van Christus zijn geweest: zuivere heiligen en zwakken, geweldige heerschersnaturen en zachtmoedigen, maar allen, zonder leemte of breuk, de leer van Christus verkondigend voor alle tijden en voor alle landen. Maar niet alleen deze pauzenfiguren zien we; zij leven in het kader van hun vaak zoo geweldigen tijd, met den gestadigen openlijken of verholen strijd, tusschen wereldlijke en geestelijke machten. Prof. Dr. Seppelt heeft de geschiedenis der Pauzen behandeld van den aanvang tot de Fransche Revolutie; prof. Dr. Löffler van de Fransche Revolutie tot heden.
Dit is een standaardwerk van groote eruditie, synthetisch en spannend van leven. Het is overvloedig geillustreerd.
Dr. D.S.
| |
W. Groneman, Bernadette Soubirous. - Leuven. Davidsfonds.
Er heerscht bij ons over 't algemeen een jammerlijk misverstand aangaande volkslectuur: iedereen schijnt stilzwijgend aan te nemen dat volksboeken per se in een
| |
| |
slordig, incorrecte, dialectisch-gekleurde taal moeten geschreven worden. En het Davidsfonds houdt er niet altijd de hand aan dat zijn uitgaven die meening niet zouden versterken.
Ik aarzel niet dit deeltje te rangschikken onder de zeer goede die in de laatste jaren in de volksreeks van het Davidsfonds het licht zagen. Het is een boek dat handelt over levensvroomheid en bovennatuurlijke wonderen, zonder te vervallen in den gewonen onuitstaanbaren congregatie-stijl. En het is bovendien een goed geschreven boek van iemand die zijn taal kent.
Dr. T.D.
| |
A. Bayens, Witje-Witje. - Leuven, Davidsfonds. Jeugdreeks.
Een boek voor kinderen geschreven door iemand die nog tastend zoekt, niet altijd de stemming gaaf kan houden, maar een niet onaardigen uitslag bereikt door bewogen avontuurlijkheid te vermengen met teere poëzie. Een werkje dat er gerust mag zijn en waar de kleinen zullen aan smullen.
Dr. T.D.
| |
P. Kiroul, Pito Knotsebolle. - Leuven, Davidsfonds. Jeugdreeks.
Paul Kiroel vertelt op de hem eigen, nu eens guitige en leuke, dan weer innige of aangrijpende manier, maar altijd boeiend en meesleepend, de ongelooflijke maar toch waar gebeurde avonturen van den kostelijken Pito Knotsebolle. Het is jeugdlectuur van de goede soort, waaraan P. Kiroel ons trouwens gewoon gemaakt heeft.
Dr. T.D.
| |
Jan van Bellinghen. - ‘Roep’ - Verzen. Uitg. Van Reckhoven. Mol.
Deze bundel ware beter nooit verschenen. Wansmaak, taalfouten, woorden die niet bestaan in onze taal en de meest ontstellende afwezigheid van zelfs de minste potentie tot het dichterschap maken van dit werk de grootste mislukking van het jaar.
A.D.
| |
Ludo van de Wygaert. - ‘Het Angelus van Wee.’ - Verzen. Lino's van Frans van Immerseel.
Als de beste inzichten van de wereld een mensch tot dichter konden maken, ware 't hier gebeurd. Spijtig viel het anders uit.
A.D.
| |
Docteur Maistriaux: 1. Que se passe-t-il à Beauraing? (2 fr.). - 2. Les dernières apparitions de Beauraing (3 fr.). - 3. Wat gebeurt er te Beauraing? - Uitgaven Rex. Leuven.
De eerste brochure, reeds vertaald, geeft verslag over de verschijningen van af 29 november tot 20 december, alsmede de portretten der kinderen en eenige gegevens over de families Voisin en Degeimbre. De tweede beschrijft de verdere verschijningen en geeft eenige zichten van den boom waar O.L. Vrouw verscheen, enz., benevens een portret van schrijver zelf, dat wel wat overbodig schijnt. Deze brochures hebben dit voordeel, dat ze zich tot een kort verslag der gebeurtenissen bepalen.
T.
| |
P. Chrysostomus Horbach o.s.m. - ‘Uit hooge Tuinen.’ - St. Franciskusdrukkerij, Mechelen 1932.
Deze schetsen over het Indianenleven in Chili brengen een frissche en aangename verpoozing. Zij zijn niet slecht geschreven, zij boeien en staan vol fijne zetten. Aanbevolen voor wie een paar uren lang, veel zwaarder kommer vergeten wil.
A.D.
| |
Dr. Oswald Everaert. - ‘De striemende Zweep.’ - St. Norbertus Boekhandel. - Tongerloo.
