Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933
(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 258]
| |
De Belangrijkheid van de Spaansche Typographie in de Zuidelijke Nederlanden.
| |
[pagina 259]
| |
Plantin-Moretus zelf, de Stedelijke Hoofdbibliotheek te Antwerpen, de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, de bibliotheken van de Hoogescholen te Gent en te Leuven en de bibliotheek van de Abdij te Postel. Aldus zou natuurlijk niet de volledige productie van de Spaansche typographie in Zuid-Nederland bijeen gebracht worden, maar er was toch kans om zoodoende een aanzienlijk aantal dergelijke boeken samen te brengen en er de basis voor de zoo gewenschte bibliographie van te maken. De uitslag beantwoordde aan onze verwachtingen. Op die wijze werden er ongeveer een vijfhonderd nummers bijeen gebracht. Intusschen viel mij een aangename verrassing te beurt. Door een bericht in de dagbladen van mijn voornemen op de hoogte gebracht, wendde zich de heer J.F. Peeters-Fontainas uit Leuven tot mij. Hij deelde mij mede, dat hij sedert verscheidene jaren aan het verzamelen was van Nederlandsch-Spaansche drukken en er zich ook op toegelegd had om uit catalogen en referentiewerken van allen aard de titels van dergelijke werken, die daarin voorkwamen, op te teekenen. In alle bescheidenheid en met niet genoeg te prijzen toewijding had de heer J.F. Peeters-Fontainas op die manier reeds 1485 titels van Noord- en Zuid-Nederlandsche Spaansche drukken bijeengebracht. Gedreven door ons gemeenschappelijk verlangen, kwamen wij beiden gemakkelijk overeen om samen te werken aan het opbouwen van een volledige Spaansche bibliographie in de Nederlanden. Als onmisbare basis voor den ontworpen arbeid, werd door het tijdschrift De Gulden PasserGa naar voetnoot(1) en ook in afzonderlijken boekvorm, naar aanleiding van de tentoonstelling op het Museum Plantin-MoretusGa naar voetnoot(2), een beknopte titellijst uitgegeven van den heer J.F. Peeters-Fontainas, aangevuld met de door hem niet gevonden titels van boeken, die voor de tentoonstelling in het Museum Plantin-Moretus waren bijeen gebracht. Het doel van dezen catalogus, die bij de 1500 nummers bedraagt, is vooral een exemplaar te ontdekken van de vele werken, waarvan wij totnogtoe alleen de titels kennen. Met deze uitgave gaat een oproep gepaard tot alle bilbiothecarissen en bibliophielen, opdat zij ons zouden helpen op het spoor | |
[pagina 260]
| |
te komen van in dezen voorloopigen catalogus aangeteekende, maar door ons nog niet gevonden boeken. Op grond van de uitgegeven titellijst geven wij hier eenige beschouwingen ten einde de verreikende dracht en het groote historische belang van de door ons ontworpen bibliographie beter te doen inzien, en zoodoende de welwillende hulp en medewerking te bekomen van allen, die de beteekenis der onderneming aldus beter zullen inzien. ***
De groote bedrijvigheid der Nederlandsche drukkers op het gebied der Spaansche typographie begint eerst met het tweede kwartaal der 16e eeuw. Voor dien tijd zal de Spaansche taal, vooral in de havensteden Brugge en Antwerpen, wel niet onbekend geweest zijn, maar dat men toen nog zoo sterk de behoefte niet gevoelde om haar aan te leeren, blijkt wel het feit, dat zij haar plaats nog niet heeft in onze oudste vocabularen, die eerste practische handboeken om zich met uitheemsche talen vertrouwd te maken. Het Brugsche Livre des Métiers van ± 1349 en zijn navolgingen, o.m. het Vocabulaer van R. van den Dorpe te Antwerpen uit 1501, ruimen nog geen plaats in aan het Spaansch. Drukken in deze taal komen hier pas voor als de gevolgen van de vereeniging onzer gewesten met Spanje zich in het openbaar leven werkelijk doen gevoelen. Uit het huwelijk van Filips den Schoone met Johanna van Castilië in 1496, werd in 1500 Keizer Karel geboren, die de erfgenaam werd van Spanje en de Nederlanden, voortaan