Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 665] [p. 665] Lied van de Ledige Dagen door Anton van Duinkerken. Nu gaan de dagen mij voorbij Als reizigers, die ik niet ken, Zij spoeden zich en groeten mij, Omdat ik hier toevallig ben Op hunnen weg. Zij trekken voort, De vreemdelingen, en geen woord Blijft hangen na hun henen-gaan. Zij hebben goed noch kwaad gedaan, Maar telkens als een dag begon Te reizen, stond de horizon Van vreugd te zwaaien met zijn goud. De tocht ging verder. Het werd koud En om de roode huizen hing Een schaduw en een huivering. Dan zei een man: de dag is dood. Een bleeke lucht met avondrood Was alles wat er overbleef. De dagen sterven, en ik leef, Omdat ik hier toevallig ben Bij reizigers, die ik niet ken. Vorige Volgende