De diefstal der kartonnen Bananen. En het veel gelegene: Het Pistoolschot onder Water. Na dit werk bereikte hij zijn 50 jaren en werd gehuldigd in z'n volksblad en besloten kring. In Franse en Duitse vertaling verscheen toen zijn ‘Doolhof der Ellende’. met gesigneerd portret. Hij werd geïntervieuwd door 'n onbekend ‘tachtiger’ zodat de leger de geboortedatum en -plaats vernam van Jef Jansens, de bekende feuilletonist Floribert, en de zeer onvolledige lijst zijner werken.
Dege huldigingsdag bleef in zijn dagboek maagdelik blank: zoveelste getuigenis van de nederigheid der groten.
Na dit hoogtepunt zweeg de wereld over hem en maakten zijn werken de reis door de zwelgende feuilletonrubrieken. Slechts 10 jaar later verkondigden de bladen nog eens zijn naam wegens verscheiden, en brachten hun legers zijn werkelike naam, geboorteplaats, -datum en belangrijkste werken in herinnering en besloten met een mild memorare-van-afscheid. 'n Litteraire bie zocht naar de honig in het werk van de aflijvige en speurde als merkwaardigheid naar z'n zwanengang. En die moest nu juist - o felix culpa! - ‘De vloek der Wanhoop’ heten.
De feuilletonist Floribert was ne gewone mens toen hij stierf, zijn laatste woorden vielen verloren gelijk vele zijner werken. Hij heeft in het supreem ogenblik het crucifix gekust en ondertussen fluisterde zijne geest tegen zijn hart: Sitio! Ik heb dorst! Ik zeg niet dat de verpleegzuster het gehoord heeft maar zijn dagboek weet het. Hij stierf met een zijner boeken in de matte handen. Toen heeft de zuster zijn oogleden neergelaten. Met de mond die altijd openviel had ze meer last: Tot de zuster, die meehielp lijken, zei ze zacht: leg dat boek onder de kin. De zuster deed het: dat boek hield dan die dode mond toe... het was de ‘Doolhof der Ellende’ (In 't Frans en Duits vertaald).
Zijn dagboek kwam als erfenisstukske in verre verwante handen. Bij een zekere Marie Janssens die een tienjarig zoontje had. - Fonske kom ne keer hier! Da's van nen nonkel sè, die ne grote schrijver was. Da moete gij ook worden, zulle. - Mag ik daarin lezen moeder? - Ja, maar nie vuil maken!
En Fonske las in het dagboek van die grote nonkel schrijver, waar het openviel en moeder moest luisteren ‘hoe goed hij al kon lezen’.
De kleine las tamelijk goed voor zijn ouderdom: ‘Ik voel soms