door een persoonlijke unie met elkander vereenigd. In 1515 werd Keizer Karel door de Staten generaal te Brussel als landsheer gehuldigd, en in 1516 begon hij zijn regeering in Spanje. Kort na dien tijd verschijnen de eerste Spaansche drukken te onzent. Vocabularen of Colloquia behooren in den regel tot de allervroegste bewijzen van belangstelling in de studie van een vreemde taal. Bij het zoeken naar de oudste gedateerde Spaansche drukken in onze gewesten, stelden wij eens te meer dit natuurlijk verschijnsel vast. Op gezag van enkele bibliographen mogen wij aannemen, dat | |
[pagina 261]
| |
de rei onzer Spaansche drukken geopend wordt met het Vocabulario para aprender Franches, Espannol y Flamincq,Ga naar voetnoot(1) uitgegeven te Antwerpen door Willem Vorsterman in 1520. Daarop volgde bij denzelfden drukker in 1530: Vocabulaire en troys langues: c'est assavoir Francoys, Flameng et Espagnol, waarschijnlijk een herdruk van het voorgaande boek.Ga naar voetnoot(2) In 1551 verschijnt te Leuven bij B. Grave het Vocabulaer in vier Spraken, waaronder het Spaansch; - te Antwerpen in 1558, ditmaal bij J. Withage, het Dictionarium, Colloquia, sive formulae quatuor linguarum, Belgicae, Gallicae, Hispanicae, Italicae; - te Amsterdam in 1580 het Vocabulario Espagnol flamenco; - te Leiden een dergelijk werk in 1595; - te Rotterdam in 1608; - 'te 's Gravenhage in 1613, te Middelburg in 1631; - en telkens treffen wij die werken aan bij het begin van de plaatselijke Spaansche uitgaven. Het aantal handboeken ten gebruike van de Nederlanders, die Spaansch wilden aanleeren, groeit gedurig aan en bereikt een merkwaardige hoogte. Het zou ons veel te ver leiden moesten wij hier al de Colloquia-uitgaven vermelden, die te onzent in de 16e en vooral in de 17e eeuw verschenen. Zij waren blijkbaar een zeer gezocht boekhandelsartikel. Hetzelfde kunnen wij zeggen voor woordenboeken, spraakkunsten, handboekjes om Spaansche brieven te leeren opstellen, enz. Zonder een bepaalde orde te volgen stippen wij er slechts enkele aan, die het meest in den smaak vielen en dus het meest herdrukt werden; of die het werk zijn van de meest bekende specialisten op het gebied van het Spaansche taalonderwijs in onze gewesten in die jaren. Steelsius te Antwerpen gaf in 1545, 1560 en 1570 driemaal uit het Dictionarium ex sermone Latino in Hispaniensem van Ant. de Nebriga. Velpius te Brussel in 1599 en Bellerus te Antwerpen in 1600 drukten het Dictionarium Gallico-Hispanico-latinum van den Bosschenaar. Enrique Hornkens, hofprediker van Philips II en Philips III. Bij J. Waesberg te Antwerpen verschenen in 1568 van den bekenden schoolmeester polygloot Gabriel Meurier, de Coloqnios familiares, en tevens de Conjugaciones arte y reglas para deprender | |
[pagina 262]
| |
Espanol y Frances. Groot was de bijval van El grande Diccionario y Thesoro de las tres lenguas Espanola, francesa y flamenca, gekend onder den naam ‘Anonymo de Amberes’, tusschen 1604 en 1646 tot zes maal toe herdrukt bij Trognesius te Antwerpen. Dezelfde firma bezorgde in 1633 den Nieuwen Dictionaris om te leeren de Nederlandsche ende Spaensche talen van Jan Francisco Rodriguez, ‘soldaet ende schoolmeester op het casteel van Antwerpen’. H. en J.B. Verdussen gaven in 1659 den Nieuwen Dictionaris uit van rnoldA de la Porte, ‘capelaen-major van het casteel van Antwerpen’; terwijl de Wwe J. van Ghelen, in 1650 insgelijks een Dictionaris Duytsch ende Spaensch in het licht zond. Tot de meest verspreide Spaansche taalhandboeken behooren die van Cesar Oudin, den secretaris-taalman van Hendrik IV, koning van Frankrijk. Voor zijn dood in 1625 liet Oudin zelf verscheidene zijner werken drukken, zooals 1o zijn Grammaire Espagnole bij Velpius te Brussel in 1610 en 1619; 2e zijn Tesoro de las dos lenguas francesa y espanole insgelijks bij Velpius in 1624 en 1625; 3o zijn Refranes o proverbios espanoles