Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933
(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 343]
| |
De Belangrijkheid van de Spaansche Typographie in de Zuidelijke Nederlanden.
| |
[pagina 344]
| |
Naast de werken van godsdienstigen aard nemen de zuiver letterkundige uitgaven in onze Spaansche bibliographie de belangrijkste plaats in. Er is ook een groote verscheidenheid in deze reeks vast te stellen. De Spaansche nationale literatuur is er het rijkst vertegenwoordigd, maar vertalingen van Grieksche en Latijnsche classieken, van humanisten, van Italiaansche en Fransche letterkundigen komen ook in groot aantal voor. Ziehier een reeks auteurs uit de Oudheid, die in Spaansche vertolking uit de Nederlanden naar het Iberische schiereiland verzonden werden: de werken van Cicero vertaald door Andreas Laguna en door Jarava, gedrukt bij Steelsius in 1545, 1546, 1549, 1550 en bij Plantin in 1556, 1557 en 1574; - Caesar vertaald door Lopez de Toledo, uitgegeven bij Birckmann in 1549; de Disticha van Cato, bij Nutius, in 1565; de tien boeken der Pharsalica van Lucanus, bij Bellerus en anderen; drie Spaansche uitgaven van Homeros' Odussea bij Steelsius in 1550, 1553 en 1556; de Metamorphoses van Ovidius bij Steelsius in 1551 en bij Bellerus in 1595 en 1599; de Comediën van Plautus bij Nutius in 1555; Las Vidas de los illustres y excellantes varones griegos y romanos van Plutarchus in 1562 bij Birckmann; de geschriften van Cr. C. Sallustius bij Nutius in 1554 en bij Keerbergen te Antwerpen in 1615; L. Seneca bij Steelsius in 1548 en 1551, en bij Plantin in 1555; de Obras van Tacitus, vertaald door Em. Suéyro e.a., bij Bellerus in 1613 en 1619 en ook bij Meursius in 1651; werken van Titus Livius te Antwerpen in 1551 en 1552 bij Birckmann; niet minder dan zeven vertalingen van Vergilius' Eneis door Gregorio Hermandez de Velasco, tusschen 1555 en 1575 bij Bellerus en G. Smits te Antwerpen; de werken van Euclides te Brussel in 1688 en 1689 en te Antwerpen in 1708 en 1728; de Historia Ethiopica van Heliodorus in 1554 bij Nutius; de vertaling van Breviarium rerum Romanorum van Flavius Eutropius in 1561 bij Nutius; en de fabelen van Aesopus in 1546 en 1551 bij Steelsius, en in 1607 bij Moretus. Van al de Spaansche letterkundige successen hebben onze drukkers in de 16e, 17e en nog in de 18e eeuw talrijke uitgaven bezorgd. Het zoo populaire werk van Mateo Aleman La vida y hechos del Picaro Guzman de Alfarache, door Le Sage nagebootst in zijn Aventures de Guzman d'Alfarache, wordt gedrukt bij Bellerus in 1600, bij Mommaerts te Brussel in 1600, 1604 en 1639, bij Velpius in 1604 en bij Verdussen in 1681, 1686, 1736 en 1786. Wij bezitten | |
[pagina 345]
| |
een Cronica del Cid van Mommaerts te Brussel uit 1588. Hans de Laet drukt in 1568 Los famosos y eroycos hechos del ynvencible y efforcado Cavallero, honra y flor de las Espanas el Cid Ruys Dias de Bivar van D. Ximenez de Ayallon. Diego Hurtado Mendoza's Lazarillo de Tormes wordt in 1554 gedrukt door Nutius en nog drie maal nadien te Antwerpen. Het boeiend romantische verhaal in dialoogvorm Celestina of Calisto en Melibea telt te Antwerpen tusschen 1539 en 1601 niet minder dan negen uitgaven. De werken van Juan de Mena Todas las Obras komen vijf maal uit bij Nutius in 1543, 1552, 1554, 1562, 1582, zijn Las Trezientas verschijnen in 1552 bij Steelsius en Nutius, en zijn Coronacion gedicht op de bekroning tot dichter van zijn maeceen Markies van Santillano, in 1543 bij Nutius. De gedichten van Juan Almogaver Boscan vereenigd met die van zijn vriend Garcilasso verschijnen