Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 256] [p. 256] [Louis de Bourbon] Hospitaal. Het is er vol onrust en vol leven alsof de velen, die gestorven zijn, nog in den kring der zalen zijn verbleven en immer zuchten van geleden pijn. En wanneer langs ons één wordt weggedragen wiens zachte vlam werd uitgedaan, dan hoor ik 's nachts zijn bleeke lippen klagen en ziet zijn blinde blik mij aan. Louis de Bourbon. [pagina 257] [p. 257] Een meisje zingt: Ik denk aan hem, aan hem alleen mijn voeten zijn zacht op de wegen, en zingende, droomende ga ik hem tegen, naar hem alleen. Ik laat mijn huis in het zonlicht staan en de bloemen die neem ik mee, die laat ik op de golven gaan van de wijde zee. De zee van zomer en zoet begin, mijn ziel is de zon op de wegen, dansende, dansende gaat zij hem tegen naar wien ik zing. Louis De Bourbon. Vorige Volgende