traducidos en lengua francesa bij Velpius in 1608, 1611 en 1612; en 4o zijn Dialogos muy apacibles rescritos en lengua espanola y trad. en frances, bij Velpius in 1611 en 1625. Door de zorgen van zijn zoon Ant. Oudin werden verscheidene dier werken nog herdrukt met aanteekeningen: het eerste werk nog twee maal te Brussel bij Mommaerts en Frick, het tweede insgelijks tweemaal bij Mommaerts, het derde tweemaal bij Velpius en het vierde nog driemaal bij Foppens te Brussel. Evenzeer gezocht waren de taalboekjes van Francisco Sobrino, die naast Oudin de grootste bedrijvigheid op dat gebied aan den dag legde. Van zijn Grammatica nueva Espanola y Francesa zijn er tusschen 1697 en 1738 vijf verschillende uitgaven verschenen bij Foppens te Brussel; van zijn Diccionario de las lenguas Espagnola y Francesa, drie bij Foppens tusschen 1705 en 1734, en twee bij Gosse te Brussel in 1744 en 1751; zijn Dialogos nuevas en Espagnol y Frances verschijnen zeven maal bij Foppens tusschen 1708 en 1754. Zoo onze landgenooten zich toelegden op de studie der Spaansche taal, waren er natuurlijk ook Spanjaards hier te lande, die zich met een onzer beide landstalen wenschten vertrouwd te maken. Dit verklaart de uitgaaf van de Gramatica francesa in het Spaansch van Pedro Pablo Billet bij Verdussen te Antwerpen in 1687. Boeken met Spaansche briefmodellen rekenden onze drukkers | |
[pagina 263]
| |
ook onder de winstgevende uitgaven. A. Sersanders te Gent geeft in 1645, 1674 en 1675 van Don Juan Paez de Valencula uit: Para secretarios de Senores y todo genero, nuevo estilo y formulario de escribir cartas. A. Sassenus te Gent bezorgt: Modo de escrivir cartas a los Grandes, in 1654. Van Jean Peliger uit Valentia wordt Estylo y methodo de escribir cartas missivas y responder a ellas gedrukt te Brussel in 1607, 1608, 1615, 1617, 1631 en 1645 bij Velpius. Ook van F. Sobrino verscheen dergelijk werk bij Foppens in 1720 en 1747: Secrétaire Espagnol enseignant la maniëre d'écrire des lettres Espagnoles selon le style moderne. Deze briefmodellen wijzen op het verlangen onzer landgenooten om zich tot hooggeplaatste Spanjaards te richten met in achtneming der passende wellevendheidsvormen. Uit het zelfde verlangen kan wellicht het succes verklaard worden van Balthasar de Castiglione's Libro del Cortegiano, een Italiaansch werk waarin de kunst aangeleerd wordt om met hovelingen om te gaan, in het Spaansch vertaald door Boscan en tot vijfmaal toe herdrukt bij Nutius te Antwerpen, tusschen 1544 en 1588. De godsdienstige werken van allen aard maken een tweede rijk voorziene afdeeling uit van onze Spaansche typographische productie Hier ook vinden wij sommige van onze oudste Spaansche drukken. De Contemplaciones del idiota van Raymundus Jordan in het Spaansch vertaald door F. Diez de Frias, werden reeds in 1536 bij R. Vorsterman uitgegeven te Antwerpen. Spaansche Uitgaven van volledige bijbelteksten komen in de Zuidelijke Nederlanden niet dikwijls voor. De oudste en beruchtste is het Nuevo Testamento vertaald door Francisco de Enzina, in 1543 te Antwerpen gedrukt bij Mierdman. De Enzina was de gereformeerde leer toegedaan en werd dan ook door de inquisitie verontrust. In 1611 troffen wij daarentegen verscheidene Spaansche testamentvertalingen aan te Amsterdam, waar ze tusschen dat jaartal en 1762 minstens een zevental verschenen. Spaansche bewerkingen van de psalmen Davids komen in Zuid-Nederland herhaaldelijk voor. Bij Steelsius en Nutius te Antwerpen verschijnen er in de korte tijdspanne van tien jaren, tusschen 1545 en 1555, zes verschillende uitgaven van. In de 17e en 18e eeuwen zijn het de Officiën, Oefeningen en Gebeden, door de Plantijnsche firma uitgegeven, die een aanzienlijke plaats gaan innemen. De Officio de la Semana Santa verscheen in | |
[pagina 264]
| |