na den dood der schrijvers te Medina in 1544 en reeds in den loop van het zelfde jaar komt er een Antwerpsche druk bij Nutius, waarna er nog zeven andere verschijnen in dezelfde stad tusschen 1544 en 1597. De eerste uitgave van de Obras van den Spaanschen dichter Christ. de Castillejo schijnt een Antwerpsche te zijn uit 1582. Daarop volgen de uitgaaf van Nutius en Bellerus in 1598, en eindelijk een in Spanje te Alcala de Henarez in 1615. Een van de meest gezochte Spaansche auteurs te onzent was Ant. Guevara, de Franciskaan, vertrouweling van Keizer Karel. Zijn Libro aureo de la Vida de Marco Aurelio verscheen te Antwerpen elf maal tusschen 1529 en 1604. Zijn Epistolas familiares, voor de eerste maal verschenen te Valladolid in 1539, worden in 1544 door Nutius te Antwerpen herdrukt en beleven tot in 1668 nog tien andere drukken te Antwerpen en te Brussel. Het zeer populaire Carcel de Amor van den Spaanschen dichter Diego de San Pedro wordt te Antwerpen minstens zes maal uitgegeven tusschen 1556 en 1598. De beroemde pastorale roman van Georges Montemayor Diana wordt op de markt gebracht door Steelsius in 1561 en door Bellerus in 1575, 1580 en 1581. Zijn Obras werden hier reeds in 1554 verspreid door Steelsius, en zijn Cancioneros' door H. De Laet in 1558. Las Comedias van Felix Lope de Vega Carpio behooren onder de uitgaven van Nutius in 1607 en 1611 en van Velpius in 1611. Wij zouden daar nog elf andere werken van dien vruchtbaren dramaturg te Brussel en te Antwerpen kunnen bijvoegen, o.a. zijn Arcadia. Balthasar Gracian S.J., de schepper van den precieusen ‘estilo culto’, viel hier ook Zeer in den smaak, zooals de vijf uitgaven van zijn Obras bij Verdus- | |
[pagina 346]
| |
sen getuigen in 1669, 1700, 1702, 1725 en 1735. Het meesterwerk van Mich. Cervantes Saavedra, de Don Quichotte, werd hier ook spoedig triomfantelijk onthaald. De eerste uitgaaf van het eerste deel is gedagteekend uit Madrid in 1605. Dat zelfde deel bestaat reeds in Brusselschen druk in 1607. Het tweede deel, te Madrid gedrukt in 1615, heeft reeds in 1616 een Brusselschen tegenhanger. Velpius, Verdussen, Mommaert en P. de la Calle bezorgden er tusschen 1607 en 1770 tien uitgaven van. Al even vlug bij de hand waren onze drukkers voor de Novelas Exemplares, in 1613 te Madrid verscheen, en het jaar nadien reeds door Velpius herdrukt. Ook van Persiles y Sigismunda, na den dood van den auteur in 1617 te Madrid uitgegeven, is er reeds in 1618 een Brusselsche druk van Velpius te vinden. Graaf Bernardino de Rebolledo, de Spaansche gezant in Denemarken, met wien Vondel gedurende zijn Deensche reis in betrekking kwam en wien hij zijn gedicht ‘De Heerlyckheyt der Kercke’ opdroeg, was onder de Zuid-Nederlandsche katholieken, wegens zijn aandeel in de bekeering van Christina van Zweden, een gewaardeerde figuur. Dit verklaart ons de bijval, die zijn lieren leerdichten hier genoten in de drie uitgaven van Moretus, Ocios 1650, 1656 en 1660. Zijn Idillo Sacro werd ook door Moretus uitgegeven in 1660 en zijn Rimas Sacras in 1661. Van den vruchtbaren auteur Don Francisco de Quevedo de Villegas brachten onze drukkers ook heel wat geschriften in den handel. Zijn Obras vinden wij bij Foppens in 1660 en 1669, en bij Verdussen in 1699 en 1726. Zijn Obras posthumas verschijnen bij Foppens in 1664, 1670 en 1671, en bij Verdussen in 1611 en 1626. De Diana enamorada, de voortzetting van de Diana van Montemayor, door Gaspar Gilpolo, telt vier uitgaven in Zuid-Nederland, twee te Antwerpen in 1567 en 1574 en twee te Brussel in 1613 en 1617. De Primera parte de las noches de Invierno