milieu. Wanneer het défilé der ‘Wanderjahren’ aanvangt verzwakt ook de weergave eenigszinds.
Een diep sociaal drama ligt in volgende familiaire en haperende zinnetjes schuil:
‘One o' the worst beatin's I ever got though was when my mother whip me for playin' with little white girl. Then she say, “Now, you little black brat, if I ever ketch you at that again, I'll sho' beat the life out o' you.” But that night she give me better supper than other chilluns (= children), and look like she sorry she have to whip me so much. An' when she send me off to bed she say I'm a fine boy’.
Er is inderdaad niets gevaarlijker voor een kleine neger dan faliair om te gaan met een blank meisje. Wanneer een dergelijk kind iets overkomt is hij fataal de schuldige en de meeste lynchings hebben voor aanleiding het verdwijnen van blanke meisjes.
Bij lange beschrijvingen staat de zwarte Odusseus niet stil. Hij duidt aan maar met zoo'n scherpte en zoo'n amusante enluminures dat de teekening bijblijft en bekoort. Luister hoe Odum een station beschrijft en de zondagdrukte daarrond.:
‘Well lot o' those colored folks down there, talkin' an' jawin' an' laughin' an' tellin' folks good-by. Seems like we have good time at railroad station. All sorts o' folks, home folks and strangers mixing and mingling. You ought to see'em dress, both men and women, greens and reds and browns and blacks, and every other color anybody ever see. Everybody know everybody else, and everybody mighty important.’
Is dat laatste zinnetje geen goud waard van humor en berekendnaïeve schriftuur?
Al houdt het boek zich niet altijd op dezelfde hoogte en al treft de al te sterk aangedikte amoraliteit van den held op een onaangename wijze, toch is ‘Rainbow round my shoulder’ een goed boek. Het put zijn kracht uit essentieele volksche kleur en zwart-nationale folklore.