1683, 1716, 1730 en 1745; de Officio de N. Senora in 1705 en 1762; - de Exercios de Devocion y oracion in 1622 en 1714; - de Exercios cristianos y practica para la Santa Missa in 1705 en 1760. Andere drukkers, zooals Nutius en Foppens, gaven nog dergelijke werken uit. Te Gent gaf Manilius in 1640 een Spaanschen Catechismus uit. De werken van den H. Augustinus, den grooten Latijnschen kerkvader, behoorden hier in hun Spaansche vertaling tot de meest begeerde godsdienstige boeken. Van het Libro de las Meditanioces y Soliloquies zijn er edities bij Nutius in 1550, 1595 en 1589, één bij Verdussen in 1720; - van de Confessiones bij Nutius in 1550, bij Foppens in 1674 en bij Verdussen in 1741 en 1747; van de verspaansching der Civitate Dei zijn er twee drukken te Antwerpen in 1676 en 1710. Even gezocht waren de Spaansche bewerkingen van Thomas a Kempis' geschriften. Contemptus Mundi, vertaald door Luis de Granada, werd tusschen 1544 en 1655 tienmaal herdrukt te Antwerpen en de Navolging Christi telt twaalf Spaansche drukken te Brussel en te Antwerpen tusschen 1650 en 1737. De eigen ascetische schriften van Luis de Granada, een van de classieke godsdienstige Spaansche auteurs, werden te Antwerpen ook zeer dikwijls gedrukt. Van zijn hoofdwerk La Guia de Peccadores zijn er uitgaven bij Steelsius in 1558, bij Nutius in 1559, bij Plantin in 1572 en nog veel andere meer. Vrome boeken van Spaansche geestelijken van allerlei orden werden in de 16e en 17e eeuwen overvloedig door onze drukkers op de markt gebracht. Wij vestigen slechts de aandacht op enkele der voornaamste: Espejo de Consolacion de Tristes van den Minderbroeder Fr. Juan de Duemas (Nutius, 1550-1560, zes deelen); - Epistolas evangelios lecciones y prophecias van den Franciskaan, hofprediker Ambrosio Montesino (Steelsius, 1544, 1608); - Instruccion de Sacerdotes van den Karthuizer Antonio de Molina (Antwerpen, 1618, 1644); - El Gubernator Christiano van den Spaanschen eremijt Juan Marquez (Meursius, 1664); - Arte para servir a Dios van den Karthuizer Alonzo de Madrid (Nutius 1551); Tratado espiritual de modo de confessare (Brussel, G. Schoevaerts, 1626) en Escala mistica de siete grados de mortificatione (Id. id. 1629); enz. Hier zouden wij nog in het bijzonder moeten gewag maken van de werken van den Augustijner Luis de Montoya, verschenen bij Nutius; - van een tiental herdrukken te Brussel, te Leuven en te Gent (tusschen 1653 en 1723) van de theologische geschriften van den gunsteling van | |
[pagina 265]
| |
Philips IV, Juan de Palafox y Mendoza; - de vele geschriften te Brussel uitgegeven tusschen 1608 en 1614 van Gracian de la Madre de Dios; de werken van F. Jarava te Antwerpen en te Leuven; enz. Gezien het overwegende aandeel, dat de leden der Sociëteit Jesu namen aan de beweging der Contra-Reformatie te onzent, verwondert het niet, dat zij in de reeks dier Spaansche godsdienstige auteurs het talrijkst voorkomen. Wij ontmoeten er inderdaad een zeer belangrijke groep. Wij citeeren den Generaal der orde Juan Paulo de Oliva, wiens oorspronkelijk in het Italiaansch geschreven werk, in het Spaansch vertaald door Lorenzo Ortiz: Placticas Domesticas espirituales, te Brussel uitgegeven werd in 1680; - Juan Eusebius Nierembergh met zijn Aforismos y dictamenes in 1664 bij Mommaerts te Brussel, en zijn Dela Diferencia entre la temporal y eterno in 1646, 1684 en 1746 te Antwerpen bij Verdussen en Bousquet (?); - Caspar de Loarte met zijn Consuelo y Oratorio espiritual de Obras devotas in 1589 en 1590 bij Nutius; - Caspar de la Figuera met zijn Summa Espiritual, verschenen te Antwerpen in 1690 en 1729 en te Brussel in 1676; - den vruchtbaren hagiograaf Padre Pedro Ribadineyra met zijn Historia ecclesiastica del scisma del Reyno de Inglaterra, verschenen bij Plantin in 1586 en bij Nutius in 1594, en verscheidene andere werken; - den Generaal der Societeit Jesu Francisco de Borja en zijn Obras muy devotas y provechosas in 1556 verschenen bij Nutius; - Jose de