van Anton. de Eslava, verschenen in 1609 te Pampelona, vinden wij in 1610 en in 1657 te Brussel bij Velpius. De Obras van den dichter L. de Gongora komen voor bij Foppens in 1659; ook de Obras en verso van den bestrijder der Gongoristische gezwollenheid Francesco Borgio, vinden wij onder de Plantijnsche drukken in 1654 en nog in tal van andere Brusselsche en Antwerpsche uitgaven. De Brusselsche drukker J. Pepermans laat in 1625 van zijn persen komen Las clavellinas de recreacion van Ambrosio de Salazar, den Spaanschen secretaris van Maria van Medici. Velpius heeft nog op zijn actief zes verschillende uitgaven van de Floresta | |
[pagina 347]
| |
Espanola de Apothegmas van Melchior de Santa Cruz de Duenas, in 1598, 1605, 1614, 1629, 1655, 1702. Wij sluiten deze lang niet volledige lijst van Spaansche helletristische uitgaven met een paar belangrijke verzamelwerken. De oude dichterlijke verhalen, die de Spanjaards romancero's noemen, en waarvan er reeds verscheidene in één bundel vereenigd werden in de 15e eeuw, worden in de 16e zeer verlangd, te oordeelen naar de menigvuldige drukken, die er van bestaan. Naast de uitgaven van Valencia, Toledo en Sevilla zijn er ook ettelijke Antwerpsche. Nutius brengt in 1557 en 1573 het Concionero general op de markt, waarin hij al de romances, die hem in het bereik vielen en hem belangrijk genoeg voorkwamen heeft bijeen gebracht. Bij den zelfden Antwerpschen drukker treft men verder nog aan het Cancionero de Romances in 1550, 1554, 1555, 1568 en 1573. Een ander belangrijk verzamelwerk, de Comedias escogidas de differentes XX libros, met stukken van Moreto, Zarate, Matos Fragoso, e.a., verschijnt in 1704 te Brussel met den drukkersnaam Manuel Texera Tartaz. Onder de in 't Spaansch vertaalde geschriften van zestiende-eeuwsche humanisten worden die van Erasmus bij ons het meest gedrukt. De Apotegmas y dichos graciosos komen van Nutius' persen in 1543, 1549, 1552, 1553 en 1579. Het Libro de Vidas y dichos graciosos wordt door Steelsius in 't licht gegeven in 1549 en 1552, terwijl Moretus in 1609 nog een uitgave bezorgt van Apothegmas en cinco lenguas. Ook van den humanist Luis Vives vinden wij in onze bibliographie enkele belangrijke werken: Comentarios para despertamiento del Animo (Antwerpen 1537) en Introduccion a la Sabiduria vij Steelsius in 1551. Het oudste van de in het Spaansch te onzent uitgegeven Fransche literaire werken, is het allegorisch poëma El Cavallero determinado van Olivier de la Marche, vertaald door F. de Acuna. Er is ook een Spaansche vertaling van Philippe de Comines' Mémoires in 1545. De destijds zoo gevierde Semaine van Guillaume Salluste du Bartas, krijgt een Spaansche vertolking van Fr. de Caceres in Los Siete dias de la Semana sobre la Creacion del Mundo, bij de Erven P. Bellerus in 1612. Zes uitgaven van de Spaansche lezing van Fenelon's Telemaco dragen als plaatsaanwijzing Antwerpen: 1712, 1733, 1742, 1743, 1756 en 1780. Er zijn Spaansche bewerkingen van Bossuet's Histoire des variations des églises protestantes te Antwerpen in 1737; van de kanselreden van Bourdaloue, Sermones, in 1740; en van | |
[pagina 348]
| |