Een roman over degenen die den oorlog overleefden, maar aan zijn gevolgen toch ten onder zijn gegaan. De stof die Dr. Everaert behandelt is zeker niet te arm, wel integendeel, zij lijkt te machtig en laat hem niet toe het betere werk te scheppen dat hij met een beperkter onderwerp had gekund. De schrijver staat eenigszins onder den invloed van Walschap, doch hij mist diens verbondenheid met het leven, zoodat zijn boek onwerkelijk aandoet en soms weeïg is van een slechte romantiek.
A.D.
| |
| |
| |
Piet van Veen. - ‘De ontwakende Stad.’ - Roman.
Van Veen is niet van talent verstoken. De ontwakende stad is Rotterdam, wiens groei en uitbreiding op het einde der vorige eeuw, hij als onderwerp voor zijn boek heeft gekozen. Hij schetst menschen en toestanden, het leven in de sloppen en bij het havendiet. Daar er geen strakke lijn door loopt, valt het echter in brokken en stukken uiteen. Geen der verwikkelingen die hij inleidt brengt hij tot een ontknooping. Zijn roman is geen volgroeid geheel, hij is eer een fragment, een deel van een film, waar het slot aan ontbreekt.
A.D
| |
Jaak Langens. - ‘De Kermis van Rosse Lei.’ - Davidsfonds, Leuven, 1932.
Deze Rosse is een broeder van Claes' ‘De Witte’. Slecht geschreven is Langens' boek daardoor niet en bij lezing geeft het twee uren prettige verpoozing. Het heeft alleen het nadeel na zijn beroemden voorganger weinig oorspronkelijk aan te doen. Ook heb ik iets tegen de manier waarop de schrijver zijn menschen voorstelt; moesten wij zijn eenzijdigheid gelooven, de Vlamingen zouden niet anders dan een volkje van kermisvierders, gulzigaards en zonnekloppers zijn. Het wordt tijd dat er met de Pallieteruitbating opgehouden worde: onze goede naam is er mee gemoeid.
A.D.
| |
Jeannine Figuière: L'Ami de mon coeur. - Eug. Figuière. Paris. - 166, C. du Montparnasse. - 8 fr.
Een verzameling van ideeën getrokken uit allerlei boeken en schrijvers: van den Bijbel tot de allermodernste auteurs, langs Fénelon, Pascal, Lacordaire, Victor Hugo, Lecomte de Lisle, enz. enz. om. Een boekje om nu en dan in handen te nemen en er een paar gedachten of aphorismen uit te lezen.
T.
| |
Jaques Maritain: ‘Les Iles’. Essaies et Poèmes par Jules Supervieille, Mme Chesman et Etienne Borne. Dessins de Jean Hugo. - Desclée de Brouwer et Cie. Bruges. - 13,50 fr.
Het is het eerste nummer van een nieuwe collectie, opgevat als een vervolg op den ‘Roseau d'Or’, en insgelijks voor doel hebbende: ‘Réunir pour un témoignage commun des écrivains par ailleurs très différents les uns des autres, voire opposés, rassemblés cependant par un même souci spirituel très supérieur à toute littérature...’. - Benevens een uitgebreid voorwoord van J. Maritain, waarin hij het doel en de strekking van deze collectie uiteenzet, bevat dit nummer eenige mooie verzen van Jules Supervieille; eenige belangrijke bladzijden over Gandhi, door Mev. Cheesman, die een tijdlang secretaresse was van den beroemden Hindoe, eindelijk een wijsgeerige studie ‘Travail humain et Esprit chrétien’ van den reeds gunstig bekenden, jongen wijsgeer Etienne Borne.
Een interessante poging, die vruchtbaar kan worden.
L.D.
| |
Henri Dutoit: Dupanloup: Choisir les meilleurs textes. 1 vol. de 622 pages avec un portrait. - Desclée de Brouwer et Cie. Paris.
Een keur der schoonste bladzijden uit Mgr. Dupanloup's talrijke schriften, zorgvuldig uitgekozen door Mgr. Dutoit, bisschop van Atrecht, en zeer elegant uitgegeven. Een boekje, dat van zeer veel nut kan zijn voor al dezen die zich met de opvoeding der jeugd bezig houden. Mgr. Dupanloup was een hoogstaande persoonlijkheid, en had uitstekende begrippen over opvoedingskwesties in 't algemeen, zoowel als over godsdienstige, moreele, intellectueele en literaire opvoeding. Insgelijks over de opvoeding der vrouw, de school, de familie, over tal van andere onderwerpen. Het boekje geeft ook breedere uittreksels uit zijn sermonen, herderlijke brieven en polemieken, benevens een beknopte maar zaakrijke biographie van den grooten bisschop, die zulk actief deel nam aan den hevigen strijd voor de vrijheid van 't onderwijs.