Aguilar met zijn Sermones gehouden te Lima waar hij professor in de godgeleerdheid was, uitgegeven te Brussel bij 't Serstevens in 1684 en 1704; - Laurent Chifflet met zijn in het Spaansch vertaalde schriften; - Fr. Francesco Ribera met zijn Templo de Jerusalem te Antwerpen verschenen in 1593 en 1603; en nog anderen meer. Over Zuid-Nederlandsche kloosters, beevaartplaatsen en godsdienstige broederschappen werden er ook enkele Spaansche geschriften in het licht gezonden, die zeker wijzen op Spaansche belangstelling in deze inrichtingen. De secretaris der stad Brussel liet zijn werkje over O.L.V. van Scherpenheuvel in het Spaansch vertalen en uitgeven te Brussel in 1604 en 1606, te Leuven in 1605. Christ. Enriquez, de geschiedschrijver van de Cistercienser orde, in 1622 naar de Nederlanden geroepen om er de archieven te onderzoeken met het oog op de geschiedenis zijner orde, liet in 1629 bij J. Cnob- | |
[pagina 266]
| |
baert te Antwerpen verschijnen: Vidas de Los Padres del Desierto de Dunas, waarin hij het ontstaan en de ontwikkeling vertelt van het bekende klooster Ter Duinen in West-Vlaanderen, dat sedert 1138 tot de Cisterciensers behoorde. Verder vinden wij kleinere werkjes als het Tradato de la Cofradia de Santo Rosario in 1571 te Antwerpen; de Formula de los Statutos de la Cofradia de N. Senora de la Soledad, over de broederschap van O.L.V. van Eenicheyt in de kerk der Miniemen te Antwerpen, uitgegeven in 1643; een werkje over de Cofradia de los siete Dolores; enz. Een buitengewonen bijval genoten in onze gewesten de stijlvolmaakte, mystieke werken van de beroemde visionaire Carmelites, de H. Theresia van Avila. Het getal uitgaven dier werken te onzent is zeer aanzienlijk. In 1610 krijgen wij te Brussel Los Libros de la Madre Teresa de Jesus; in 1630, 1649, 1661 haar Obras bij Plantin; in 1674-76, en 1684 dezelfde bij Foppens; in 1740-42 nogmaals te Brussel; enz. Ook Anna van Jesus, de medehelpster van de seraphische maagd Theresia van Jesus, was te onzent zeer bekend. Zij werd immers door Albert en Isabella naar de Nederlanden ontboden om er de orde van Theresia van Jesus te grondvesten, en stichtte er werkelijk Carmelitessenkloosters te Brussel, te Leuven en te Bergen. Haar levensbeschrijving door den bisschop van Badajoz Angelus Manrique: La Venerable Madre Ana de Jesus, werd uitgegeven in 1632 te Brussel. In 1676 bezorgde Jacob Mesens te Antwerpen er nog een Nederlandsche vertaling van. Even populair was hier een andere Spaansche visionaire kloosterzuster, Maria van Jesus uit Agreda, abdis der Franciscanessen, die op bevel van haar biechtvader haar visioenen neerschreef in de Mystica Ciudad de Dios, na haren dood te Madrid uitgegeven in 1670. Vijf verschillende uitgaven van dit werk zagen het licht te Antwerpen bij de Verdussens tusschen 1705 en 1755. Stippen wij te dezer plaats ook aan de Spaansche vertaling van Pater René de Cerisiers' Vie de Ste-Geneviève de Brabant, in 1717 te Brussel. Het zal opgevallen zijn dat enkele der reeds genoemde Spaansche geestelijken, wier werken in onze gewesten gedrukt werden, hier tijdelijk gewoond hebben. Wij vestigen de aandacht op enkele andere Spaansche geestelijken, die in het zelfde geval verkeerden. Bartolommeo Carranza, die een belangrijke rol speelde in het Concilie | |
[pagina 267]
| |