Bouhours' Pensées chrétiennes pour tous les jours du mois, bij Verdussen in 1729. Te Brussel komt in 1618 bij Velpius een Spaansche vertaling uit van F. de Sales' Introduction à la Vie dévote. Onder de vertaalde Italiaansche auteurs komt Ariosto vooraan met zijn Orlando furioso, overgezet door Jeronimo de Urrea, en gedrukt bij Nutius in 1549, 1554, 1557 en 1558. Naast hem staat J.B. Guarini met zijn beroemd herdersdicht, vertoond, op het huwelijk van Hertog Karel Emmanuel van Savoye met de Spaansche Infante Catharina, Il Pastor fido, in het Spaansch uitgegeven door Verdussen in 1694. Uit dit vluchtige en zeer onvolledige overzicht op de Spaansche typographie in onze gewesten zal ongetwijfeld afdoende blijken wat voor groot belang de studie er van oplevert voor de geschiedenis van onze betrekkingen met Spanje en in het bijzonder voor de geschiedenis van de Nederlandsche letterkunde, die veel meer dan men het voor korten tijd dacht, in de 17e eeuw den invloed der Spaansche heeft ondergaan. Prof. J. te Winkel, die op het gebied onzer literatuurgeschiedenis meer dan eens uitstekend prospectorswerk heeft verricht, wees reeds op die invloeden in 1881 in zijn merkwaardig opstel: De Invloed der Spaansche Letterkunde op de Nederlandsche in de 17e EeuwGa naar voetnoot(1), en C.F. Adolfo van Dam zette dit werk voort in zijn Las relaciones entre Espana y HolandaGa naar voetnoot(2), doch dit studieonderwerp is niet uitgeput en aan de hand eener degelijke Spaansch-Nederlandsche bibliographie zullen de vondsten van Prof. te Winkel en C.F. van Dam zeker wel aangevuld kunnen worden. De opvoeringen van comedias, mascaras, bailetes en andere Spaansche werken aan het hof te Brussel, van af het begin van Albert en Isabella's regeering tot op het einde van de 17e eeuw, waren sterke prikkels, die de aandacht onzer schrijvers op de Spaansche literatuur vestigden, maar het waren niet de eenige. J.A. van Praag in La comédie espagnole aux Pays BasGa naar voetnoot(3) en Hermann Tiemann in zijn Studien zur spanischen Dramatik in FlandernGa naar voetnoot(4), waarin hij het vooral heeft over Diego Muxet de Solis, van Waalsche | |
[pagina 349]
| |
afkomst; Jacinto de Herrera y Sotomayor, ambtenaar in Vlaanderen in de 17e eeuw en Miguel de Barrios, kapitein in het Spaansche leger in Vlaanderen tusschen 1662 en '74; - hebben het belang van die vertooningen goed doen uitschijnen. Vlaamsche schrijvers, die den rug toekeerden naar de ouderwetsche rederijkersopvattingen, zochten verjonging in het Spaansche voorbeeld, dat om zoo te zeggen onder hun oogen aan het leven was gegaan. Cornelis de Bie vertaalt van Lope de Vega Las Pobrezas de Reynaldos onder de titel: Armoede van de graeve Florellus (1671), en El gran Duque de Moscovia (1672). Van den zelfden auteur vertaalt de Antwerpenaar Ant. Francisco Wauthers El castigo sin venganza, onder den titel De verliefde stiefmoeder. Naar Calderon's Devocion de la Cruz schrijft dezelfde De devotie van Eusebius tot het H. Kruys. De Brusselsche rederijker Schouwenbergh vertolkte Calderon's La vida es sueno. Claude de Grieck bewerkte Calderon's El mayor encanto Amor en La gran Cenobia. Een grondige studie van het tooneelwerk van Jhr. Frederik Cornelis De Conincq zou ook overvloedige Spaansche invloeden aanwijzen. En van al die inwerkingen van Spaansche stukken op onze dramatische kunst geven wij nog maar enkele hier en daar opgeteekende voorbeelden! Het lag ook voor de hand, dat veel andere Spaansche letterkundige werken hier vertaald en nagevolgd werden, en bijna telkens kunnen wij vaststellen, dat van het vertaalde werk een of meer oorspronkelijke uitgaven, door onze drukkers bezorgd, hier voorafgingen. Met hoeveel Spaansche picareske romans is dit het geval geweest! In 1579 krijgen wij een Nederlandschen tekst van Lazarillo de Tormes, doch in 1553, 1554, 1555 had Nutius er herhaaldelijk den Spaanschen tekst van laten verschijnen. In 1658 is Guzman d'Alfarache vertaald, maar de oorspronkelijke tekst is reeds in 1600, 1604 en 1639 in een Brusselsche uitgave