L.D.
| |
Jean Boniface: Pages humoristiques. - Maison Aubanel Père. Avignon. - 12 fr.
Een bundel gelijkenissen waarin de beesten de plaats der menschen innemen, en de slechte of belachelijke kanten van de hedendaagsche maatschappij hekelen. Het bevat een honderdtal kortere of langere stukjes die voorzeker niet met Lafontaine's fabels kunnen mededingen, maar die toch niet zonder verdienste zijn.
T.
| |
| |
| |
Jean-Bertrand Duteul: Messe en huit chants. - Maison Aubanel Père. - Avignon. - 3 fr.
Een plaquette van acht gedichten, die elk een der deelen der mis bezingen, van 't Introït tot de Nutting. Om te eindigen, een zang ter eere van O.L. Vrouw en een litanie der meest vereerde heiligen in Provence. Veel geloof en devotie, en enkele mooie bladzijden.
T.
| |
Raymond Gourg: La Maison. - Aubanel Père. Avignon. - 5 fr.
Een soort auto-biographie in blanke verzen. Schrijver vertelt herinneringen uit zijne kinderjaren, zoo vroeg door het afsterven van vader en moeder beproefd. Eenvoudige, innige poëzie, zonder hoogere vlucht of groote letterkundige waarde, maar stemmig en door en door christelijk.
T.
| |
Pater Willie (Pater William Doyle, S.J.). In 't Vlaamsch vertaald door L. Van den Biesen, S.J. - Desclée de Brouwer en Cie. 22, Houtkaai, Brugge.
Pater Willie was een Ier uit de omstreken van Dublin. Op zijn 18e jaar trad hij in het orde der Jezuiten. Zijn nooit verwezenlijkte droom, was naar Congo als missionaris te gaan. In 1915 werd hij tot aalmoezenier benoemd bij de Iersche troepen die in Vlaanderen streden en sneuvelde den 16e Augustus 1917 in den slag bij Frézenberg. Buitengewoon was zijn dapperheid, maar ook zijn vroolijkheid, zijn toewijding, zijn liefde voor de zielen. Zijn invloed was dan ook groot; hij werd als een heilige aanzien. Geenszins verminderde die invloed na zijn dood, en weldra kwamen van alle kanten van het Britsche rijk, van Amerika, van Duitschland en elders, getuigenissen van de menigvuldige bekeeringen en genezingen aan zijn tusschenkomst toegeschreven. Zal hij eens heilig verklaard worden?
Een boeiend werkje, dat warm mag aanbevolen worden.
L.D.
| |
Renée Zeller: Pentecôte. (Coll. L'Année en Fêtes pour nos Enfants. Avec illustrations et couverture historiée sous cartonnage. - Desclée de Brouwer et Ce. Paris. - 10 fr.
Het achtste nummer van die mooie, zoo keurig uitgegeven boekjes, zoo goed geschikt om de mysteries van onzen godsdienst aan 't verstand der kinderen te brengen. Ditmaal gaat het over de bekeering van een meisje, al te vroeg door smart verbitterd, maar dat door den H. Geest verlicht, tot het geloof terugkomt. Levendig en boeiend verteld.
L.D.
| |
Pierre Termier: Mélanges. Avant-Propos de Jeanne Boussac-Termier. - Desclée de Brouwer et Cie. Paris.
Dit boek bevat een reeks artikels van Pierre Termier, zijn laatste pennevruchten, waarvan de meesten handelen over geologische onderwerpen, strikt wetenschappelijk opgevat, maar derwijze, dat ze ook voor oningewijden met de grootste belangstelling zullen gelezen worden. Zoo b.v. ‘Un article de Dictionnaire’, waarin schrijver op boeiende wijze, een beknopt overzicht geeft van de geologische geschiedenis der aarde. Eenige artikels zijn gewijd aan persoonlijke herinneringen uit zijn studentenjaren, of aan de nagedachtenis van overleden collega's of vrienden. In enkele bladzijden geeft hij ons een volledige gedachte van hun persoonlijkheid, werk en prestaties op wetenschappelijk of letterkundig gebied. We vinden er o.a. merkwaardige levensberichten over Charles Depéret, den grooten, en toch nederigen geleerde, en over Léon Bloy, aan wien Pierre Termier zijn bekeering verschuldigd was.
Een boek van Pierre Termier is altijd een week van waarde door den soberen, zuiveren vorm, de uitgestrektheid der kennis, de verhevenheid der gedachten, de diepte van het christelijk geloof.
L.D.
| |
Maurits Peeters: ‘Het Avontuur van Holle.’ - Leopold II laan 240. Koekelberg, Brussel. - 5 fr.
Een schunnig onderwerp, op een onhandige manier in slecht Nederlandsch uitgewerkt. Verdere bespreking is overbodig.
A.D.
|
|