van Trente, was in Zuid-Nederland zeer bedrijvig om den katholieken godsdienst terug in eere te stellen. Hij werd te Brussel tot bisschop van Toledo gewijd in 1558, het jaar, waarin bij Nutius te Antwerpen verschenen zijn Comentarios sobre el catecismo Cristiano, waarvan de orthodoxie betwijfeld werd en die hem later zooveel leed berokkende. André de Soto was biechtvader in de Nederlanden van de Infante Clara Isabella Eugenia en liet te Brussel en te Antwerpen niet minder dan achttien Spaansche ascetische werken, levens van heiligen en sermoenen verschijnen. De Spaansche theoloog Philips de la Torre, die te Leuven woonde gaf in 1556 bij Nutius uit een Institucion de un Rey Christiano. Pedro de Bivero, een pater Jezuïet, werd in 1616 naar Brussel gestuurd als predikant van de Aartshertogen en later van den Kardinaal Infant Ferdinand. Hij was ook de biechtvader van den Markies van Aytona, gouverneur onzer provintiën. Verscheidene van zijn geschriften, hymnen, sermoenen, enz. werden hier gedrukt. Ook Spaansche werken van Juan de Caramuel y Lobkowitz komen onder de Zuid-Nederlandsche drukken voor. Deze bisschop van Vigevano werd te onzent geroepen waar hij veel bijval had met zijn sermoenen en zich onderscheidde door zijn strijd tegen Jansenius. Wij noemen nog Pedro Cornejo, een Spaansch priester, en Pedro Alva y Astorga, een Spaansch Franciscaan, die in Brabant woonden en er boeken lieten drukken. Ook veel Spaansche krijgslieden, die in onze streken in garnizoen lagen, vertrouwden hun geschriften aan Vlaamsche drukkers toe en zoo komt het, dat de militaire literatuur in onze Spaansche bibliographie vrij goed vertegenwoordigd is. Francisco de Valdes, Spaansch officier te Brussel, liet in deze stad uitgeven: Espejo y disciplina Militar (1586, 1589, 1590, 1596, 1601 bij Velpius). Bernardino de Mendoza, kapitein der Spaansche ruiterij in de Nederlanden en lid van den Koninklijken krijgsraad, gaf bij Plantin uit, in 1596: Theorica y practica de guerra. Sancius Londonno, die onder den hertog van Alva als veldmaarschalk in de Nederlanden diende, deed zijn Discurso sobre la forma de reducir la Disciplina militar door Velpius uitgeven in 1587, 1589, 1590, 1593 en 1596. Van Diego Ufano, artillerie-officier te Antwerpen in het begin der 17e eeuw, kwamen uit in 1612 bij Mommaerts te Brussel: Del Estado de Artilleria y uso en las guerras de Flandes, en in 1613 en 1617 bij denzelfden drukker: Tradato de Artilleria y uso della. Graaf Bernardin de Rebolledo, die zich in 1632 in de Nederlanden bevond aan het hoofd van | |
[pagina 268]
| |
een corps lanciers, belastte de Moretussen met het drukken van zijn Ocios in 1650, 1656, 1660; zijn Selva militar y poetica in 1661; zijn Rimas sacras in 1661 en zijn Idillo sacro in 1660. D. Carlos Coloma, die al heel jong in legerdienst kwam in onze gewesten en een tijd lang gouverneur van Cambrai was, schreef een Spaansche geschiedenis van de oorlogen in de Nederlanden van 1588 tot 1599, die in druk bezorgd werd door Bellerus te Antwerpen in 1625 en 1635. Antonio Carnero, schatmeester van de Spaansche legers in de Nederlanden in 1585, schreef een verhaal van den burgeroorlog in de Nederlanden van 1559 tot 1609. Dit werk voor de eerste maal uitgegeven te Madrid in 1612, werd in 1625 te Brussel herdrukt. D. Francisco Antonio de Agurto, ‘mestre de camp’ in het koninklijk leger alhier en gouverneur der Nederlanden van 1685 tot 1692, gaf in 1685 te Brussel ter perse: Vozes del Exercicio y regimen de la infanteria espanola. Michel de Barrias, kapitein in garnizoen te Brussel gaf aldaar bij Vivien Flor de Apollo uit in 1665, gevolgd te Brussel, te Antwerpen te Amsterdam tot in 1708 door verscheidene tooneelspelen en andere werken. Het lag voor de hand, dat Spaansche werken, eenerzijds over de geschiedenis der Nederlanden en anderzijds over de geschiedenis van Spanje onze drukkers zouden aantrekken. Wij vinden er dan ook een aanzienlijke reeks. Rondom de populaire figuur van Keizer Karel groepeeren zich de Historia de la Vida y hechos del Emperador Carlos V van den Benediktijner Prudencio de Sandoval (Uitg. Verdussen, 1658, 1681); - het Commentario de la Guerra de Alemana hecha de Carlo V van Keizer Karel's gunsteling D. Luis d'Avila y Zuniga, in 1549 te Madrid verschenen en reeds in 1550 herdrukt bij Steelsius en vertaald in het Latijn door G. Malineus en in het Fransch door Mathieu Vaulchier; - de plaatwerken met Spaanschen tekst: Victorias y triumfos de Carlos V bij Hieronymus Cock, in 1556 te Antwerpen, en de Pompa funebre van Keizer Karel, bij Plantin in 1559. Bladzijden uit de Zuid-Nederlandsche geschiedenis vinden wij in de Annales de Flandes van den uit Spaansche ouders te Antwerpen geboren Emmanuel Sueyro, gedrukt bij G. Wolschaten te Antwerpen in 1622 en 1666; - in De las Guerras de los Estadoz Baxos van Diego de Ibarra (Antwerpen 1622); - in Las Guerras de Flandes van Kardinaal Guido de Bentivoglio, vertaald in het Spaansch door Pater Basilio Vanren, uitgegeven door Verdussen in 1687; - in de Spaan- | |