bij Mommaerts verkrijgbaar. De Rinconete y Cortadillo uit de Novelas exemplares van Cervantes wordt vertaald in 1643, verscheidene jaren na Velpius' Spaansche edities van 1614 en 1625. Zoo ook met Pablo de Segovia van Quevedo, herhaaldelijk gedrukt te Antwerpen en te Brussel sedert 1660, doch eerst in het Nederlandsch overgezet in 1699. De Celestina, waarvan hij het groote succes in den oorspronkelijken tekst te onzent reeds aanstipten, werd na ettelijke Spaansche uitgaven hier ook vertaald. Niet alleen de ‘suete principale historie’ maar ook de ‘lustelijcke fonteynkens van Philosophien ende wys- | |
[pagina 350]
| |
heden’, die in dat werk ‘ten allen canten wtspronghen’, noopten den drukker Hendrik Heyndricx om er een Nederlandsche uitgave van te laten verschijnen te Antwerpen in 1574 en nog eene zonder jaartal. Wij weten, dat Milenas Clachte van J.B. Houwaert in 1578 ontleend werd aan Antonio de Guevara's beroemd Libro Aureo de Marco Aurelio, waarvan er echter vóór dat jaar (tusschen 1534 en 1574) zeven verschillende oorspronkelijke uitgaven verschenen te Antwerpen bij Steelsius en Aertsen, terwijl Cornelis van Beresteyn er in 1563 een Nederlandsche vertaling van gaf. De vele Spaansche uitgaven van De Guevara's Epistolas familiares bij Nutius gingen ook de vertaling vooraf, die Cornelis van Beresteyn er van gaf onder den titel Vrundtlicke ghemeene Sendtbrieven. Cervantes' Don Quichotte wordt in 1657 vertaald door Lambert van den Bos en tot zeven maal toe herdrukt, de Spaansche uitgaven van Velpius te Brussel klimmen echter op tot 1607. De Diana enamorada van Gaspar Gil Polo (voortzetting van Jorge de Monte mayor's Diana) wordt vernederlandscht door A. Van Nispen in 1653, maar de oudste Spaansche uitgaven van Velpius dagteekenen van 1613. Een hoogst interessant hoofdstuk voor de geschiedenis der Nederlandsche drukkerij en uitgeverij wordt door het opmaken eener zoo volledig modelijke bibliographie der Spaansche productie onzer typographen in het vooruitzicht gesteld. Het is W. Vorsterman, die te Antwerpen met zijn Vocabulario van 1520 de reeks opent, doch weldra is het Nutius, die de groote specialist wordt op dat gebied. Tusschen de jaren 1539 en 1611 gaf deze ondernemende drukker ± 159 Spaansche werken uit. In de 16e eeuw is het Steelsius, die hem het dichtst nabij komt met ± 62 Spaansche drukken tusschen 1539 en 1574. Plantin gaf er tusschen 1555 en 1589 slechts ± 20 uit. In de 17e en 18e eeuwen worden de Verdussens de erkende drukkers van Spaansche boeken met het hoogtepunt hunner productiviteit op dat gebied tusschen 1669 en 1786, ± 90 drukken. Op den duur hadden zij als het ware het monopolie van de Spaansche uitgaven te Antwerpen, en hadden hun boekhandel zoo op de Spaansche cliënteel ingericht, dat zij van tijd tot tijd een speciale catalogus uitgaven van de Spaansche werken, die bij hen voorhanden waren.Ga naar voetnoot(1) Zoo bezit het Museum Plantin er een, | |
[pagina 351]
| |
getiteld: Catalogo de Libros Espanoles por conseguir en Casa de los Herederos de la Viuda de Cornelio Verdussen y Compania Mercaderes de Libros en Amberes (z.j.)Ga naar voetnoot(1). Het is wel de moeite waard met behulp van dezen Catalogo even na te gaan wat er op het einde der 17e en in het begin der 18e eeuw in een Antwerpschen boekwinkel aan Spaansche drukken te vinden was. Heel wat van de door ons in dit overzicht geciteerde werken vinden wij hier terug, Antwerpsche en Brusselsche uitgaven vooral. Er komen echter ook heel wat Spaansche drukken op voor, die in Holland en Frankrijk verschenen, namelijk de Atlas Mayor van Blaeu te