Frederik Van Eeden zeventig jaar
Hebt gij ook opgemerkt dat Dr Van Eeden en Johan De Meester thans op malkander gelijken? Het was jammer dat op de recente foto de jonge Evert Van Eeden zijn vader verving, anders hadden wij de twee misschien wel karakteristiekste koppen der Nederlandsche Letterkunde kunnen vergelijken op eenzelfde plaat.
Er is niets dat men Frederik van Eeden niet ten laste gelegd heeft, zijn gezicht niet uitgezonderd. Zoon Kalff begint er zijn boek mee. Wij doen dit laag en schandalig werk niet de eer aan van een enkelen regel citaat. Alleen dit: de heele Faunkarakteristiek van Van Eeden's kop staat veel scherper gesneden in Johan De Meester's gelaat. Maar Johan De Meester is een vriendelijke, lieftallige oude man en Frederik Van Eeden heeft zich bekeerd tot het katholicisme! Zoo wetenschappelijk is het de studie van een literair levenswerk te beginnen met den schrijver in zijn gezicht te spuwen.
Den 3 Mei wordt Dr. Frederik Van Eeden nu zeventig. Deze regelen niet om vluchtig zijn leven en zijn werk te overzien. In de werkkamer, waar de laatste interviewer hem onlangs bezocht, eenzaam, schuw teruggetrokken en overgegeven aan een moeden weemoed, zal een lang verleden van strijd en verdriet wel al te dikwijls in het geheugen terugkeeren, dan dat wij het daarbij nog helpen.
Voor ons is ‘Paul's ontwaken’ niets dan een zuiver en hoog genot. Wij bezitten het, wij zien het in het rek staan, wij bladeren er nog eens in, wij spreken er over met diepe vreugde. Maar tegenover den vader die dit boek over zijn zoon schreef vernoemen wij het niet of aarzelend.
Weten wij wel zeker dat het hem minder pijn doet als we ‘De kleine Johannes’, ‘Ellen’, ‘De passielooze Lelie’ en andere vernoemen? Zijn wij er wel zeker van dat een Europeesche literaire roem en bekeering tot het Katholicisme iemand immuun maken voor verdriet en herinneringen? Weten wij wel goed dat de betuiging van ons geluk om de schoonheid die hij schonk bij hem kan opwegen tegen het droef leven dat noodig was om zooveel schoonheid neer te schrijven? Zullen wij hem nog eens schrijven dat hij de grootste der tach-