[pagina 269]
| |
sche bewerking, die Pater Melchior de Novar maakte van Famianus Strada's De Bello Belgico, te Antwerpen gedrukt in 1701; - en in de Spaansche vertaling van Pater Guilielmus Dondino's Historia de rebus in Gallia gestis ab Alexandro Farnesio, uitgegeven bij Verdussen in 1701. Sommige dier Spaansche historische werken zijn eerder te beschouwen als verslagen over tijdsgebeurtenissen. Dit is zeker het geval met El felicissimo Viage del Principi Philippe hyo del Emperador don Carlos quinto van Keizer Karel's biechtvader J. Chr. Calvete de Estrella, gedrukt bij Nutius in 1552; alsook met Viage del Infante Cardinal Don Fernando van D. Diego de Aedo y Gallart, bij J. Cnobbaert, 1635. Gabriel de la Vega schrijft over militaire ondernemingen der Spanjaards in de Nederlanden in Libro de la felix Victoria de enquentro del reducto de Santa Ana (Antwerpen, 1640) en Libro de la felix campana y los dichosos progresos que tuvieron las armas de S.M.C. el Rey D. Felipe IV en estos Payses Bajos (Brussel 1643). Bij die actualiteitsschriften mogen wij ook voegen lijkredenen als b.v. het Elogio funebre en las Exequias del Marquez de Espinola (Antwerpen) van Soarez Antonio Alvarez; - het Panegyrico funebre en las honras de la princesa Imperial Maria Antonia de Austria, van den E.P. Francisco Clarisse, uitgegeven bij Fricx te Brussel in 1693; - of huwelijkshuldigingen als het Epitalamio a la Reyna Neustra Senora Dona Mariana en su viage nupcial, verschenen bij Velpius in 1649; en dergelijke schriften meer. Studiën over de geschiedenis van Spanje en Portugal nemen ook hun plaats in onze Spaansche bibliographie. Het werk van den Franschen pater Jezuïet J.B. Duchesne, geschreven naar het schijnt voor de opvoeding der Spaansche Infanten, Abrégé de l'Histoire d'Espagne, te Parijs uitgegeven in 1741, werd reeds in 1754 en nadien nog in 1758 te Antwerpen in Spaansche vertaling van Pater J. Fr. de la Isla gedrukt. Van de Historia Hispaniae van Juan de Maria S.J. bestaan er twee Spaansche uitgaven in zestien deelen, met adres Bousquet, te Antwerpen, 1737-39 en 1751. Jose Pellicer de Salas y Tobar, historigraaf van Philips IV, vertrouwde den druk van zijn Idea del Principado de Cataluna aan Verdussen te Antwerpen, in 1642 en 1653. F. de Pulgar liet zijn Los claros varones de Espana in 1632 te Antwerpen bij Meursius in het licht geven. Van den Portugeeschen edelman Faria y Sousa, secretaris van markies de Castel | |
[pagina 270]
| |
Rodrigo, werd de in het Spaansch geschreven geschiedenis van Portugal gedrukt door Foppens te Brussel in 1677 en 1730. Andere historische werken van uiteenloopenden aard, zooals de Spaansche vertaling van de Romeinsche geschiedenis van den Engelschman Lorenzo Echard (Brussel, 1735), - de Historia de las guerras civiles da Francia van H. Cath. Davila (Antwerpen 1686, 1713), - de geschiedenis der Romeinsche Keizers van af Caesar tot Karel V van Pero Mexica (Antwerpen, Nutius 1552, 1561, 1579; Id. Bellerus 1578), - het Compendio de la Historia antiqua van den rector der Universiteit te Parijs Ch. Rollin (Antwerpen, Bousquet, 1745), - de algemeen gekende Joodsche geschiedenis van Flavius Josephus in het Spaansch overgezet (Nutius 1551, 1557), - en andere meer komen deze rubriek aanvullen. De belangstelling voor nieuw ontdekte overzeesche gewesten en voor de