Amsterdam (1672), de Aventures de Telemaco uit den Haag, (1713); de Arte Frances van Abad de Vayrac te Parijs (1714); de Costumbres de los Israelites van Abad Fleury, vertaald in het Spaansch door J.B. de Barry en te Parijs uitgegeven door Pedro Witte (1734); de Catechismo historico van Abad Fleury, uitgave van P. Witte te Parijs (1734); de Grammatica de la Lengua Griega en Idioma Espanola, gedrukt te Lyon; de Grammatica hebraispano, insgelijks uit Lyon (1676); de Horas Devotas de neustra Senora uit Parijs (1734); de Introducion de la Vida Devota van F. de Sales uit Parijs (1713); de Imitacion de Christo van Th. a Kempis, uit Parijs (1734); en de Monarchia Hebrea van Calmet Benedictino, gedrukt in den Haag (1745). Voor het overige bevat de Catalago drukken van zuiver Spaansche herkomst, uit Madrid, Sevilla, Toledo, Leon, Salamanca, Barcelona, Lissabon, Saragossa en Valladolid. Uit dezen Catalogo meenen wij met zekerheid te mogen afleiden dat Verdussen's verkoopgebied voor de Spaansche boeken zoowel in de Nederlanden als in Spanje lag. De uitgaven van Nederlandsche drukkers werden door Verdussen naar Spanje uitgevoerd, en de uitgaven van Spaansche drukkers werden door hem hier aan den man gebracht. Een der redenen waarom zoo veel Spaansche boeken in ons land en vooral te Antwerpen gedrukt werden, zal wel de betere technische uitrusting onzer drukkerijen geweest zijn. Dit blijkt althans uit de volgende bijzonderheid. Philips III had in 1610 te Lerma een wet uitgevaardigd, waarbij aan zijn Spaansche onderdanen verboden werd, indien zij boeken | |
[pagina 352]
| |
schreven, die te laten drukken buiten Spanje. Strenge straffen dreigden de overtreders van deze wet: verlies van hun Spaansche nationaliteit, van de helft van hun goed en van al de boeken, die zij in Spanje zouden hebben ingevoerd. Op dezen protectionistischen maatregel maakte Philips III echter wel uitzonderingen. B. Aldrete kreeg b.v. de toelating om zijn werk Varias antiguedades de Espana Africa y otras provicias buiten Spanje te laten drukken omdat er in dat werk zooveel Grieksche, Syrische, Hebreeuwsche en Arabische woorden voorkwamen met hun eigenaardige letterteekens, die de Spaansche drukkerijen niet in voldoende aantal bezaten. Zoo werd dit boek met koninklijke goedkeuring gedrukt te Antwerpen in 1614 door Gerard Wolsschaten en Henri Aertsen op de kosten van Jan Hasrey. Dit feit spreekt boekdeelen lof voor de Antwerpsche typographie. Brussel komt niet zoo vroeg als Antwerpen aan de beurt met Spaansche drukken, maar gaat vooral in de 17e eeuw toch flink naast de Scheldestad plaats nemen, De firma Velpius zet de Brusselsche reeks in ten jare 1587 en blijft onder al de firma's van deze stad het bedrijvigst op het speciale terrein der Spaansche uitgaven, met ± 100 drukken tusschen 1587 en 1655. Foppens volgt Velpius op den voet met ± 71 drukken tusschen 1655 en 1754. Mommaerts komt de derde met ± 30 drukken tusschen 1588 en 1662. Met het oog op de Antwerpsche typographische geschiedenis werpt de studie van onze Spaansche bibliographie een paar kleine vraagstukken op, waar wij hier ook even de aandacht willen op vestigen. Onder die drukken met aanwijzing van Antwerpen als plaats van herkomst zijn er stellig eenige, die niet tot de productie van de drukkers dezer stad behooren. Zoo vinden wij in 1737 de Historia de las Variaciones de las Iglesias protestantes van Bossuet (4 Dl.); in 1740 de Sermones van Bourdaloue (12 Dl.); in 1737-39 de Historia Hispaniae van J. de Mariana (16 Dl.); in 1745 het Compendio de la Historia antiqua van Ch. Rollin (6 Dl.); in 1748 Guerras de Flandes van R.P. Famiano, alle met de melding op het titelblad: ‘En Amberes, A costa de Marcos-Miguel Bousquet y Compania, Mercaderes de Libros’, ofwel: ‘En Amberes, por Marcos-Miguel Bousquet y compania’. Van een M.M. Bousquet hebben wij onder de Antwerpsche drukkers nooit eenig spoor gevonden. Toen wij op de geschiedenis | |
[pagina 353]
| |
van Mexico door A. de Solis, 1741 en 1751 en op de Cartas con notas de Juan Polafox, 1742, denzelfden naam Bousquet zagen met Brussel als plaatsaanwijzing; en nadien nog De l'Education des Enfants van J. Locke, vertaald door M. Coste, met de vermelding: ‘A Lausanne, chez Marc Mie. Bousquet & Comp. 1746’, dan waren wij overtuigd hier te doen te hebben met een niet Antwerpschen drukker, die het om een of andere reden geraadzaam had geoordeeld van bovengenoemde werken een Antwerpsche titeluitgave te geven. Marc Michel Bousquet was afkomstig uit Grancy (Vaud), waar hij geboren werd in 1696. Hij vestigde zich als drukker eerst te Genève en gaf daar sedert 1728 verscheidene werken uit. In 1736 liet hij z'n zaak te Genève over aan Pallisari & Ce en ging naar Lausanne wonen, waar hij talrijke werken uitgaf. Verscheidene van die werken hebben Antwerpen, Keulen, Brussel en zelfs Palmyra als adres. Bousquet stierf waarschijnlijk omstreeks 1763.Ga naar voetnoot(1) De vraag is dan: welke redenen konden Bousquet er wel toe aanzetten om aldus een viertal Spaansche drukken met adres te Antwerpen uit te geven? Het Spaansche tijdvak was te onzent in 1740 toch al meer dan twintig jaren afgesloten. Door den vrede van Rastadt in 1714 en door het Bareeltractaat in 1715 waren de oude Spaansche Nederlanden onder Oostenrijksche heerschappij gekomen, en tijdens de regeering van Keizer Karel VI en van Maria Theresia, met markies de Prié en Karel van Lorreinen als landvoogden, was er geen sprake meer van Spaansche invloeden of bijzondere belangstelling in Spaansch leven. Bousquet koos dus Antwerpen niet als plaats voor zijn uitgave omdat hij er hoopte een belangrijk kooperspubliek te vinden. Was het wellicht omdat de oude faam van de Spaansche drukken, die in de 16e en 17e euw te Antwerpen verschenen, nog nawerkte in de 18e? Daar verscheidene der door Bousquet met Antwerpsch adres uitgegeven Spaansche boeken een uitgesproken katholiek karakter hebben, meenen wij daar de reden dier fictieve adresopgave te moeten zoeken. In het Calvinistische Genève of Lausanne waren dergelijke uitgaven destijds niet sympathiek. Er zijn verder drie uitgaven van Fénélon's vertaalder Telemachus | |
[pagina 354]
| |
in 1743, 1756 en 1780 met opgave: ‘En Amberes, a costa de los Hermanos de Tournes’, wat F. Olthof in zijn Boekdrukkers in Antwerpen (p. 101) de grappige vergissing deed begaan in ‘los Hermanos’ (de gebroeders) een voornaam te zien en van een ‘Herman de Tournes’ te spreken. Ook deze De Tournes zijn geen Antwerpenaars. De gebroeders De Tournes, Jean Antoine en Samuel, zijn drukkers, die te Genève thuis hooren. Paul Heitz noemt ze in zijn Genfer Buchdrucker- und Verlegerzeichen im XV, XVI und XVII Jht. (p. 26). Hij citeert werken van hem tusschen 1655 en 1697, doch meldt tevens dat de firma ‘Frères de Tournes’ ook voorkomt op werken van 1740, 1748 en 1764. Volgens een notariëele acte, bewaard op het Staatsarchief te Genève, hebben de gebroeders Samuel en Jean de Tournes hun drukkerij-fonds op het eind van 1775 aan Nouffer en Bassompierre verkochtGa naar voetnoot(1). De Telemachus-uitgave van 1780 levert dus een kleine moeilijkheid op, doch het is wel mogelijk dat de Tournes, ofschoon ze niet meer drukten, zich