Spaansche en andere koloniën, die vooral te Antwerpen zeer groot was in de 16e eeuw, openbaart zich insgelijks in de Spaansche typographie onzer gewesten door ettelijke uitgaven, waarvan wij hier enkele der voornaamste aanstippen. Steelsius in 1550 en Steelsius, Bellerus en Nutius alle drie te gelijk in 1554 bezorgen een uitgave van Fr. Lopez de Gomara's algemeene geschiedenis van Indië; - Nutius brengt in 1554 op de markt een Spaansche, uitgaaf van F. Lopez de Castaneda's Historia del Descubrimiento y conquista de la India por los Portugeses; - Bellerus heeft voor zijn deel drie uitgaven, in 1575, 1586, en 1597, van de Araucana, het voornaamste werk van den Spaanschen epischen dichter Alonso de Ercilla y Zuniga, die gedurende vier jaren deel uitmaakte van een strafexpeditie tegen het oproerige Chili en in dit werk iets als het dagboek van zijn eigen heldendaden en het verhaal van de aldaar gevoerde worsteling heeft geschreven; Steelsius, Nutius en Bellerus geven in 1554 elk een uitgaaf (titeldruk) van Pedro de Cieza de Leon's Cronica del Peru, en dit reeds één jaar na de eerste uitgaaf te Sevilla in 1553; Bellerus drukt in 1596 van Gonzalez de Mendoza: Historia de las cosas mas notables, ritos y costumbres de gran Reyno de la China; Meerbeke te Brussel herdrukt in 1625 de Historia de la prov. de San Jago de Mexico van den Dominikaan Aug. Davila y Padilla; Foppens te Brussel en Verdussen, te Antwerpen, beiden in 1704, en Bousquet te Brussel (?) in 1741 en 1751 geven de geschiedenis van Mexico uit, geschreven door den dichter Antonio de Solis, secretaris van Philips IV; Steelsius geeft in 1557 de Spaansche bewerking uit van | |
[pagina 271]
| |
Francisco Alvarez' oorspronkelijk in het Portugeesch geschreven Historia de las cosas de Etiopia; Verdussen laat in 1728 verschijnen Ant. de Herrera's Historia general de las Indias Occidentales; dezelfde drukker gaf reeds in 1610 en 1611 uit Relaciones del Origen de Decendencia y succession de los Reyes de Persia y de Harmuz y de un viage dende la India oriental van den Spaanschen zendeling Pedro Teixeira S.J.; in 1703 gaf hij nog Politica Indiana uit van Juan de Solorzano Pereira, lid van den Raad van Indië; en L. Marchant te Brussel bezorgde in 1699 een Relacion de un Pays que nuevamente se ha descubierto en America. In onmiddellijk verband met dat verlangen naar reisverhalen staat ook de ingenomenheid met werken over aardrijkskunde. Zoo vinden wij op de lijst der Spaansche voortbrengselen onzer Nederlandsche persen meer dan een mooien atlas. Ortelius' Theatro ne la Tierra universal (Plantin 1588) en Theatro del orbe de la Tierra (Plantin 1602) zijn van de belangrijkste uitgaven in dien aard. Wij voegen er bij van S. Fernandez de Medrano: Breve descripcion del Mundo (Foppens 1686, 1688, Verdussen, 1726); en Geographia Moderna (Brussel L. Marchant 1700, 1701; Antwerpen, Verdussen 1708, 1709). Ofschoon van minder beteekenis, werden deze laatste herhaaldelijk herdrukt. De meeste wetenschappen zijn overigens vertegenwoordigd onder de Spaansche uitgaven onzer drukkers. De hier zoo zeer verspreide Cosmographie, door Petrus Apianus aan Keizer Karel opgedragen, beleefde in Spaansche vertaling verscheidene uitgaven te Antwerpen, in 1548 bij G. Bonte, en in 1575 bij Bellerus en Withagen. De Descubrimientos Geometricos van Alf. de Molina Cano, verschijnen drie maal te Antwerpen in 1568, 1596 en 1598. Libro de Algebra en Aritmetica y meometrica van den geneesheer Pedro Nunez werd in 1567 gedrukt bij Birckmann en Steelsius. Het werk van Juan Huarte over den natuurlijken aanleg voor de wetenschappen Examin de ingenios werd minstens acht maal herdrukt in de Nederlanden, o.m. in 1593 bij Plantin. De Introduccion del Arte general de todos las sciencias van den bekenden doctor illuminatus uit de 17e eeuw Raymond Lullus werd in 1663 te Brussel uitgegeven door Foppens.
(Slot volgt) |
|