toch nog met uitgeverij bezig hielden. De uitdrukking: ‘a costa de los hermanos de Tournes’, schijnt deze onderstelling overigens te bevestigen. Het blijkt overigens uit een andere notariëele acte van 1780, dat Samuel de De Tournes optreedt als vertegenwoordiger van een Parijsch uitgever, die een boek te Genève liet drukken.Ga naar voetnoot(1) De neiging van de firma de Tournes om op haar uitgaven andere adressen dan dat van Genève te plaatsen, blijkt nog uit een cataloog van hun uitgaven ‘Catalogue des Frères de Tournes à Genève et à Lyon, 1740 ä 1746’Ga naar voetnoot(2). Zoo meenen wij ten slotte ook El espijo de la muerte van Carlos Bundeto, voor een uitheemschen en wel bepaald voor een Amsterdamschen druk te moeten houden, ofschoon er op het titelblad van dit werk te lezen staat: ‘En Amberes En Casa de Jorgio Gallet. Director de la Emprenta. M.DCC.’ George Gallet is zonder eenigen twijfel een Amsterdamsche drukker en boekhandelaarGa naar voetnoot(3), die een aanzienlijk aantal werken | |
[pagina 355]
| |
uitgaf met vermelding van Amsterdam als plaats van herkomst. In 1700 echter gaf hij een reeks van 39 allegorische platen uit over de voorbereiding tot den dood door overweging van het laatste avondmaal, de passie en den dood van Jezus Christus. Hij vereenigde die platen in een bundel met Franschen tekst van Mr. De Chertablon en gaf ze uit onder den titel La Manière de se bien préparer à la Mort, met de aanwijzing: ‘A Anvers chez George Gallet M.DCC.’. Dezelfde platen gaf hij uit in den bundel met Spaanschen tekst van C. Bundeto, waarvan wij zooeven gewag maakten. In 1740 verscheen de bundel met Franschen tekst opnieuw ‘à Anvers chez George Gallet’.Ga naar voetnoot(1) Waarom jaarteekent George Gallet deze drie uitgaven uit Antwerpen? Was hij wellicht van oordeel, dat het Roomsch karakter van dit werk, waarvan de eerste opvatting aan een geestelijke van de Orde van den H. Franciscus te danken is, zooals hij zegt in een bericht tot den lezer, een ruimeren en sympathiekeren kooperskring zou vinden in het katholieke Antwerpen dan in het gereformeerde Amsterdam? Of wilde hij wellicht, zooals het meer gebeurde, door het Antwerpsche adres als het ware een katholiek orthodox merkteeken op zijn boek drukken? Wij willen er hier op drukken, dat het bondige overzicht op de Spaansche typographie in de Zuidelijke Nederlanden, door ons hier gegeven, verre van volledig en afdoende is. Het berust, zooals wij reeds zegden, op den beknopten, voorbereidenden catalogus van den heer J.F. Peeters, die nog voor veel wijzigingen en aanvullingen vatbaar is, en verscheidene beschouwingen, door ons naar aanleiding ven deze Spaansche uitgaven gemaakt, vragen nog een grondiger en uitgebreider onderzoek. Niettemin geven wij ons opstel in het licht omdat het toch reeds volstaat om de groote beteekenis van de godsdienstige, zedelijke, wetenschappelijke en letterkundige bedrijvigheid in de Spaansche taal te onzent, gedurende de 16e en de 17e eeuw, te bepalen en voor veel belangrijker te verklaren dan iemand het tot nogtoe had vermoed. Wij mogen zonder eenige overdrijving bevestigen, dat de Zuidelijke Nederlanden in die tijden wel degelijk een merkwaardige voorpost der Spaansche cultuur waren. Beter dan ooit begrijpen wij hoe Spaansche schrijvers als Tirso de Molina, | |
[pagina 356]
| |
Lope de Vega, Alonso Velasquez en andere meer, den lof van de Zuidelijke Nederlanden voortdurend herhalen en, dat hun verklaring ‘Niets gaat boven Vlaanderen’: ‘No hay mas Flandes’ in het Iberische schiereiland tot een soort van volksspreekwoord was geworden. |
|